Willem gebruikt zijn pijn als brandstof op ‘Spuug van God’

Spuug van God was een paar jaar geleden nog enkel de titel van het theaterdebuut van Willem. In een driehoekige, glazen vitrine voerde hij in diverse natuurgebieden en parken in Nederland een monoloog uit, zijn publiek meenemend door zijn worsteling met zijn dubbele identiteit. Nu is het ook de titel van zijn tweede soloalbum. Daarmee verlengt hij de zoektocht naar zichzelf, maar uiteindelijk blijkt die zoektocht onderdeel van iets veel groters.

Want wie hij precies is weet Willem de Bruin nog altijd niet. Althans, dat wist hij nog niet tijdens het maakproces van Spuug van God. Ja, hij is zoon van een Nederlandse moeder en een Curacaose vader, maar voelt zich noch hier nog daar thuis. We Komen Van Ver, luidt de titel van het tweede nummer op de plaat. Het betreft een samenwerking met Ray Fuego. Daarin klinkt, zodra de Dead Wrong-esque drumpartij is weggevallen: “Ik ben altijd aan het zoeken, in de scheuren en hoeken…”

Maar ook: “De volgende keer dat je me ziet, dan ruik je rubber.” Het verwijst naar het banden verbranden van de banden van een soortgelijk voertuig als op de hoes van de plaat staat. Hij gebruikt het als stijlfiguur. Had je in zijn puberteit zo’n voertuig onder je reet, had je status. Vandaar dat de luisteraar Willem ook hoort wegscheuren, nadat hij tot de kern is gekomen: “Niks te verliezen, geef me schijt / Kansen zijn niet altijd gelijk / Koningsschakel geeft me bekijks / Erkenning is waarom het draait!”

Het is een momentopname van toen, vermengd met de wetenschap die hij nu heeft. Inmiddels weet hij beter. Erkenning zit hem niet in materiaal, maar in gezien worden; een dynamiek waarin gelijkwaardigheid centraal staat. Hij is dankbaar voor de kennis die hij op zijn reis heeft opgedaan, wat de titel van het nummer een extra lading meegeeft.

Lichter verteerbaar

De titel Spuug van God is een letterlijke vertaling van een uitdrukking in het Papiaments. Skupi di dios betekent letterlijk ‘spuug van God’ en figuurlijk ‘moedervlek’. Als God niest, zo stellen ze, worden er kinderen geboren met veel sproeten. Maar het is nog meer een verwijzing naar zijn zelfbeeld dat zich in hem nestelde toen hij op jonge leeftijd besefte nergens bij te horen. “Niet bij Nederlanders, niet bij Antillianen, maar ik werd wel voor zwarte, Marokkaan of Turk uitgemaakt. Terwijl ik nog nooit een Turk had gezien. En dat had ik ook nog die naam”, vertelde hij erover tegen Theaterkrant. En tegen Effenaar: “Visueel gezien is een moedervlek een donker plekje dat opvalt. Zo heb ik me ook gevoeld in een dorpje in Noord-Holland.”

Maar, zo blijkt, hij wist het om te buigen. “Die pijn is mijn brandstof nu”, zingt hij in indierocktrack S.O.S. En daarin zit ook de beste omschrijving voor Spuug van God. Het is een album waarop Willem, die op Man In Nood nog zijn de aardedonkere aanblik van ‘zijn’ bodem beschreef, weer omhoog kijkt. De instrumentatie is lichter verteerbaar, de flow opliftender, de zang vrolijker, het algeheel speelser. Het dal waaruit hij moest klimmen blijkt echter onuitwisbaar. In de titeltrack: “Wat is leven zonder hoop? Sta al vanaf mijn geboorte in de coulissen van de dood.”

Dingen die je krijgt, maar waar je nooit om hebt gevraagd

Uiteindelijk is Spuug van God een reflectie op alle dingen die Willem op zijn reis kreeg, waar hij nooit om heeft gevraagd. Die moedervlek is daar een klein voorbeeld van, maar ook zijn huidskleur en afkomst zijn maar kleine dingen in het grotere geheel. Familierelaties, transgenerationele trauma’s, eenzaamheid, hartzeer, heimwee en strijdlust zijn thema’s die in dertig minuten passeren. En überhaupt op deze aardkloot kunnen rondlopen, daar heeft niemand zelf voor gekozen. Hoe wandel je door al die thema’s heen als je zelfbeeld troebel is?

Willem op Lowlands (2019), door Nikki van Toorn. Tekst gaat door onder de foto.

Willem onderstreept zijn fluïditeit. Dat deed hij al als maker natuurlijk – van podium naar het witte doek – maar nu eens te meer binnen een project. Op Spuug van God klinken vele breakbeats, drum-n-bass-invloeden, subtiele eurohouse-loopjes, maar ook hiphopbeats waarvan je zin krijgt om te freestylen. Er is klein en akoestisch gitaargetokkel te horen, maar ook dreigender strijkersspel. Willem zingt er soepel door- en overheen; soms met een soort Frank Ocean-achtige allure, maar ook met de stevigheid van bijvoorbeeld Massive Attack.

Liever luisteren

Hij voelt en erkent hardop de noodzaak om te leren. Over zichzelf, en over de ander. Daarbij stelt hij vragen én geeft hij antwoorden. Dat is wellicht een onbedoelde educatieve noot die hij meegeeft op Spuug van God: “Of kan ik ook mezelf zijn? Ongeacht wat iemand denkt gewoon mezelf zijn? Hoef niet te passen binnen kaders. Laat me in m’n waarde. Durf los te laten, denk vrij. Het draait niet enkel om wat jij wilt / bekijk het eens door andermans bril / ik kan zoveel dingen zeggen maar ik luister liever en ik blijf stil.”

Ondanks de zeer fraaie muzikale ondergrond (door Morgan Avenue – zijn werkwijze wordt in dit stuk van 3voor12 ontleed –, Ramiks, Jheynner en Willem zelf) gaat de focus vooral uit naar zijn woorden. We willen allemaal weten hoe Willem zijn reis beleefde nadat hij uit de put klom. Op de constant evoluerende soundtrack bezingt Willem persoonlijke struggles van vroeger en nu (“Soms is die rapshit zoveel waard dat ik mezelf vergeet”), maar beseft tegelijkertijd dat hij de belichaming is van de identiteitscrisis van Nederland.

Solodebuut Man In Nood is zes jaar na dato een moderne klassieker te noemen. De muziek mag dan minder zwartgallig zijn en zelfs vurig en energiek te noemen, de mooie en introspectieve teksten zijn er nog altijd. Niet gek opkijken als Spuug van God over de tijd dezelfde status krijgt toebedeeld.

Stream het album hieronder en fix hier tickets voor de tour.

Geplaatst door bowie op 1 maart 2024