Hij kwam binnen met de bom die hij The Documentary had gedoopt. Aftermath, Interscope en G-Unit pompten een miljoenenbudget in die debuutplaat. Voor de één lijkt de release van dat eerste album op een major label een eeuwigheid geleden, voor de ander is dat ‘pas vijftien jaar terug’. The Game groeide in anderhalf decennium uit van one to watch tot een veelgeliefd rapper die één ding nog nooit heeft gedaan; gewisseld van stijl.
Want waar The Game na The Documentary vooral om geroemd werd, was de no nonsense West Coast-rap terugbrengen naar de spotlichten. Andere delen van Amerika hadden de hiphopogen even op hen gericht, maar met The Game mochten we in 2005 weer trots de vingers kruisen tot een ‘W’. Met zijn rauwe en ongepolijste stemgeluid bracht hij achteloze gangsterpraatjes over zijn buurt Compton en fijne hiphop-flashbacks, geserveerd met disses en afgetopt met eindeloze name drops. Tel daarbij op de uitmuntende Dr. Dre-beats -wie herinnert zich niet de dikke bounce van Westside Story of het uitmuntende club anthem How We Do– en muzikale hoogstandjes van collega’s als Timbaland, Just Blaze en Kanye West. Alsof dat nog niet genoeg was, schijnt 50 Cent zich behoorlijk met de refreinen hebben bemoeid, wat tussen 2003 en 2007 een hitgarantie van 99,9% bleek. Ja, The Documentary was een paar niveautjes hoger dan de mixtape-cultuur van Los Angeles waar hij tot dan toe, met onder meer J.T. The Bigga Figga, in bewoog.
Na gesteggel met G-Unit en het opbloeien van zijn eigen movement Black Wallstreet brak hij met Aftermath. Er werd door sommigen gesteld dat het klaar was met zijn carrière, maar The Game bewees het tegendeel. Met opvolger Doctor’s Advocate dat hij het ook zonder Dr. Dre kon. Onder de vlag van Geffen Records haalde hij -buiten de Aftermath-stal- veelal dezelfde vrienden tevoorschijn op het album waarvan iedereen dacht dat hij ermee door de mand zou vallen. Busta Rhymes en zangers Dion en Nate Dogg doen weer mee en ook achter de knoppen verandert het personeel niet heel drastisch. Met Kanye, Swizz Beatz, Hi-Tek, Scott Storch en Just Blaze die nogmaals beats inspelen is het gemis van Dre niet heel groot. Of komt dat doordat diens invloed in heel veel van de beats op Doctor’s Advocate te horen is? Hoe dan ook, The Game leverde een zeer fijne follow-up van zijn ultieme klassieker af.
Ook live bleek The Game uiterst vermakelijk te zijn. Zijn hese raps, gevuld met gepoch over auto’s en het gang-leven, komen op een podium nog wat rauwer over, door het grommerige geluid en de energie die The Game en zijn posse altijd met zich meenemen. Bij een show van hem gebeuren altijd dingen die niet van tevoren besproken zijn of opgetekend zijn in de setlist. Zo performde hij tijdens zijn eerste soloshow ooit in Nederland 300 Bars And Runnin’, een klassieke disstrack in de richting van G-Unit die bijna een kwartier klokt.
In de Melkweg liet hij eens een jongen op het podium komen die eruit zag als een ‘blood’. Oversized en baggy kleding, een bandana om zijn hoofd geknoopt en een andere bandana hangend uit de achterzak van zijn broek. De jongen deed mee aan wat toentertijd een vast segment was in een optreden van The Game; de drinking challenge. Zowel de bezoeker als The Game zetten een fles sterke drank aan de lip, om ‘m vervolgens in één teug leeg te drinken. Deze jongen in kwestie rookte er ook nog wat Amsterdamse plantjes bij en zwalkte tot groot vermaak van het publiek over het podium. Het mooiste van alles; diezelfde jongen werd later nog door verschillende bezoekers helemaal van de kaart gespot bij een fastfoodketen.
Een paar shows later in de Melkweg verscheen er praktisch uit het niets een kleine jongen op het podium die de back-up-rapper van The Game werd. Tot groot genoegen van het publiek maakte hij elke zin van zijn held goed af en werd niet The Game, maar híj de held van de avond. Zeker toen hij de eerste bars van The Game’s toen populaire single Let’s Ride afmaakte: “Where the bitches at?”, schreeuwde het kind door een stampvolle Melkweg. “Ho, ho”, maande The Game hem tot rust. “Ik zie ze in 2028, ze wachten op je!” De rest van de avond bleef het mannetje op het podium chillen met zijn nieuwe vrienden van The Black Wallstreet-beweging en werd hij gekroond tot mascotte.
Dat The Game en Dr. Dre nooit écht op verkeerde voet met elkaar hebben gestaan, bewijzen ze als ze samen op het podium staan tijdens de viering van het tienjarig jubileum van zijn major label-debuut. In Los Angeles komt ‘de dokter’ on stage om zijn protegé een hart onder de riem te steken. Later dat jaar verschijnt The Game zelfs, als enige met een solotrack, op het langverwachte comeback-album van Dre, dat niet de naam Detox droeg, maar Compton als titel opgeplakt kreeg. Daar stond hij weer, tussen zijn muzikale helden van eerdere generaties. Het toont aan dat zowel Dr. Dre als The Game loyaal zijn aan elkaar.
Ook op de albums van The Game begon Dre weer op te duiken. Eerst enkel als presentator in de skits, maar later ook weer achter de boards. Zo rapte The Game de titeltrack van zijn album The Documentary 2 op een samenwerking tussen Dr. Dre en DJ Premier, de eerste en tot nog toe enige na Animals op Compton. En waar de eerste meer leunde richting Dr. Dre’s signatuurgeluid, klinkt The Documentary 2 als iets uit de koker van Preemo waar ook AZ, Nas of Pharoahe Monch prima mee uit de voeten hadden gekunnen. Bovendien bewees The Game andermaal een brug te kunnen slaan met de albums eromheen; The Documentary 2 en The Documentary 2.5, twee platen die een week na elkaar verschenen, vormden zijn beste werk in jaren. Hij werkte erop samen met veteranen als Busta Rhymes, DJ Quik en Nas, maar ook met nieuwere hiphopfiguren als Anderson .Paak, ScHoolboy Q en Future. De melancholische feel van The Documentary 2.5, de autobiografische verhalen en het historische kader dat The Game schetst tussen de bloods en de crips maken het wellicht zijn beste album ooit.
Eind 2019 verscheen dan eindelijk Born 2 Rap, het album dat The Game al ruim twee jaar aan het teasen was via hashtags. Het is naar eigen zeggen zijn ‘final album’. Een laatste kunststukje dus, en wat voor één. Elf dagen vóór de release legde hij nog uit waarom er maar liefst 24 tracks op te vinden zouden zijn. “Die 24 staat voor Kobe Bryant. Hij is niet alleen mijn favoriete basketballer aller tijden, maar ook een vriend, dus ik vond het hoog tijd om de goat te eren.” Die woorden smaken een paar maanden later wellicht bitterzoet, maar ze zijn prachtig. The Game wilde een legende eren toen hij nog in leven was in plaats van wachten met mooie woorden tot na iemands dood.
“Ik heb een geweldige run gehad, vijftien jaar lang”, vertelt hij in een interview met Variety. “Dit is echt mijn laatste album. Zie het als een finale. Ik ben nu veertig jaar oud. Dat zie niet aan me af, maar het is echt zo. Ik ben klaar met het solo rappen als artiest. Ik wil een label beginnen, jonge honden de kans geven om te shinen. Ik wil alles overzien, want ik heb zóveel kennis over deze industrie. En waarom zou ik mijn legacy opfokken? […] Dit album is het beste sinds Kendrick Lamar’s DAMN. en J. Cole’s K.O.D. Dat is hoe ik erover denk, als het gaat om die rauwe rapshit. Mócht ik ooit nog een album maken en het blijkt niet beter te zijn dan Born 2 Rap, dan kom ik niet terug.”
Mocht het nou niet komen tot een terugkeer in de studio, is het maar te hopen dat The Game gewoon blijft optreden, want een show van hem dient iedereen af te kunnen vinken. Rap zoals rap bedoeld is; rauw, hard en plezierig, met de nodige terugblikken op het verleden en niet vergetend beat wise af en toe een klein trendje mee te pikken.
Die rauwe rapshit kun je dinsdag 18 februari live zien in Hedon, als The Game er optreedt. Tickets voor de show in Zwolle kun je kopen via deze link. Ook zijn geliefde Amsterdam slaat hij niet over, daar speelt hij op Valentijnsdag. Speciaal voor dit artikel hebben we 25 sleuteltracks uit de carrière van The Game verzameld in deze Spotify-playlist!