WOO HAH! maakt Tilburg trots, maar er is verbetering mogelijk

Er zijn van die momenten dat ik me moet verdedigen over het feit dat ik in Tilburg woon (terwijl het best een leuke stad is om in te wonen). Gelukkig is er sinds 2014 altijd één moment in het jaar waarop ik me een trotse Tilburger voel: het moment dat ik tussen de Fransmannen, Zweden en Amerikanen in de rij sta voor het WOO HAH! Festival.

Ook dit keer wordt mijn trots weer beloond. Waar ik vorig jaar nog het en een ander te klagen had over de drukte op een (te) klein terrein, zijn er nu zichtbaar veranderingen aangebracht. Het terrein is uitgebreid en anders ingedeeld. Waar ik mensen hoor over opstoppingen en geblokkeerde toegangswegen waardoor optredens gemist worden, heb ik daar zelf weinig last van. In tegenstelling tot het nieuwe deurbeleid bij de Koepelhal, waardoor ik de optredens van Ray Fuego en Kevin misloop. Afgelopen jaren stond de zaal bommetje vol, dit keer wordt er gereguleerd met een één-eruit-één-erin-systeem. Dit alles vanwege brandveiligheid en natuurlijk stel ik dat op prijs maar dat er niet meer dan een halve zaal naar binnen mag, is misschien lichtelijk overdreven en bovenal zonde.

Afrotrap tegenover straatrap
Desalniettemin zijn er verder vooral positieve dingen te benoemen. Binnen het rijtje hiphopfestivals is WOO HAH! er eentje met misschien wel de meest veelzijdige line-up. Zo bezet MHD de Canna stage. Met zijn afrotrap is de energie onmiskenbaar, net zoals afgelopen november in de Melkweg. Ook in Tilburg worden zijn raps goed opgepakt. Voor wie de Franse lines toch wat te hoog gegrepen zijn, staat daar tegenover de Nederlandse straatrap van Kempi. Net zes maanden vrij staat hij zaterdag op het hoofdpodium waar, naast zijn nieuwe tracks, onder andere Zoveel Stress en Buschauffeur gegooid én feilloos meegerapt worden. Ook door de jeugd. Het publiek telt geen duizenden koppen maar genoeg om te weten dat de populariteit van de Eindhovenaar ondanks zijn afwezigheid de afgelopen jaren zeker niet gedaald is.

Het Wilhelmus op WOO HAH!
Een paar uur later is het publiek gegroeid als de Amerikaanse Lil Dicky zijn opwachting maakt. Ondanks dat ik er nog steeds niet over uit ben of hij nu een comedian of een rapper is, weet ik één ding wel: rappen kan ‘ie. Zijn verses komen er zonder moeite en verstaanbaar uit en het publiek krijgt hij volledig mee; ‘Normally at this point of the show I would sing the United States anthem but I think that would be a terrible move, so you should sing it’, waarbij een half bezette Spoorzone vervolgens het Wilhelmus staat te zingen.

Na een lapdance als afsluiter volgen zijn landgenoten van Rae Sremmurd waarop ik besluit een andere stage te bezoeken. Eerder zag ik het duo al eens en met hun slappe act, toentertijd maakten ze weinig indruk. Een lichtelijk spijtgevoel dringt zich op als ik later terugkom en het publiek zich tot aan de eettentjes heeft verspreid. De stonede tieners van twee jaar geleden hebben plaats gemaakt voor energieke rappers de hun hits vol overgave brengen en die ook nog eens hard worden meegezongen.

Travi$ creëert on-Hollandse energie
Afijn, er is dus voor ieder wat wils. Maar een line-up met zoveel goede namen kan ook nadelen hebben: keuzes. Al drie dagen liep ik te denken hoe ik én de show van Travi$ Scott ging meepakken, én bij de show van Stormzy kon zijn. Mijn plan was om een plekje te veroveren op de heuvel links van de mainstage, zodat ik alles goed kon zien en genoeg ruimte had om erna door te rennen naar Stormzy. De naïeveling die ik ben. De heuvel was na twee dagen dienst doen als tribune zo vertrapt dat staan onmogelijk was geworden. Door mezelf met pijn en moeite schrap te zetten, lukt het me uiteindelijk wel om een zitplekje te creëren. Natuurlijk vestigen zich er binnen no time zowel boven als voor en aan beide kanten naast me mensen die op wonderbaarlijke wijze wel kunnen blijven staan. Eindstand: uitzicht op een tof zwart Yeezy-jack en nul mogelijkheden om er nog uit te komen zonder minstens negen mensen omver te glijden. Daar gaat Stormzy.

Maar thank God voor het digitale tijdperk. Zo zie ik alsnog wat er op het podium gebeurt dankzij de honderden filmende festivalgangers voor me. En ondanks mijn zicht op dat jaloersmakende jack zie ik aan al die duizenden springende hoofden om mij heen dat deze show aan is. Maar dan bedoel ik echt áán. Nu ik een aantal dagen later alle filmpjes online zie verschijnen huil ik diep van binnen dat ik dit niet echt met eigen ogen heb mogen aanschouwen. Rook, vuur, zóveel energie, stagedivende fans en on-Hollands grote moshpits. Maar tegelijkertijd was ik trots op zoveel mensen en zoveel hiphop in mijn stad.

WOO HAH!, bedankt voor een nieuwe indeling, een veelzijdig programma en een enigszins zonnig weekend. Als ik dan toch één tip mag geven: een paar schermen bij de mainstage zou niet verkeerd zijn. Zo kan ik Travi$ de volgende keer in een wat groter formaat aanschouwen dan de grootte van het Iphone 6-scherm rechts van me.

Er komen snel meer vurige foto’s aan van WOO HAH! 2017.

Geplaatst door bowie op 4 juli 2017