De erfenis die Stan Lee aan hiphop nagelaten heeft

De man die als schrijver samen met tekenaars Jack Kirby en Steve Ditko het Marvel universum schiep is niet meer. Vrijwel heel zijn volwassen leven was Stan Lee het gezicht van Marvel Comics, dankzij zijn cameo rollen tot in de verfilmingen van de karakters aan toe. Maar niet alleen daar drukte hij zijn stempel op. Het grondwerk dat Stan Lee samen Jack Kirby legde, klinkt door in vrijwel heel de popcultuur sinds de jaren ’60, en daar vormt hiphop allerminst een uitzondering op.

Stan Lee

Sterker nog, hiphop heeft superheldencomics, en dan vooral die van Marvel, van begin af aan omarmd. De handdruk van Stan Lee leeft zo niet alleen in comics en (teken)films voort, maar ook in de beats, rhymes, en soms zelfs identiteiten van een aantal hiphop-iconen.

De nauwe band van hiphop met superheldencomics is niet vreemd. Beiden zijn begonnen in New York, werden door de gevestigde orde niet serieus genomen, en kwamen uit de creatieve breinen van artiesten die behoorden tot gemarginaliseerde groepen. Jack Kirby, net als Stan Lee een zoon van Joodse immigranten uit Europa, werkte in 1941 al langer als tekenaar voor Timely Comics, het bedrijf dat later Marvel Comics zou worden. Lee werkte er als redacteur, maar wilde graag een schrijver worden. Hij kreeg daarom de kans de dialogen te verzorgen in één van de verhalen van Joe Simon en Jack Kirby; Captain America.

De samenwerking tussen Kirby en Lee bleek vruchtbaar, en zou uiteindelijk in 1961 leiden tot het eerste nummer van Fantastic Four, de strip die de hoeksteen zou vormen tot wat uiteindelijk een heel universum werd. Die werd in de jaren daarop verder bevolkt door Kirby en Lee met helden als Thor, Hulk, Iron Man, Black Panther en de X-Men. Met Steve Ditko als tekenaar zou Lee daar ook nog Spider-Man en Dr. Strange aan toevoegen. Wat al deze karakters gemeen hebben, is dat ze net zo zeer gedefinieerd werden door hun persoonlijke problemen als door hun superkrachten. Ze waren menselijk, en lezers konden met hen relateren.

Het was een vondst die het superheldengenre een nieuw tijdperk in katapulteerde, en Marvel een eigen identiteit gaf ten opzichte van concurrent DC (uitgever van Batman, Superman, Wonder Woman en de Justice League). Toen daar in de jaren ’70 een nieuwe jongerencultuur ontstond in de Bronx, groeiden de b-boys en b-girls die hiphop vormgaven dan ook stuk voor stuk op met de comics van Marvel. De indruk die dat op hen maakte, klonk al snel door in de teksten die zij schreven.

Op Rappers Delight, de eerste hitsingle in de hiphophistorie, had Big Bank Hank het nog aan de stok met archetypische superheld Superman, die hij diste terwijl hij Lois Lane verzekerde meer mans te zijn dan die kerel “flyin’ through the air in pantyhose”. In de jaren daarna werd er alleen maar meer en meer gerefereerd naar comics, en de karakters uit de stal van Marvel kregen daarin al snel de overhand.

Logisch, want in tegenstelling tot die van DC, speelden de verhalen van Marvel zich niet af in fictieve steden als Gotham City of Metropolis. De tekenaars van Marvel hoefden maar uit het raam boven hun tekentafels te kijken om de decors van hun stad te zien: New York City, baby.

Geen wonder dat de jongens en meiden in de straten van die stad de comics als onderdeel van hun wereld gingen ervaren. Zo rapte Chuck D al in het nummer Raise the Roof op Public Enemy’s debuutalbum Yo! Bum Rush The Show hoe hij met een hamer zwaait als “Mighty Thor”, en je dan diep genoeg ten onder gaat om “Namor sea lord, Prince of the deep” te ontmoeten. En in de eerste bars die de wereld ooit hoorde van Wu-Tang op debuutsingle Protect Ya Neck, vertelde Inspectah Deck hoe hij aankwam: “swinging through ya town like ya neighborhood Spider-Man”.

We zouden een heel artikel kunnen vullen met enkel comic-referenties, maar diverse leden van de Wu gingen er zelfs een stuk verder dan dat. Method Man is de grootste geek van de crew, en de zelfbenoemde “Johnny Blaze” (oftewel Ghost Rider) schijnt met enige regelmaat ook als verzamelaar op comicbeurzen gespot te worden. In de jaren ’90 kon hij daar zelfs comics kopen waar hij en zijn crew zelf in figureerden, maar de serie Nine Rings of the Wu-Tang kreeg uiteindelijk slechts vijf delen.

Toch is het Ghostface Killah die de kroon spant in de crew. Zijn solodebuut heette niet alleen Ironman, Ghost doopte zichzelf ook Tony Starks en samplede de bijbehorende cartoon veelvuldig op zijn tweede album Supreme Clientele. Hij adopteerde de identiteit van het Marvel-karakter met zo’n toewijding, dat hij (net als Stan Lee) zelfs een cameo kreeg in de eerste Iron Man-film. De scene die hij opnam werd helaas uit de film geknipt, maar wanneer Robert Downey Jr. in de film een feestje in zijn privéjet viert, is het een videoclip van Ghostface die op het scherm achter hem draait, terwijl zijn track Slept On Tony te horen is.

Ghost zou de laatste rapper niet zijn die een Marvel-karakter als identiteit aannam. Daniel Dumile begon zijn rapcarrière als Zev Luv X in de groep KMD, maar nadat zijn broer en mede-groepslid Subroc overleed in een auto-ongeluk, keerde hij terug als MF Doom. De beattapes die hij maakte werden niet alleen voorzien met tekeningen uit comics waarop Dr. Doom, aartsvijand van de Fantastic Four te zien was, hij ging zelfs eenzelfde metalen masker dragen als de supervillain. 

Ook Jean Grae noemde zich naar een Marvel karakter, maar was zo slim om de spelling van Jean Grey uit de comic X-Men te veranderen. Ze omzeilde zo slim het merkrecht dat de originele naam van één van ’s werelds meest gerespecteerde, en zeker beroemdste groepen turntablists torpedeerde. Rob Swift, Roc Raida, Total Eclipse, en Mista Sinista, oftewel The X-Ecutioners, kozen in eerste instantie voor X-Men als naam, maar moesten die later veranderen. De naam Mista Sinista is trouwens een verbastering van X-Men bad guy Mister Sinister, en de naam die de groep als alternatief koos kent een soortgelijke afkomst: X-Cutioner’s Song was een verhaallijn die in ’92 en ’93 door de verschillende X-Men comics liep.

Maar misschien wel de mooiste kruisbestuiving tussen comics en hiphop, is de underground klassieker Secret Wars van Last Emperor. Het nummer draagt dezelfde titel als een verhaallijn uit de jaren ’80, die alle titels van het Marvel-universum op dat moment verenigden. Op een afgelegen planeet werden alle karakters gedropt door een intergalactisch wezen, die de good guys en bad guys als laboratoriumratten tegenover elkaar zette. Last Emperor legt een soortgelijk concept uit in zijn openingszinnen: “What if I had the power to gather / all of my favorite emcees / with the illest comic book characters / and they became arch enemies?”

De rapper is zelf de leider van de rappers in het verhaal, en doet daarbij de flows en stemmen van zijn selectie met onder meer Busta Rhymes, Common en Redman tamelijk briljant na. De captain van het comic book-team? Stan Lee natuurlijk.

De verhalen die Lee met onder meer Kirby en Ditko maakte, hebben zich net als hiphop verspreid over de hele wereld. Zijn meest recente en wellicht grootste erfenis binnen de hiphop komt dan ook niet uit New York, maar uit Los Angeles. Onder aanvoering van Kendrick Lamar bracht TDE eerder dit jaar Black Panther: The Album uit. Het is een prachtig album, direct geïnspireerd door de vol lof ontvangen verfilming van de strip.

De eerdergenoemde Last Emperor mag in zijn vertelling de flamboyante frontman van Marvel Comics dan wel verslagen hebben, hij is zelf helaas niet meer dan een voetnoot in de muziekhistorie geworden. Stan Lee daarentegen, heeft op 95-jarige leeftijd onze planeet en dimensie verlaten, maar niet voordat hij er een onmetelijke indruk achterliet. Volgens de strikte definitie van de natuurwetten is hij niet meer onder ons; overleden zouden sommigen zeggen. Zijn fans weten beter. 

Stan Lee is onsterfelijk geworden als schrijver van een moderne mythologie, die meer leven in zich heeft dan ooit.

Geplaatst door Jaap van der Doelen op 13 november 2018