J-Live

Rapper, producer en DJ J-Live was onlangs in Nederland. HIJS klom in de telefoon en stelde de New Yorker enkele vragen.
J-Live’s carrière begon zo’n 10 jaar geleden, nadat er over hem geschreven werd in de destijds zeer bepalende Unsigned Hype collumn in hiphopmagazine The Source. “Zonder die aandacht zou ik waarschijnlijk niet zijn waar ik nu ben” bekent hij. Toch was de weg naar waar hij nu is absoluut geen vlakke weg. Het duurde jaren voor zijn debuutalbum ‘The Best Part’ officieel werd uitgebracht. J-Live leek het even gehad te hebben en besloot les te gaan geven op een middelbare school in de New Yorkse achterwijk Buschwick (Brooklyn), iets wat hem indirect geholpen heeft als rapper: “Het lesgeven was heel inspirerend voor me. Kinderen hebben iemand voor de klas nodig die om ze geeft, in ze gelooft en heeft meegemaakt wat zij mee hebben gemaakt. Dat kun je vergelijken met muziek maken. Je zit als luisteraar niet te wachten op een artiest die geen moeite doet en maar wat aankloot zonder aandacht aan jou als luisteraar en toeschouwer te geven.”

Een album (All Of The Above) en een goed jaar verder verliet J-Live zijn geboorteplaats om te verhuizen naar Philadelphia. Inmiddels is hij weer terug op het thuisfront. “Ik ben weer terug in New York. M’n familie en vrienden zijn daar, en het was beter voor m’n gezin.” Toch is zijn tijd in de stad van broederlijke liefde zeker geen loze tijd geweest. “De scene in Philadelphia is echt geweldig. Ik heb er een hoop mensen ontmoet waar ik waarschijnlijk voor de rest van m’n leven in contact mee blijf. Van Static tot Jazzy Jeff en de hele Roots crew. Dat zijn goede mensen die een goede invloed op je hebben.”

J-Live is een muzikale duizendpoot. Hij rapt, produceert en DJ-t. "Toch zien mensen me eigenlijk vooral als MC. Maar het vult elkaar aan. Als DJ leer ik dingen die me helpen met produceren en rappen, het rappen helpt me met produceren en DJ-en etc. Als ik een element weg zou laten dan zou ik waarschijnlijk nooit zo goed zijn in de andere twee. Als hij dan toch zou moeten kiezen heeft het werk achter de microfoon toch duidelijk zijn voorkeur. “Het heeft me verder gebracht dan het produceren en DJ-en. Verder kan ik op die manier mezelf uiten op een manier die bij die andere twee echt onmogelijk is. Maar als muziekliefhebber ben ik heel blij dat ik niet hoef te kiezen.”

Hoewel hij dus zelf als producer absoluut zijn mannetje staat werkt de New Yorker toch samen met andere producers. Op zijn debuutplaat “The Best Part” waren beats van onder andere Prince Paul, Pete Rock en DJ Premier te horen. “Mensen houden van het eindproduct dat ik samen met anderen lever. Omdat ik met andere creatieve mensen werk krijg je een hele andere uitkomst dan als ik het zelf zou doen. Je kunt het vergelijken met superhelden in stripboeken. Als die samenwerken, gebeurt er ook altijd iets speciaals.”

J-Live heeft zijn respect in de underground in de afgelopen jaren zeker verdiend, een gegeven dat er voor zorgde dat hij op de in 2005 verschenen Wu-Tang Meets Indie Culture verzamel-cd stond met een samenwerking met R.A. The Rugged Man. “Ik kon het goed vinden met Dreddy (Kruger), die ik bij een tour met GZA had ontmoet. Hij vertelde me over een project waar hij mee bezig was, Wu-Tang producers met independent artiesten. R.A. heb ik leren kennen tijdens een show in B.B. King’s (een club in New York, red) waar we openden voor GZA. Het was tof om met hem te werken. Hij deed zijn verse, ik luisterde en deed mijn ding, het paste allemaal goed in elkaar.”

Net als veel rappers heeft J-Live de nodige problemen met platenmaatschappijen gehad. Hij hobbelde van label naar label zonder, voor zijn gevoel, ooit echt serieus genomen te worden. “Platenmaatschappijen stoppen gewoon te weinig energie in het promoten van rappers omdat ze de potentie niet zien. Maar het probleem is dat die potentie niet kunnen zien als ze zich niet in de artiest verdiepen. En vooral met een artiest zoals ik, ik wil niet teveel in details treden, want ik ga het vanaf nu allemaal zelf doen. Maar niemand houdt zo van je als je eigen moeder. Als het bedrijf er niet samen met jou bloed, zweet en tranen in heeft gestopt dan zullen ze de plaat nooit zien zoals ze het zouden moeten zien. En omdat mijn albums al snel het labeltje van ‘conscious’ en ‘underground’ krijgt, denken veel maatschappijen dat het niet gaat verkopen. Maar er zijn zat fans die op zulk soort muziek zitten te wachten en het ook zeker zouden kopen als ze het makkelijk konden krijgen. Je ziet de succesverhalen, of het nu mijzelf in de jaren ’90 of tegenwoordig Little Brother is, of vroeger Digable Planets of A Tribe Called Quest en de hele Native Tongues beweging, je kunt me niet wijsmaken dat er geen markt is voor hetgeen wij doen. Het is alleen veel makkelijker om geld te verdienen met de simpele sex, geld en drugs hiphop.” Toch heeft hij geen wraak gevoelens tegenover zijn oude labels. “Het heeft me een hoop geleerd, dingen die ik nu met m’n eigen label heel goed kan gebruiken”.

Ondanks dat veel maatschappijen simpel geld verdienen met inhoudsloze muziek is J-Live zijn geloof in hiphop absoluut nog niet verloren. “Hiphop is een samenscholing van mensen en ideeën die de beweging en de muziek levend houden. Als de mensen niet meer naar de shows komen en ik als fan niet meer de platen koop die volgens mij echt iets betekenen, als er geen internetcultuur was die mensen over jouw muziek kan informeren als ze geen geld hebben om het te kopen, maar waardoor mensen wel weer bij shows langskomen om te supporten, dan was hiphop nu echt een zielig iets. Maar nu ziet het er goed uit, het is alleen jammer dat het meeste geld omgaat in oncreatieve muziek zonder inhoud.”

Als laatste wat J-Live zijn toekomstdromen nog even samen: “Meer succes, meer fans, dingen doen die ik nog nooit gedaan heb, een nieuw label met nieuwe artiesten die mensen nog nooit gehoord hebben, simpel gezegd gewoon meer muziek.”

Geplaatst door bowie op 4 augustus 2006