Column: Bridgin’ the Crap

Afgelopen maandag werd bekendgemaakt dat de eerste editie van het hiphopfestival Bridgin’ the Gap wegens tegenvallende kaartverkoop niet doorgaat. Het evenement dat op 28 mei in Ahoy Rotterdam plaats zou vinden, werd door de organisatie aangekondigd als ’Europa’s grootste indoor hiphopfestival’.

Aanvankelijk zouden in maar liefst vier zalen in Ahoy onder meer leden van de Wu-Tang Clan, Masta Ace, Sean Price, Smif-N-Wessun, Slum Village, Dead Prez, La Melodia, Pete Philly, Fresku en Jiggy Djé optreden. De organisatie betreurt het besluit. Zo schreef Monique van Melle, een van de directeuren op de site van Bridgin’ the Gap: “Ondanks alle positieve berichten en de steun van onze (media)partners, kwam de kaartverkoop gewoonweg niet op gang. Het financiële risico werd hierdoor te groot en we moesten het besluit nemen om te annuleren.”

Hiphop In Je Smoel was vanaf het begin al sceptisch, maar wilde het evenement toch een kans geven en werd evenals Freshcotton en 538 Juize een van de mediapartners van Bridgin’ the Gap. Ook op het forum van HIJS werd vanaf het begin al terughoudend gereageerd op de grootse plannen van Bridgin’ the Gap. Vier zalen vol krijgen in een sfeerloze locatie als Ahoy met zo’n programmering en een entreeprijs van € 65,- zou onhaalbaar zijn. Onder voorbehoud schermde Bridgin’ the Gap in oktober 2010 al met grote namen, zoals Wu-Tang Clan, Rakim en Public Enemy. Uiteindelijk werd alleen Wu-Tang bevestigd, maar dan wel in een behoorlijk afgeslankte versie met slechts drie officiële leden van de oude garde (Ghostface Killah, Raekwon en U-God). Vreemd genoeg treedt Rakim de komende tijd wél op in Amsterdam, Leeuwarden en Heerlen.

Op 24 januari twitterde de organisatie van het festival nog: “De kaarten vliegen de deur uit. Zorg ervoor dat jij er ook bij bent!” Deze tweet lijkt achteraf gezien meer op een wanhoopskreet. Een laatste poging om mensen, tegen beter weten in, te doen laten geloven dat het o zo geweldig ging met die kaartverkoop. Dat er in totaal slechts 50 tickets verkocht werden, spreekt boekdelen. Want ondanks het zelfbenoemde ‘enthousiasme van de organisatoren, de grote inspanningen en de vele positieve berichten uit de hiphopwereld’, is Bridgin’ the Gap uiteindelijk ten onder gegaan aan goede bedoelingen, grootheidswaan, gebrek aan kennis, slechte promotie, beginnersfouten en bovenal amateurisme. Vier zalen in Ahoy vol hopen te krijgen met hiphopliefhebbers is in dit tijdperk van economische crisis, bezuinigingen, gratis downloads en een ‘verwend’ publiek dat zo’n beetje 9 van de 10 acts van de line-up al gezien heeft, totaal onrealistisch.

Bovendien is het zeer twijfelachtig of het culturele klimaat in Rotterdam zich überhaupt leent voor een groots opgezet hiphopfestival van het kaliber Bridgin’ the Gap. De afgelopen jaren zijn er in Rotterdam namelijk nogal wat poppodia verdwenen. Nighttown, Waterfront en WATT sneuvelden, terwijl de gemeente over nieuwe initiatieven als het Urban Culture Podium al zo lang aan het bakkeleien is, dat het bij voorbaat al gedoemd is te mislukken, mocht dat hele urban-podium er ooit komen. Kleinschaligere hiphopfestivals in Rotterdam zoals Smoelwerk en State of Mind werkten uiteraard wel, want die hebben een achterban, een goede opzet en een gevarieerde line-up die betaalbaar is. Ook groot opgezette hiphopfestivals als Planet Rock (Eindhoven), Rock the Bells (Amsterdam) en The Rhythm the Rebel (Zwolle) bleken in het verleden redelijk succesvol. Maar het feit dat de tweede editie van bijvoorbeeld The Rhythm the Rebel in plaats van 3000 man in 2007 een jaar later nog maar 2000 man trok, zegt toch wel wat over het huidige muziekklimaat, waarin het nog een hele opgave is om een geslaagd hiphopfestival van de grond te krijgen. Hiphopfestivals als Definitie Van Dopeheid (Tilburg), Hip Hop in Duketown (Den Bosch) en Boogiedown Breda bewezen de afgelopen jaren daarentegen wél hun waarde met meerdere succesvolle edities, maar ook de laatste edities van respectievelijk Definitie Van Dopeheid en Hip Hop in Duketown waren minder succesvol dan eerdere.

Volgens woordvoerder Renk Reuder van Bridgin’ the Gap was het “onverantwoord om het festival dit jaar door te laten gaan. Het concept zien we nog steeds zitten, maar we zullen goed moeten nadenken hoe het beter kan”. Dat lijkt me een understatement, want een brug willen slaan tussen generaties van hiphopliefhebbers is met voornamelijk internationale hiphopacts uit de jaren 90 en nationale acts van nu veel te makkelijk geredeneerd. Hoewel er zeker interessante namen op de programmering stonden, was de line-up toch voorspelbaar en allesbehalve vernieuwend. Bovendien zijn vrijwel alle acts elk jaar wel ergens in Nederland te zien, dus voor de exclusiviteit hoefde je ook al geen kaartje te kopen. Volgens woordvoerder Reuder zijn er uiteraard kosten gemaakt, waaronder voorschotten aan optredende artiesten, maar daarbij “gaat het niet om tonnen, want je houdt toch rekening met de risico’s bij zo’n eerste editie”. Een kleine pleister op de wond.

Nadat eerder al PMD en Das EFX als namen afvielen, werd in maart door de organisatie bekendgemaakt dat het vierde podium in Ahoy geen optie meer bleek te zijn en daardoor kwam te vervallen. Zogenaamd wegens milieuvoorschriften, maar hoe vaag kun je zijn? Het zal ongetwijfeld eerder te maken hebben gehad met een gebrek aan vertrouwen op een goede afloop. Met het wegvallen van het vierde podium gingen optredens van Slum Village, Önder & FS Green, Hef, Jiggy Djé en Cartes & Kleine Jay niet door. Het zal waarschijnlijk geen toeval zijn dat al deze acts bij boekingsbureau Missin’ Link zitten, dat de bui wellicht in een eerder stadium allang zag hangen. Sean Price en Smif-N-Wessun zitten overigens ook bij Missin’ Link, maar die bleven wel overeind in de programmering. Met het cancellen van het vierde podium kwamen vrijwel alle Nederlandse acts (op La Melodia en Pete Philly na) te vervallen zodat er van ‘een brug slaan tussen internationale en nationale acts’ al nauwelijks sprake meer was. Bovendien werd de toegangsprijs verlaagd van € 62,50 naar € 47,50, wat dan nog steeds uitkwam op € 50,- vanwege de servicekosten.

Een meer gevarieerde en verrassende line-up met enkele grote namen, een kleinere locatie (bijvoorbeeld de grote en kleine zaal van de Melkweg), een goede, ervaren organisatie met kennis van zaken én goede promotie hadden van een nieuw festival als Bridgin’ the Gap een succes kunnen maken. Helaas werd het tegendeel bewezen door naïviteit, gebrek aan realiteitszin en misplaatst opportunisme. Iets dat je bijvoorbeeld ook vaak ziet bij mensen die in hun tomeloze enthousiasme roepen dat ze een nieuw muziekblad op willen gaan starten. Oké man, veel succes! Mensen onderschatten namelijk vaak wat daar allemaal wel niet bij komt kijken. Nieuwe initiatieven om een geslaagd hiphopevenement uit de grond te stampen, zijn in Nederland van harte welkom, maar falen soms hopeloos in de uitvoering ervan. Het bruggen bouwen bleek in het geval van Bridgin’ the Gap letterlijk een brug te ver.

Roel Janssen (Rule)

Geplaatst door bowie op 29 maart 2011