Body Count

Ok, we heten dan wel Hiphopinjesmoel, maar voor het optreden van Ice-T's metal/punk band Body Count maakten we graag een uitzondering.

Onkruid vergaat niet volgens het gezegde. Body Count valt ook onder deze categorie. Na het uitbrengen van ‘Born Dead’ werd het vijftal van het Sony label afgetrapt vanwege de inhoud van de teksten. In 1997 verscheen hun laatste plaat. Drie van de originele leden zijn door verschillende omstandigheden niet meer onder ons. En toch was daar dan ineens de comeback met het album ‘Murder 4 Hire’ en een bijpassende tournee, waarbij ook de Amsterdamse Paradiso aan wordt gedaan.

Als ik met mijn partner in crime voor de avond (fotograaf JPK) de Paradiso instap klinken het overbekende basslijntje van ‘Halftime’ van Nas in mijn oren. Een opvallende keuze, want het publiek lijkt duidelijk niet gekomen te zijn voor hiphop. T-shirts van bands als Metallica, Rise Against en Slayer omvatten de bovenlijven van de massaal toegestroomde fans, allen minimaal ver achter in de twintig. Veel tijd voor verdere indrukken heb ik niet want de groep betreedt op dat moment de stage en moet ik me door de stampvolle Paradiso naar voren wringen.

Daar staat hij dan: Ice T. En als ik zeg staat bedoel ik ook staat. De uitstraling op het podium van de ‘Original Gangster’ is fenomenaal. Ice was er niet om te rappen, maar was wel duidelijk de master of ceremony, naast een bandana had hij ook de volledige tent in zijn zak. Als Ice sprak, luisterde het publiek. Als Ice het publiek vertelde om te schreeuwen, werd er geschreeuwd. Als Ice je de opdracht gaf om los te gaan dan ging je los, je had gewoon geen keuze. Ice-T is volledig in zijn element op het podium, hij hoeft niet overdreven te doen om aandacht te trekken, hij trekt als hij stilstaat al aandacht.

Maar Ice is natuurlijk niet het enige lid van Body Count. Ook de andere bandleden connecten met het publiek. De bassist stak zijn bass het publiek in, de drummer knalde met een heerlijke drumsolo en de gitaristen deelden met liefde hun plectrums uit. Het enige andere originele lid van de formatie, gitarist Ernie C, kwam met Jimi Hendrix-achtige gitaartrucjes en een aantal geweldige gezichtsuitdrukkingen, het geheel stond als een huis. Ice had zelfs nog enkele verrassinkjes achter de hand, zijn hele gezin mocht ook even hun ding op het podium doen. Zoontje Little Ice (inmiddels 14 jaar oud) zong (verder onhoorbaar) mee met toegift ‘Hey Joe’ en Ice’s vrouw kwam in stipperkleding het podium op waarbij Ice haar borsten ontblootte en in verschillende standjes droogneukte op het podium.

Muzikaal knalde het vanaf de eerste seconde. In het begin liepen nummers vloeiend in elkaar over, rustpauzes waren er nauwelijks. Het publiek vond het niet erg, de keiharde pit voor het podium bleef maar in beweging. Vooral tijdens klassiekers als ‘Cop Killer’ en ‘KKK Bitch’ ging de hele zaal van boven tot onder volledig uit zijn/haar plaat. Aan het einde van de show sprong zelfs iemand vanaf het eerste balkon op het podium. Het repertoire besloeg alle albums, en zelfs een Slayer cover, maar miste helaas ‘Born Dead’. Jammer genoeg schoot het geluidssysteem van de Paradiso wederom tekort. Het geluid was hard, keihard. Zo hard dat de ruis op het moment van schrijven (een kleine 18 uur later) nog in mijn oren hangt. Hierdoor werd de stem van Ice tijdens de nummers helaas overstemd door zijn muzikale vrienden en was hij tijdens nummers vaak slecht verstaanbaar.

Samengevat: Body Count was van het begin tot het einde (een kleine anderhalf uur) genieten.

Fixtures:
Hoogtepunt: Alles
Dieptepunt: Geluid
Bier: klein: 2,10 groot: 4,00 wit: 2,20
Wc: gratis
Garderobe: Een eurootje
Merchandise: T-shirts, mutsen en nog meer spul
Fotograferen: Officieel de eerste 3 nummres
Geluid: Teleurstellend
Bezoekers: Uitverkocht
Damage: 27,50 voor je kaartje, plus nog een abonnement
Cijfer: 9

Geplaatst door bowie op 27 augustus 2006