Een album tekstueel met bloed geschilderd. Bruut, duister, met daarin de weerklank van een ijle wanhoopskreet. Spinal rapt op zijn onlangs verschenen debuutalbum Verloren Zaad alsof de duivel op zijn hielen zit. Dik zeven jaar duurde de bevalling van zijn soloplaat, maar ondanks het asgrauwe karakter hiervan kan zeker niet gesproken worden van een miskraam. Hiphop In Je Smoel zocht Spinal op en ging met hem in gesprek over het zorgen voor je moeder in een onwerkelijke roes, de nervositeit voor een optreden, het donkere karakter van zijn album en de langzame transformatie tot gevoelsmens in een stabiel gezin.
Voorgeschiedenis
“Mijn ouders scheidden toen ik vier was. Met mijn broer en acht jaar oudere zus bleef ik bij mijn moeder achter, die met een alcoholprobleem kampte. Toen ik tien was, ging mijn zus het huis uit om op zichzelf te gaan wonen. Niet lang daarna gooide mijn moeder mijn broer het huis uit omdat hij een probleem zou zijn. In mijn ogen was dit helemaal niet zo. Mijn broer ging bij mijn vader wonen die intussen een relatie had gekregen met een andere vrouw. Zij hadden uit die relatie een dochter gekregen en ze vormden een warm en hecht gezin. Heel anders dan bij mijn moeder waarmee ik alleen achter bleef. De problemen met haar werden steeds groter. Ze bleef maar drinken. Mijn vader heeft in die tijd heel vaak gevraagd of ik ook bij hem wilde komen wonen. Ik wilde dat niet omdat ik bang was dat het dan met mijn moeder helemaal fout zou gaan. Ik dacht letterlijk: als ik hier wegga, zuipt ze zichzelf dood. Als kleine man paste ik dus eigenlijk op mijn moeder in plaats van andersom. Best triest ja, maar op dat moment realiseerde ik me dat niet. Ik haalde flessen drank uit de koelkast en gooide deze in de container om er maar voor te zorgen dat mijn moeder niet meer kon drinken. Met mezelf ging het door deze ongezonde situatie bergafwaarts. Op mijn 14de begon ik met blowen omdat ik me wilde verdoven en onbewust niet wilde weten en voelen in wat voor teringsituatie ik zat. De flessen drank die ik wegnam uit de koelkast gooide ik niet meer weg in de container, maar nam ik mee om op straat samen met mijn maten op te zuipen. Het ging van kwaad tot erger. Ik wilde niet meer thuiskomen, maar van de andere kant wilde ik mijn moeder ook niet in de steek laten. Het was een soort foute, onwerkelijke roes waar ik in zat en later besef je pas goed hoe fokked op die situatie eigenlijk was. Mijn moeder kreeg later een relatie met een fijne vent en ik ben uiteindelijk op mijn 19de het huis uit gegaan.
“Constant blowen, slikken, zuipen en snuiven. Niets deed me meer iets.”
Ik was in die tijd daarna heel onverschillig. Door constant blowen, slikken, zuipen en snuiven. Niets deed me meer iets. Of het nu leuk was of iets ergs. Het enige waarin ik geïnteresseerd was, was muziek maken. Deprimerende muziek.
Maar langzaam ging dit veranderen. Ik stopte met snuiven en slikken en sinds vier jaar blow ik ook niet meer. Ik was ondertussen vader geworden en het besef en het gevoel kwam dat ik ten koste van alles het ventje een fijne opvoeding wilde geven. Het was dan ook een schok toen ik vernam dat mijn ex vanuit het niets van plan was onze zoon voorgoed mee te nemen naar Suriname. Aangezien ik door haar nooit erkend was als vader, was het een heel zware strijd voor me om dat te voorkomen. Gelukkig heb ik die rechtszaak gewonnen en raakte ik mijn zoon dus niet kwijt. Dat was een pak van mijn hart. Mijn ex vertrok zelf alsnog naar Suriname en de kleine kwam voortaan volledig bij mij wonen. Dat was super relaxed! Al moest ik wel gelijk een hoop dingen regelen zoals een verhuizing naar een groter huis omdat mijn toenmalige huis te klein was voor ons beiden. Al met al een heel lastige periode.
In die periode was ik al een tijd bezig met mijn soloplaat, maar door die situatie liep dat allemaal erg veel vertraging op. Mijn hoofd stond op dat moment niet echt naar muziek maken. Daarnaast waren er ook nog andere omstandigheden die meespeelden. Zo kreeg in die periode mijn oude producer van Shockmount het ineens heel druk met Caro Emerald waarvoor hij ook produceert. Daardoor moest ik ineens van studio veranderen. Allemaal dingen die ervoor zorgden dat het vertraging opliep. Maar ik wil niet andere mensen alleen de schuld geven hoor, want ik heb er zelf ook veel te lang de tijd voor genomen.”
Solo
“Solo had ik eigenlijk nooit zoveel gedaan. Vrijwel altijd werkte ik samen. Met Steen of met Nul7Negen. In die muziek kon ik zeker mijn ei kwijt, maar het werd nooit echt super-persoonlijk omdat je onderdeel bent van een geheel. Ik vond dat het tijd werd om op persoonlijk vlak alles eruit te gooien op mijn soloplaat. Het moest iets van mezelf worden. Met meer diepgang en meer emotie.”
Album
“Het album is een soort therapie. Er is nu een last van mijn schouders. Het album is als een film van vooral de nare dingen in mijn leven. Op Helsgebroed word ik geboren en in Vaarwel schrijf ik een afscheidsbrief voor ik ga sterven. De tracks ertussen vertellen het verhaal van mijn leven.
Toen ik Mama schreef, heb ik wel wat traantjes moeten wegpinken. Het was toen dat ik besloot om weer contact te zoeken met mijn moeder. Hoewel dat nummer nog steeds keihard bij me binnenkomt en ik er van moet janken als ik het terugluister, heb ik er nu wel vrede mee met wat vroeger is gebeurd. Ik neem het haar niet meer kwalijk. De omstandigheden maken je tot de persoon die je bent. Ik vind dat zij recht heeft om haar kind in haar leven te hebben. En zelf wil ik haar ook nog regelmatig zien voordat het straks te laat is. Ze heeft Korsakov en is aan het dementeren. Dat zijn heel erge dingen. Straks gaat ze dood en heb ik haar niet meer gekend vlak voordat ze dood ging, daar moet ik niet aan denken.
Mijn moeder heeft het album nog niet gehoord, ook de clip van De tijd tikt voorbij heeft ze nog niet gezien. In die clip zitten heel oude beelden van ons als gezin. Van toen we nog een mooi gezin waren. Ik wist dat mijn vader die beelden had op een paar van die oude Betamax videobanden. Ik heb daar een dvd van gemaakt van 2,5 uur en die beelden verwerkt in de clip. Tijdens het terugkijken van die beelden kreeg ik het wel te kwaad. Je beseft dat je onwijze littekens hebt. Maar mensen hoeven geen medelijden met me te hebben. Het is een proces van verwerking en met zo’n clip wil ik alles alleen mooi in beeld brengen. Net als bij een film.
Ja, ik heb littekens maar kan niet zeggen dat ik depressief ben geweest. Eerder een lange periode waarin ik superdown was. Ik heb dan ook nooit gespeeld met de gedachte om er een eind aan te maken hoewel dit in Vaarwel misschien wel zo lijkt. Ik schrijf daarin een afscheidsbrief en zeg dingen tegen mensen die ik anders nooit zou zeggen. Omdat je namelijk afscheid neemt. Ik vind dat gewoon een heel mooi concept. Wat als? Het is vooral geïnspireerd geraakt door mijn ex, die toen mijn zoon zes maanden was zelfmoord heeft willen plegen. Dat was heel erg heavy.
Dat nummer heb ik al zolang geleden geschreven, ik zou nu zoiets niet meer maken vanuit de mindset waar ik nu in zit. En al helemaal niet zo persoonlijk. Toen ik de eerste nummers van het album maakte, was ik heel anders. Daarom vind ik sommige nummers heel lastig om terug te luisteren, juist omdat ik het van me af heb gezet. Wanneer ik het terugluister, word ik er weer aan herinnerd.
Ik werk vaak met perspectiefwisseling in mijn tracks. Het mooiste voorbeeld van perspectiefwisseling van persoonlijk naar het grotere geheel vind ik Mijn vader, mijn moeder. Daar heb ik het langst over gedaan. Poëtisch gezien vind ik het een van de ingewikkeldste en tofste tracks van het album. Ik denk niet dat veel mensen het gelijk kunnen bevatten, want ik doe net of dat mijn vader God is en of dat mijn moeder Moeder Aarde is die uit elkaar zijn gegaan. Wij, als mensheid, zijn hun verloren kinderen die geen ouders meer hebben. In het eerste couplet vertel ik het vanuit mijn vaders perspectief en in het tweede vanuit mijn moeders’. Eerst wil ik empathie tonen voor mijn vader en in het tweede voor mijn moeder. Het is maar hoe je het bekijkt. Welke kant kies je?
“Ieder redelijk denkend mens weet wel dat ik geen satanaanbidder ben.”
Op Sterveling haal ik de grap uit dat ik een kind van satan ben. Ik geloof niet in satan, maar ook niet in een god. Gelovigen zien ongelovigen vaak als duivelaanbidders. Want je gelooft niet in het ene, dus zul je wel voor de andere kant kiezen. Wat natuurlijk gelul is. En ik kan dan wel een track maken waarin ik vertel dat ik niet in een god geloof, maar in plaats daarvan is het veel harder om te zeggen dat ik een duivelskind ben. Ieder redelijk denkend mens weet wel dat ik geen satanaanbidder ben.
Heel veel tracks op de plaat heb ik zelf geproduceerd. Dit omdat ik daar vaak het meeste bij voel. Als ik iets in mijn hoofd heb, kan ik dat exact zo laten klinken en dat is met beats van anderen niet zo. Die kan ik tof vinden, maar het is vaak niet zoals ik het in mijn hoofd heb. Ik kan er ook het beste op schrijven, en dan komen dit soort onderwerpen het best tot hun recht.
Overall ben ik tevreden met het album al heb ik hem nog amper teruggeluisterd omdat hij zo donker is. De tracks zijn momentopnames in mijn leven geweest en gelukkig gaat het op dit moment gewoon goed met me. Ik luister niet veel muziek, maar als ik ’t doe, luister ik steeds meer naar vrolijkere muziek. Bijvoorbeeld naar Chet Baker als ik aan het schilderen ben. Dit betekent overigens niet dat ik mezelf in de toekomst vrolijke muziek zie maken. Dat geloof ik niet. Het zal donker blijven, maar met een minder persoonlijk karakter. Ik vermoed wel dat het bij één soloplaat blijft. In plaats van een volledig album speel ik met het plan om in de toekomst losse singles uit te gaan brengen. Met een mooie cover erbij. Dat lijkt me wel gaaf.”
Releaseparty
“Het album is nu twee weken uit en het klopt dat er nog geen releaseparty is geweest. Die vindt 28 maart plaats in Hoofddorp bij Ondergronds Verbond. Dat heeft mijn boeker Mike de Wit geregeld. Ik vind het een relaxte zaal en het geeft me tijd genoeg om een mooie show voor te bereiden.
Maar ik zal eerlijk zijn: ik kijk er wel een beetje tegenop. Dat komt omdat ik altijd fokkin zenuwachtig ben als ik moet optreden. En het maakt niet uit waar, wanneer of met wie, dat gevoel is er altijd. Vroeger waren het gezonde zenuwen. Ik wilde laten zien wat ik kon en wat ik deed en als ik eenmaal bezig was dan verdwenen die zenuwen weer, maar naarmate ik steeds meer aanhang kreeg en het gevoel had dat ik me niet meer hoefde te bewijzen, werden die zenuwen steeds ongezonder. Tegenwoordig heb ik alleen maar zoiets van: shit, ik kan mensen teleurstellen! Niet dat ik denk dat ze het niet dope vinden of zo, maar het voelt dan niet goed. Als ik dan op het podium sta, is het allemaal weer goed en tof. Maar die spanning vooraf kan me gestolen worden.”
“Ik ben nu eindelijk gelukkig.”
Gelukkig gevoelsmens
“Ik wil in de toekomst meer gaan schilderen. Ik heb nu 12 schilderijen gemaakt en wil daar steeds serieuzer mee omgaan. Ik wil dat het iets moois is, maar ook dat het iets extreems in zich heeft. Schilderijen maken met een diepere betekenis. Net als met mijn muziek.
Muziek, schilderen, film, het zijn allemaal kunstvormen. En kunst is emotie. Ik ben sowieso een gevoelig persoon. Bij een film waarin prachtig wordt geacteerd en waarbij de muziek mooi is, kan ik zomaar gaan janken. In de loop der jaren ben ik steeds gevoeliger en emotioneler geworden naar mijn idee. Ik voel me daar wel prima bij.
Mijn leven is nu stabiel en mijn gezinssituatie is super. Leuke, lieve vrouw die me in alles steunt, mijn zoontje waar het goed mee gaat én ik kan verklappen dat er een tweede kind op komst is! Ik lijk nu wel een brave burgerman, haha. Maar het voelt heerlijk om thuis te komen bij mijn vrouw en mijn kind, op de bank te zitten, thee erbij. Wie weet nemen we wel een kat. Fokkin’ burgerlijk, haha. Maar ik ben nu eindelijk echt gelukkig.”
Een fysiek exemplaar van Verloren Zaad is te bestellen op www.ikbenspinal.nl.