Column: Gitaren negeren

Maar toch ben ik lichtelijk geobsedeerd door The Coup. En daar is toch ook echt sprake van openlijke gitaren en toetsen. Twintig jaar geleden brachten ze de plaat Kill My Landlord uit. Die leende ik bij de cd-o-theek in de buurt. Mijn favoriete nummer was Not yet free, met teksten als I got a mirror in my pocket and I practice lookin hard.
In die tijd ging ik veel om met stoere jongens die ’s nachts opstonden om hun grafittinamen met een spuitbus op verlaten treinstellen te spuiten. In mijn woordjesschrift Frans oefende ik ook een bibberige tag. In de cd van The Coup hadden dat soort jongens ook hun sporen achtergelaten. Ik zou daar ook met zwarte stift eens wat ferms in zetten. Zelfs op de achterkant van de cd, lekker in your face. En dan gewoon met een stalen gezicht die cd weer inleveren bij de balie. Ik maakte het doosje open. Er kwam ineens een geel post it-briefje tevoorschijn. “Blaffer kopen?” stond erop. “Kom dinsdagnacht naar de Burcht”. Toen was ik bang. Ik durfde ook niks meer op te schrijven.

 

Dit verhaal vertel ik twintig jaar later ook aan Boots Riley, de frontman van The Coup. Hij kijkt me wat bevreemd aan. Het is oktober 2012, ik ben op de releaseparty van hun nieuwe plaat Sorry To Bother You. Boots schrijft nu zelf maar iets met dikke zwarte pen in mijn cd, die ik netjes gekocht heb. Iets diepzinnigs ook nog: ‘Love hard, fight beautifully’.
Op Koninginnedag én 5 mei van dit jaar zag ik The Coup weer. Op 30 april in Nijmegen op het Oranjesfestival. Boots Riley heeft gelijk een boodschap: “Fuck all queens and kings!” Wordt het toch nog ongezellig. Net nu we de koningin toch wel oké vonden en de koningsmantel very pimpalicious. De toetsenist zegt later tegen me dat hij even dacht dat er een rel zou uitbreken. In Nijmegen traden ze eerder op; in een popzaal die De Onderbroek heet. Bij het nummer (We got) The Guillotine (you better run) komen wat jongens van De Onderbroek on stage met een spandoek met een anarchistenteken.
Boots flowt als een boot, om Def P. maar eens te citeren. Hij is naast rapper ook leraar en politiek activist. De rest van de band vind ik ook leuk. De bassist doet vaak een kunstje met zijn basgitaar. De toetsenist kijkt altijd treurig. Boots wordt begeleid door zangeres Silk E. Als Silk E. opkomt, worden de mannen in het publiek altijd onrustig. Silk E. heeft namelijk grote billen in een strakke broek. Om haar nek een dikke gouden ketting met een plaatje. Mijn kapster draagt ook zoiets; op haar plaatje prijkt de naam Wesley. Op Silk E’s ketting straat ‘trust no bitch’. In schreeuwende hoofdletters ook nog. Bij Magic Clap zingen en klappen we allemaal met haar mee. In het liedjeStrange Arithmetic komen de schoolvakken aan de orde:

 

Algebra is that unique occasion
In which a school can say that there should be a balanced equation
And then Statistics is the tool of the complicit
To say everybody’s with it and that you’re the only critic

 

Ik applaudisseer braaf bij een ingenieuze drumsolo. “Jij hield toch niet van rap met instrumenten?”, zegt mijn dochter kritisch.
Ik weet ook niet wat het is. Ik kijk ook graag naar voetbal, maar ik begrijp de buitenspelregel nog steeds niet. Wel zou ik de toename van het aantal tatoeages op onderarmen bij voetballers in de periode 2005-2013 in een imposante grafiek kunnen toelichten. Nu geniet ik ook van Boots’ legendarisch rare jas en van de hanenkam van de drummer. Ik ben misschien ook gewoon oppervlakkig. Of onredelijk. Maar rap met live-instrumenten, beeeeeeh. Die gitaren leiden maar af van the core business: het rappen.

Geplaatst door bowie op 15 mei 2013