Scatch: een nieuwe turntable tool

Turntablisten gebruiken draaitafels als muziekinstrumenten en ze maken steeds vaker onderdeel uit van een band. De kracht van het instrument zit in de flexibiliteit van de geluidsbron in combinatie met de scratch: het manipuleren van geluid door het timbre, de snelheid en de lengte van samples te variëren. Doordat de geluidsbron echter vast ligt is het lastig om als turntablist mee te gaan in accoordenwiselingen die door de overige muzikanten worden gemaakt. Hierdoor blijft de onderlinge interactie tussen de turntablist en de overige muzikanten beperkt. Tevens is het voor de turntablist lastig om melodieën te creëren met dezelfde tonale vrijheden als bij een regulier instrument. Indien medemuzikanten als bronmateriaal kunnen worden gebruikt zullen er een hoop nieuwe mogelijkheden ontstaan op het gebied van muzikale wisselwerking.
De hieruit voortvloeiende doelstelling van de Scatch is dat er een oplossing gerealiseerd zal moeten worden waarmee een turntablist in staat zal zijn om real-time bronmateriaal beschikbaar te maken voor scratching, looping en het spelen van toonladders.

Er zijn twee verschillende doelgroepen van elkaar te onderscheiden voor wie de Scatch ontwikkeld zal kunnen worden. Ten eerste is er een groep turntablisten die op zoek is naar uitbreidingsmogelijkheden om de draaitafel als instrument te gebruiken. Ten tweede is er een grote groep jongeren die onder de noemer “Urban” kunnen worden geclassificeerd. Deze groep is groeiende en heeft grote belangstelling voor de disciplines uit de hiphop-cultuur; deze beginnende turntablisten vormen een nieuwe DJ generatie.

Voor turntablisten is het belangrijk dat ze exact datgene kunnen bewerkstelligen wat gewenst is en dat bewerkingen te reproduceren zijn. Bekwaamheden zijn noodzakelijk en worden geshowd. Voor de nieuwe generatie geldt dat de lat een stuk lager ligt; resultaten dienen snel realiseerbaar te zijn.
De eerste draaitafel, de Fonograaf, stamt uit 1877; de eerste stereo LP’s kwamen op de markt in 1956 en in 1975 werd de scratch per toeval ontdekt. Toen de scratch in 1983 werd gebruikt in Herby Hancock’s “Rockit” kwam de evolutie van het instrument in een stroomversnelling terecht. Het instrument is inmiddels nog steeds jong en hip; uit marktonderzoek is gebleken dat bedrijven als Numark, Vestax en Technics elkaar proberen te overtroeven met vernieuwingen die in elkaars verlengde liggen; de markt is in beweging. De laatste vernieuwingen op dit gebied zijn scratchbare CD-spelers in de vorm van draaitafels en verbeterde tijdcode systemen als Finalscratch 2 die het mogelijk maken om audio vanaf een computer te scratchen met de draaitafels. Tevens worden steeds meer mengpanelen uitgerust met sample-mogelijkheden en effecten. Langzaamaan worden computers op podia geaccepteerd als muzikale hulpmiddelen. De computerinterface strookt echter niet met het expressionele karakter van een live-instrument.

De oplossing is gezocht in een hardware-matige sampler welke compatibel moet zijn met een willekeurige DJ set-up en dat hieraan kan worden toegevoegd. De sampler dient te worden geplaatst op een positie zodat het een verlengstuk van het mengpaneel wordt. Tevens schuilt er een mogelijkheid in het gebruik van het voetenwerk doordat de handen beiden gebruikt kunnen worden om te scratchen: de plaathand en de faderhand. Een losse sensor kan worden geplaatst op een draaitafel zodat de beweging kan worden opgemeten en vertaald kan worden naar een audiosignaal. In eerste instantie zal het product worden ontwikkeld voor één draaitafel en worden bediend met een sampler.

De evolutie van het Scatch prototype gedurende het afstudeerproject is grotendeels verlopen middels modelbouw. Het uiteindelijke prototype is bereikt na een zevental proefmodellen te hebben ontwikkeld en deze te evalueren. In MAX/MSP is software ontwikkeld waarmee de functionaliteiten van sampler konden worden gerealiseerd. De softwaresampler wordt aangestuurd middels een USB controller waarmee het hardwarematige karakter van het product kan worden gerealiseerd. De afspeelsnelheid van de opgenomen samples is gebasseerd op metingen van een sensor.
De sensor heeft als functie de scratchbewegingen om te zetten naar een code die te lezen is in MAX/MSP. De meting gebeurt middels een optische sensor die in staat is de positie van een codewiel te detecteren met een nauwkeurigheid van 2000 stapjes per rotatie (mpr). Deze methode is stapsgewijs verbeterd via een graycode (100 mpr) en een ABC code (100-200 mpr).
Een tussentijds concept is door een aantal proefpersonen getest wat heeft geresulteerd in een aantal aanpassingen in de gebruiksstructuur van de sampler: De gebruiksrichting is hierna van links naar rechts georiënteerd, knoppen zijn geïntegreerd met leds voor feedback, en het het aantal knoppen en prikkels is geminimaliseerd.

Het uiteindelijke prototype van de Scatch bestaat uit een sampler waarmee het brongeluid bestaat uit een mix van twee signalen, afkomstig uit vier verschillende ingangssignalen. De verschillende samples zijn onafhankelijk van elkaar te triggeren en te loopen. De sample wordt gevisualiseerd middels een cue-punt op de sensor, zoals een sticker op een plaat. De verschillende samples zijn achter elkaar weg te schrijven naar één bouncetrack zodat er als het ware een live sampleplaat gemaakt kan worden, en alle samples opnieuw teruggehaald kunnen worden. Middels voetpedalen kan een sample worden getriggerd en een loop worden gedefinieerd. Een geïntegreerde clocktave functie verspreidt een 12-delige toonladder over een aantal in te stellen rotaties. De rootnote bestaat uit een geselecteerde sample, op deze manier zijn er melodieën te maken met dit specifieke geluid als basis.

Het prototype is middels een gebruiksonderzoek getest door een negental gebruikers. De proefpersonen waren allen erg enthousiast over de functionele essentie van de Scatch en de uitvoering ervan. Het gebruik van het apparaat had nauwelijks extra uitleg nodig; de gebruikers konden intuïtief te werk gaan. Het werken met leds om feedback te genereren werd erg positief beoordeeld. Naast de kinderziektes die het prototype nog in zich had waren de proefpersonen in staat om het apparaat expressief te gebruiken en waren ze in staat een eigen gebruikersstijl op te leggen. De verbeterpunten die het gebruiksonderzoek heeft opgeleverd zijn grotendeels van praktische aard: gevoeligere knoppen, minder vertraging en een betere afspeelkwaliteit. Daarnaast bleek de sensor bij een aantal mensen in de weg te zitten en diende het apparaat stabieler te worden bevestigd.

Meer info

Deze scriptie is in zijn geheel op te vragen via: info@hiphopinjesmoel.nl