Column: Met Xzibit naar de Intratuin

Die twee woorden zijn blingbling en pimpen.
Waar denk je aan bij het woord blingbling? Kettingen. En andere glimmende dingetjes. Een beetje proleterig vaak. En ik denk ook aan veel, aan overdaad. Het zou allemaal begonnen zijn bij rapper B.G. B.G., short for ‘baby gangsta’, maakte in 1999 een nummer dat Bling Bling heette. Op zich een weinig originele plaat. Schreeuwerig opscheppen, auto’s zo lang als de koningsmantel en vrouwen met weinig kleren. Op zich wel aardig dat er eens wat andere vervoersmiddelen in beeld worden gebracht: ineens verschijnt er een andere rapper in een helikopter, maar wel een candy coated helicopter with a leather cover. Die komt koffertjes met geld brengen. Ook gebeurt er van alles op Miami Vice-achtige boten. Rapper B.G. heft intussen zijn armen, en ja hoor, we zien het, om elke pols een Rolex.
Maar het woord blingbling zou zo heten omdat dat het geluid is van kettingen die tegen elkaar aan stoten. Grappig, maar dan zou het in het Nederlands beter klingkling kunnen zijn. Toch vraag ik me dat af; bling betekent in het Engels ook gewoon ‘schitteren’, en waarom zouden de vriendjes van B.G. dan zonnebrillen moeten dragen als ze naast hem staan? Ze smeken hem zelfs: Folks say take that chain off boy, ya blindin’ me.
Het woord blingbling hebben we in Nederland overgenomen. Niet omdat we hier ook voortdurend onze meervoudige Rolexen in de lucht moeten steken. Het woord wordt hier eigenlijk vooral in settings gebruikt die weinig hiphop zijn. Op de Libelle Zomerweek in Almere kun je een workshop volgen: ‘Zin in een beetje Braziliaanse blingbling? Geef uw creatieve geest vleugels en maak prachtige sieraden’. Op www.missetam.nl kun je kaarten winnen voor De Toppers. ‘Zingen is niet mijn sterkste ding, maar ik houd wel van die blingbling’, rijmt Carien. Ook Jolanda heeft haar blingblingaccessoires klaar liggen.
Het woord is echt ingeburgerd, want je kunt het ook als bijvoeglijk naamwoord gebruiken. Nurten Albayrak werd weggestuurd bij het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers. Medewerkers zeiden dat ze gek was op geld en mooie spullen; ‘ze is erg blingbling’, concludeerden ze.
En dan pimpen. Het werkwoord to pimp bestond al langer in het Engels. Het betekent de pooier uithangen. Een paar jaar geleden kreeg het er een nieuwe betekenis bij, dankzij een tv-programma. Rapper Xzibit maakte vanaf 2004 op MTV het programma Pimp my Ride. Mensen konden vrienden met ouwe rammelbakken opgeven om van hun auto’s echte pimpmobiles te maken. Als je een beetje geluk had, kwam Xzibit ineens je voortuin inlopen. Nadat hij je langdurig omhelsd had, kreeg je auto een ingebouwde bioscoop, een cocktailbar en een fontein met gouden dolfijnen. En verder in het algemeen veel goud en paars fluweel. Ook dit woord pikten wij. Het staat ook al in Nederlandse woordenboeken, in het Algemeen Nederlands Woordenboek bijvoorbeeld, als ‘iets repareren of opknappen op een dusdanige manier dat iets er na afloop zeer kitscherig, opgesierd of uitbundig uitziet, zeer overdadig versierd is met veel ‘toeters en bellen’’. We maakten zelfs een extra werkwoord: oppimpen. Ik pimp op, wij hebben opgepimpt (kofschip!), al pimpende, het kan allemaal. Bij de Margriet hebben ze een leuke tip voor op vakantie: ‘Pimp je broodje! Ga op pad met onbelegde verse broodjes, magere kaas of ham en volop rauwkost voor een feestelijk effect’. Als ik op mijn eigen oude rammelbak, een fiets, stap, hoor ik een buurvrouw zeggen dat ze haar tuin gaat oppimpen met hangbegonia’s. Ik denk niet dat Xzibit met haar meegaat naar de Intratuin.

 

Vivien Waszink

 

Geplaatst door bowie op 6 mei 2013