Tyler transformeert in Baudelaire voor ‘CALL ME IF YOU GET LOST’

Het is altijd weer het effect van een bom: Tyler, The Creator die een nieuw album laat vallen op de wereld. Welke muzikale kant kiest hij? Welk gedaante neemt hij aan? Welke strubbelingen bespreekt hij? Wel, op zijn nieuwste, CALL ME IF YOU GET LOST, schiet hij dwars door zijn carrière. De rauwheid van tien jaar geleden en de soul van de laatste jaren worden versmolten door een nieuw alter ego.

Tyler Okonma is eigenlijk altijd in evolutie; de macabere sound van Bastard en Goblin bewoog zich over de jaren naar een melodieuzere variant. Die begon op te bloeien met Flower Boy, en pakte volledig de schijnwerper met IGOR. Hoewel hij nog altijd leek te experimenteren, was het de meest toegankelijke muziek van de voormalig Odd Future-frontman ooit.

Maar waar die plaat vooral leunde op zijn zang- en productiewerk, bewees de reeks van rake featurings erna (op platen van onder meer Freddie Gibbs en Westside Gunn) dat de rapper in hem nooit ver weg was geweest. Op CALL ME IF YOU GET LOST neemt hij een nieuw persona aan; Tyler Baudelaire is de man op het paspoort dat de cover siert. Baudelaire is een fancy jetsetter die enkel oog heeft voor zijn eigen luxe, en zijn hoofd wegdraait voor problematiek. De nieuwste telg in de familie van aliassen van Tyler heeft het te druk met piekeren over koekkruimels in zijn Rolls Royce, om na te denken over in welke staat Amerika zich bevindt, laat staan de hele wereld.

De meeste van de nummers op het nieuwe album zijn kort, tussen de twee en drie minuten. Er zijn echter ook de twee epische muziekstukken die richting de tien minuten klokken. Tyler blijkt andermaal een inventieve producer, die een album weet te vullen met grootse blazersarrangementen, psychedelische passages en goed gechopte samples. Zelfs het gerammel van Cherry Bomb keert terug, maar dan vele malen beter uitgevoerd. De twee singles, LUMBERJACK en WUSYANAME worden ineens hoofdstukken van een verhaal. In de context van het album staat alles op de juiste plek.

Op zijn vorige platen werd zijn werk steeds complexer én mooier, met veel zang en persoonlijke inhoud. Met dit zesde album kan Tyler, The Creator het nog steeds niet laten om een doorn in het oog te zijn van iedereen die zou willen dat hij iets vertegenwoordigt anders dan zichzelf. In MANIFESTO vraagt een ‘lil white bitch’ hem naar zijn mening over de Black Lives Matter-beweging. En wie vraagt, krijgt antwoord. “I know I ain’t got the answer / But I ain’t gon’ cheerlead with y’all, just to be a dancer.”

Het album is een samensmelting van stijlen, allen even grillig afgemixt. Soulvolle fluiten, een plotseling opduikende reggaetrack én oldschool breakbeats. Ze worden bijelkaar gehouden door Tyler’s overkoepelende verhaal, maar ook door de frequent erdoorheen schreeuwende DJ Drama. Daarmee komt een langgekoesterde wens uit voor Tyler, The Creator. “I WANT A GANGSTA GRILLZ TAPE SO FUCKING BAD GOT DAMN”, tweette hij in de winter van 2010. Tien jaar later kan er een streep door het woord ’tape’; hij heeft het geüpgrade naar een album.

Tyler is in volledige rapmodus op CALL ME IF YOU GET LOST. Zijn delivery is heerlijk fel en passievol, de beats snoeihard en de gastartiesten (zoek de ‘geheime’ Frank Ocean-feature!) perfect gekozen. Er zijn flarden van r&b en soul te vinden, een spoken word-voordracht maar ook keiharde punches worden uitgedeeld. De beatwisselingen zetten de luisteraar bovendien op scherp. De onontkoombare schaduw van de slavernij onderbreekt het feest echter op MASSA, en de realiteit van zijn persoonlijke leven komt naar boven op het tien minuten durende WILSHIRE. Dat laatste is een triest verhaal over het versieren van de geliefde van een ander; haast onmogelijk, maar zó gedetailleerd dat het wel waar móet zijn. Tyler knalt, maar weet op momenten ook te raken.

CALL ME IF YOU GET LOST onderstreept wat de fans al weten: Tyler, The Creator laat zich niet vangen in hokjes en is fascinerend als altijd. De continue spanning die hij met zijn releases meebrengt -wat zal ‘ie nu toch weer gaan doen?- zorgt voor een ongekende hype, maar hij maakt het telkens waar met wat nieuws. De gelaagdheid van dit album verdient meerdere luisterbeurten, simpelweg omdat het niet in een paar keer is te pellen.

En het mooiste is; Okonma heeft zichzelf nooit definitief gevonden. Die zoektocht mag wat ons betreft ook nog best een tijdje duren. Hij gaat ‘pas’ zijn tweede decennium in, maar met zijn zesde langspeler heeft hij nog voor de zomer officieel begint al een AOTY-contender in handen. Tyler hoort dankzij zijn vlijmscherpe pen en zijn beestachtige vaardigheden achter de microfoon in het rijtje met beste hiphopartiesten, period. Don’t shoot the messenger.

Stream:

Geplaatst door bowie op 28 juni 2021