Voor Mariana Hirschfeld is het maatschappelijk doel belangrijker dan de complimentjes

Komend weekend is Katendrecht het toneel van het Geen Daden Maar Woorden-festival. De Rotterdamse Schouwburg werd geruild voor plekken als Kantine Walhalla en Kopi Soesoe en net als tijdens de vorige editie is spoken word een nadrukkelijk onderdeel van de line-up. In samenwerking met Woorden Worden Zinnen zijn Guus van der Steen (Kern Koppen), Takkie, Patrick Ribeiro en Mariana Hirschfeld geprogrammeerd. Laatstgenoemde maakte al indruk met haar video in het afgelopen seizoen van HIJS Poetry en ook tijdens de finale van de vorige editie van de Spoken Awards gooide ze hoge ogen.

“Spoken word is mijn middel om verandering te brengen.”

Uw HIJS-reporter van dienst zag haar tijdens de voorronde die daaraan vooraf ging voor het eerst. Wat opviel tijdens haar voordracht was het vuur dat uit haar ogen kwam. Als ik dat haar vertel dat dit me is bijgebleven, lacht ze verlegen: “Het is mijn passie. De dingen waar ik het over heb staan óf heel dichtbij mij, óf ik vind ze heel belangrijk. Het moet eruit. Ik wil iets goeds in de wereld brengen, mensen laten nadenken over bepaalde kwesties.” Hirschfeld ziet zichzelf dan ook als idealist: “Ik wil vrede op aarde en dat soort dingen. Dat vuur komt daar vandaan. Spoken word is mijn middel om verandering te brengen. Ik schrijf niet om het schrijven, het is niet mijn doel om enkel mensen te vermaken. Al bereik ik één iemand die gaat nadenken of dingen voortaan anders gaat doen, is het optreden voor mij geslaagd.”

Mariana is net terug uit Colombia, waar ze geboren is. Haar moeder is Colombiaanse, haar vader Arubaans. “Ik ging in eerste instantie om familie te zien en vakantie te vieren, maar ik heb er ook mogen optreden in een opvanghuis. Waar ik vandaan kom, zijn grote problemen en leven veel kinderen op straat. Meisjes worden ingezet voor prostitutie, kinderen zijn op jonge leeftijd verslaafd; ze hebben de ergste scenario’s gezien. In dit opvanghuis, opgezet door iemand die zelf op straat is opgegroeid, mocht ik een stuk doen. Ik mocht met ze praten, over hun leven vooral. Er zaten heel speciale kinderen tussen die niet de middelen hebben om te doen wat ze willen doen. Zij worden daar gesteund. Een meisje, Garcia, vertelde me dat ik een voorbeeld voor haar was. Dat ze ook schrijft en vooruit wil komen. Ze was verslaafd, maar afgekickt. Een ander meisje heeft al twee kinderen terwijl ze jonger is dan ik. Ik ben bijna 21, dus dat vind ik heftig. Ook zij is net afgekickt. Ze vertelde dat ik haar motiveerde om creatiever te zijn en om alle pijn om te zetten in positieve brandstof. Alleen: het trieste is dat Garcia kort geleden is doodgeschoten. Er zijn bepaalde banden waar ze niet makkelijk vanaf kunnen komen.” Via Facebook had Mariana nog contact met haar. “Voor mij is ze een voorbeeld. Het mooie is dat die kinderen nu nog meer gemotiveerd zijn om door te gaan, om daaruit te komen. Voor mij is dat het meest kostbare, dat zet ik boven alle complimentjes.”

“In Nederland kan een zwerver vaak nog ergens terecht. Daarmee wil ik de armoede of pijn hier niet tekort doen, maar het is nóg lastiger als de overheid je niet steunt.”

Mariana is blij dat haar ouders naar Nederland zijn vertrokken: “Het is de beste beslissing die ze voor mij konden maken. Mijn vader woonde er al toen hij klein was, mijn oma woonde er ook.” Ze kan zich moeilijk voorstellen hoe het zou zijn geweest als ze in Colombia was opgegroeid. “Het is een complex probleem. Het is aan de ene kant politiek: In Nederland is de overheid er heel erg mee bezig; hier zie je geen straatkinderen bedelen. Een zwerver kan vaak nog ergens terecht. Daarmee wil ik de armoede of pijn hier niet tekort doen, maar het is nóg lastiger als de overheid je niet steunt. Anderzijds is het cultureel. Hier wordt feminisme heel erg gepusht. Dat betekent niet meteen dat het hier helemaal goed is maar in Colombia is de positie van de vrouw héél zwak. Deze meisjes worden zo snel vergeten. Garcia is doodgegaan en het maakt al niet meer uit. De enige mensen die nog aan haar denken zijn de mensen die haar kenden en van haar hielden. Verder wordt ze gewoon vergeten.”

“Het beste zou zijn om die meisjes naar Nederland te halen. Helemaal weg uit die omgeving. Al is het alleen maar om iets anders te leren kennen. Maar geld is een probleem. Ook in het opvanghuis. Kinderen kunnen daar alleen overdag terecht, tot een uur of zeven. Er is geen budget om kinderen daar te laten slapen. Het geld wat er is, wordt besteed aan workshops en cursussen. Er is geen steun vanuit de overheid. Als ze al helpen, doen ze dat niet effectief. Ze stoppen kinderen – vaak tegen hun wil – even weg, zonder psychologische hulp. Dat houdt geen stand. Zodra ze daar weggaan, gaan ze direct weer de straat op.”

“We sjouwden boodschappentassen vol boeken mee naar huis.”

Haar liefde voor het woord heeft Mariana aan haar moeder te danken. “Toen ik een jaar of twaalf was, nam ze mij altijd mee naar de bibliotheek. Ik had de jongerensectie al uitgelezen en ik ging altijd stiekem even kijken op de volwassenensectie. Mijn ma vond dat niet erg. We sjouwden boodschappentassen vol boeken mee naar huis. De meeste mocht ik zelf uitzoeken maar er zaten er ook altijd een of twee tussen waarvan zij wilde dat ik ze las. Filosofie voor kids zat er eens tussen. Daarna praatten we erover. Ik herinner me niets meer van het boek, maar wel dat ik er daarna met haar over kon discussiëren. Mijn ma is opgegroeid in moeilijke omstandigheden. Ze heeft me dingen verteld waarvan ik niet begrijp hoe ze zich staande heeft gehouden. Ze is van zo ver gekomen om het voor haar kinderen beter te maken. Ik wil haar trots maken.” Ook het schrijven heeft ze van haar moeder: “Een boek schrijven was een van haar grootste dromen. Door omstandigheden heeft ze dat nooit kunnen doen. Ik probeer haar wel te motiveren, maar het is iets wat ze zelf op het juiste moment moet doen. Ik ben nu een soort van volwassen, maar ik heb nog een zusje. En een moeder blijft een moeder toch; altijd bezig met het huis.”

In haar video voor HIJS Poetry spreekt ze over politiegeweld tegen minderheden in Westerse landen. Ze verwijst naar zaken als het overlijden van Mitch Henriquez in Den Haag of het neerschieten van Trayvon Martin in de Verenigde Staten. Minderheden worden ongelijk behandeld, stelt ze. Zelf ervaart Mariana die ongelijkheid ook: “Dat zijn dagelijks geen grote, heftige zaken maar een heleboel kleine dingen bij elkaar die me wel pijn doen. Na een optreden bij de gemeente, bijvoorbeeld, kwam er een vrouw van middelbare leeftijd naar me toe. ‘Het is niet denigrerend bedoeld,’ zei ze, ‘maar ik had niet verwacht dat iemand zoals jij zo kon schrijven of zo’n vocabulaire had.’ Als iemand zegt dat het niet denigrerend bedoeld is, dan is het denigrerend bedoeld. En ‘iemand zoals jij’, zei ze. Ik ben de discussie niet aangegaan. Dat heeft geen zin. Maar iemand zoals ik, wat betekent dat? Het kunnen veel dingen zijn. Een vrouw, een jong meisje, het feit dat ik niet Nederlands ben, ik vraag me dan af wat er gebeurd was als er iemand had gestaan die in culturele aspecten meer op die vrouw had geleken. Had ze dan hetzelfde gezegd? Ik wil er mijn mood niet door laten verpesten. Ik zag wel aan haar dat zij het ongemakkelijk vond. En blijkbaar was ze wel onder de indruk, ik heb haar bedankt.”

Toch heeft ze goede hoop voor de toekomst als het gaat om de verhoudingen tussen verschillende bevolkingsgroepen in Nederland: “Die ongelijkheid is al eeuwenoud. Ik denk dat het onder millenials al minder is maar onder ouderen ligt het moeilijker. Veel dingen zijn onbewust. Negen van de tien keer zijn ze niet opzettelijk racistisch. De meeste mensen willen niet opzettelijk iemand pijn doen, maar er is een bepaald systeem van ideeën en opvattingen dat je onbewust in je opneemt. Het enige wat je kunt doen om daar een stap in te zetten, is mensen onderwijzen. Zodra er ruimte is om te praten over de feiten, maar ook over de pijn, is mijn ervaring dat veel mensen het wel snappen. Dat de oudere generaties moeilijk van hun denkbeelden afstappen, daar kan ik niet veel aan veranderen, maar de kids van nu: daar hebben wij het meeste invloed op. Daarvoor schrijven we, daarvoor treden we op. Ik zie het als verplichting dat je, als je iets kunstzinnigs doet of op een podium staat of mensen toe kan spreken, daar iets mee doet. Niet altijd, je moet ook je eigen dingen kwijt kunnen, maar voor mij is dàt het belangrijkste.”

Tickets voor Geen Daden Maar Woorden Festival koop je via deze link.

Geplaatst door bowie op 9 oktober 2017