Sevn Alias is de Eredivisie van de Nederlandse rap ontgroeid

Maar liefst vijftien projecten bracht Sevn Alias in de afgelopen vijf jaar uit. Platen waarop hij talloze muzikale én taalkundige invloeden vermengde tot een bedwelmende cocktail, terwijl de trap en het voetbalveld om voorrang strijden als onderwerpen. Met Bogey 4 The Win bracht hij onlangs zijn eerste independent album uit, maar nu kiest de 1OAK-frontman voor een nog grotere stap: een transfer naar het buitenland. Zijn track met Headie One, Stormzy en AJ Tracey moet het startschot worden van een Engelstalige carrière. Sevn: “Ik heb een uitdaging nodig, en ik denk dat dit de juiste is.”

Het is nogal een understatement om te zeggen dat 2020 niet gelopen is zoals de meeste mensen het gepland hadden. Dat geldt ook voor Sevn Alias, die in plaats van drie maanden in de UK, door de uitbraak van het coronavirus ineens thuis op zichzelf teruggeworpen was. “Ik vind de situatie natuurlijk niet fijn, dat mensen ziek worden. Maar voor mij is dit op een goed moment gekomen. Ik was uitgeput”, zegt de man geboren als Sevaio Mook ontspannen terwijl hij een salade eet.

Met de extreme werklust in het achterhoofd waarmee hij in de afgelopen vijf jaar maar liefst vijftien projecten uitbracht, is het niet vreemd dat hij opgebrand dreigde te raken. “Op het moment dat ik naar de stage loop gaat de knop sowieso om, maar ik had de laatste tijd niet echt dat ik onderweg naar een optreden dat gevoel had van ‘Oké! Showtime!’” geeft hij toe. “Nu kan ik zaterdag een voetbalwedstrijd kijken als ik daar zin in heb. Als ik nu shows zou kunnen doen, is de energie weer daar.”

Bovendien was het de bedoeling helemaal niet dat hij nu in Nederland zou zijn, laat staan aan huis gekluisterd. Sevn had dit jaar drie maanden lang in Engeland moeten zitten. “De vibe proeven, daar studio sessies doen, clips schieten. Kijken hoe het uitpakt. Er zijn veel connecties die ik heb gelegd die goed lopen daar, maar ik wil niet te vroeg juichen”, meldt hij met enige bescheidenheid. Misschien is het een spoortje van de Nederlandse neiging de kop niet boven het maaiveld uit te steken, maar voor wie zijn discografie kent, kan het onmogelijk als een vreemde stap klinken. Die verraadde immers altijd al een fascinatie voor Engelse sounds.

“Ik zou eigenlijk naar Engeland gaan, na Twenty Four Sevn Vol. 4. Toen kwam dat hele corona gebeuren”, zegt hij op een manier die de Britten zouden omschrijven als ‘matter-of-factly’. “Maar ik zat al op een punt dat ik niet zo goed meer wist wat voor muziek ik in Nederland moest maken. Ik heb heel veel al geprobeerd. Ik kan wel zeggen dat ik alles waar ik me comfortabel bij voel, al heb geprobeerd.”

Het oeuvre dat hij opgebouwd heeft, begint inderdaad bij keiharde straatrap over donkere trapbeats, herintroduceerde grime bij een nieuwe generatie van het Nederlands publiek, verwerkte invloeden uit 2step, dancehall en afrobeats, en kent met Sirius zelfs een album vol dansbare, poppy tunes. “Mensen vergeten dat voor mij allemaal heel snel is gegaan. Ik heb in mijn eerste jaar bijna overal gestaan, en als ik iets niet gedaan heb in mijn tweede jaar wel. Muziek heb ik meer gemaakt dan wie dan ook. Wat ga je doen? Weer een EP of een album droppen? Ik heb een uitdaging nodig, en ik denk dat dit de juiste is.”

SEVN ALIAS | Foto: Martika Avalon
Foto: Martika Avalon

Met de remix van Headie One’s ‘Ain’t It Different’, waarop hij als feature te horen is naast de gastheer, Stormzy en AJ Tracey, lanceert hij zich richting het Britse publiek. Toch volgt deze track slechts enkele weken op de release van een gloednieuw Nederlands album: Bogey 4 The Win. Het was de samenwerking met producer p.APE die ervoor zorgde dat dit slotstuk überhaupt tot stand kwam. “Toen ik met hem zat heeft me dat nieuwe energie gegeven. Ik kwam de eerste dag meteen met twee of drie tracks de studio uit, en had het idee dat ik dat moest vasthouden. Toen hebben we meteen twee weken sessies gepland. Ik ging volop door, twee weken lang, elke dag sessies. Daar is tachtig procent van het album uitgekomen.”

“Ik ben altijd een nogal gesloten persoon geweest. Maar met de tijd leer je praten over bepaalde dingen, en dan wordt het ook makkelijker dat in je muziek te verwerken.”

Bogey 4 The Win is niet alleen een geslaagde finale voor dit hoofdstuk van zijn carrière, het is ook zijn meest persoonlijke album tot nu toe. Op de eerste helft horen we Sevn nog rappen over hosselen, straatgeweld en het wegdrukken van telefoongesprekken met zijn ‘dingetje uit zuid’, op de tweede spreekt hij zich uit over het wegdrukken van emoties, zijn trust issues, en de pijn van stukgelopen relaties. Onderwerpen waarin hij zich een stuk kwetsbaarder opstelt dan zijn publiek gewend is. Juist door die twee tegenover elkaar te zetten, ontstaat er een beeld met meerdere facetten. “Ik denk dat veel artiesten het moeilijk vinden om over dingen die tegenovergesteld zijn, op één plaat te vertellen. Dan lijkt het alsof je jezelf tegenspreekt”, aldus Sevn. “Maar we zijn allemaal mensen. Als jij vandaag je goed voelt, kan er later iets gebeuren waardoor je je slecht voelt. Die gevoelens heb je dan toch ook op één dag?”

De openheid op zijn nieuwe plaat heeft ook te maken met volwassen worden, denkt hij zelf. “Het is wel iets waar ik naartoe heb moeten werken; ik ben altijd een nogal gesloten persoon geweest—nog steeds wel. Maar met de tijd leer je praten over bepaalde dingen, en dan wordt het ook makkelijker dat in je muziek te verwerken.” Daarnaast is het de rust van de lockdown geweest, die eraan bijdroeg. “Je wordt geconfronteerd met jezelf, bent veel thuis en kan weinig doen. Vooral als je alleen woont, ga je over dingen nadenken. Het is vooral een periode geweest van zelfreflectie en nadenken over de stappen die je wilt maken.”

Het past bij zijn kalme voorkomen. Sevn Alias spreekt ingetogen en met een natuurlijke vorm van autoriteit, als iemand die niet hoeft te schreeuwen om gehoord te worden. Iemand die ouder overkomt ook, dan dan de 24 jaar die hij daadwerkelijk telt. De oorzaak daarvan, ligt wellicht deels in hoe hij opgroeide. “Mijn vader is er wel altijd geweest, maar hij woonde niet bij ons”, vertelt hij. “En ik was enigst kind. Mijn moeder had twee banen; die werkte vanaf de ochtend en was ’s avonds rond 7, 8 uur thuis. Ik zat de hele dag thuis, bro. Ik moest zorgen voor mezelf; zelf naar school gaan; zelf eten tussen de middag. Dat heeft een grote rol gespeeld in hoe ik mezelf heb gevormd. Van mezelf ben ik ook rustig; ik houd niet van teveel mensen en drukte om me heen. Ik houd van thuis zijn, chillen.”

“Ik had het gevoel dat het niet uitmaakte wat ik uitbracht, er zijn altijd mensen die gaan klagen.”

Daar kwam hij stukken minder aan toe in de tijd dat hij doorbrak met straat anthems als ‘Ma3lish’ en ‘Kifesh.’ “Aan het begin dacht ik er niet echt over na; ik wilde gewoon snel albums opnemen. Al die Twenty Four Sevn dingen, dat was opnemen, opnemen, opnemen. Oké, we hebben nu twaalf tracks? Eruit! Deel twee heb ik in een week gemaakt. Slapen in de studio en elke dag opnemen.” Voor zijn laatste twee platen nam hij veel meer rust, en ging hij terug naar zichzelf. “Ik ben nooit zo gefocust geweest in de tijd voor Twenty Four Sevn Vol. 4, als ik nu ben. Ik denk dat ik daardoor wel het idee heb dat ik nu mijn beste werk heb gedropt.”

Zijn veelheid aan stijlen, maakte eerder dat de verwachtingen omtrent zijn werk steeds zwaarder op zijn schouders duwden. “Na een tijd had ik zoveel verschillende soorten fans; de één wil trap horen, de ander afrobeats, die wil me horen zingen, die wil weer iets anders horen doen. Ik had het gevoel dat het niet uitmaakte wat ik uitbracht, er zijn altijd mensen die gaan klagen. Als ik rap uitbreng zijn er mensen die zeggen ‘waarom rap je zoveel? Ga zingen!’ Als ik zing is het andersom. Daar heb ik een balans in moeten vinden.”

“Het is niet iets waar je in het creatieve proces mee bezig bent. Het is meer iets waar je over nadenkt als je thuis zit en er met mensen over praat”, legt hij uit. “Ik heb niet het gevoel dat ik moeite moet doen om mensen me te laten begrijpen, maar dat het wel tijd kost. Als een artiest die ik hard vind heel andere muziek gaat maken dan ik van hem gewend ben, gaat er tijd overheen voordat hij die nieuwe sound mastert, én voordat ik dat tof vind. Dus ik kan me goed voorstellen dat niet iedereen het tof vindt wanneer ik iets nieuws doe.”

“Ik denk juist dat het vasthouden aan mijn eigen sound me kan onderscheiden in Engeland”

Het leidt allemaal tot het allernieuwste waar hij naartoe werkt: zijn stap naar een Engelstalig oeuvre. “Ik vind Engels sowieso een hele interessante taal. Alles klinkt veel serieuzer op het moment dat je Engels praat”, vindt hij. “Vandaar komt ook mijn interesse voor Engelse muziek. Ik probeer niet Engels te rappen in Nederland. Ik wil het dáár doen, weten wat de mensen dáár ervan vinden. Dat mensen niet denken ‘deze Nederlandse guy probeert Engels te rappen.’ Het moet als een bom komen. Daar is ie: volledig Engels.”

Toch is het niet zo dat de oude Sevn Alias daarmee plotsklaps verdwenen is. De ambitieuze rapper vertaalde eerder Engelse invloeden naar Nederlandse muziek, maar wil dat nu omdraaien. “Ik denk juist dat het vasthouden aan mijn eigen sound me kan onderscheiden in Engeland”, zegt hij over het plan waar hij stilletjes al jaren aan slijpt. Zo’n vier jaar geleden nam hij zelfs al tracks in het Engels op. “Als ik die dingen hoor, kan ik niet meer naar mezelf luisteren”, zegt hij onomfloerst. “Dat geeft ook direct aan hoe serieus ik het neem. Ik had toen ook al dingen kunnen uitbrengen, maar ik was nog niet daar. Nu is de tijd.”

Geplaatst door Jaap van der Doelen op 15 oktober 2020