Onvoorwaardelijk toegewijd aan muziek. Met die vier woorden is Ronnie Flex te omschrijven. Maar voor hoelang nog? Op SDL 0.5 geeft hij een antwoord, in een outro die hij helemaal in zijn eentje opnam – de rest van het personeel kwam er pas bij de mix en master achter. “Toen ik dit maakte was ik in een staat van doen dat ik klaar was met muziek maken en er basically mee wilde stoppen. Dat wil ik nog steeds, maar met een opgeheven hoofd. SDL 2 komt eraan, daarna ga ik nog één album doen en daarna houd ik het gewoon voor gezien, man.”
In de afgelopen vijftien jaar groeide Ronell Plasschaert uit tot een van de meest succesvolle artiesten van het land, maar de schijnwerpers deden hem lang niet altijd goed. Een bewogen leven als Sneuvie De Legende begon onder de vleugels van Mr. Polska en Boaz v/d Beatz – waarin drank en drugs (hij rapte het zelf op New Wave) aan de orde van de dag waren. Inmiddels is hij anderhalf jaar geleden gestopt met het roken van wiet. Niet gek dat hij helderder, rustiger en vrijer klinkt dan ooit op zijn nieuwe album.
SDL 0.5 – die 0.5 staat wellicht voor dat dit nog maar de helft is van een tweeluik, dus – sluit aan in een bijzondere reeks albums die door velen worden bestempeld als onbetwiste klassiekers. Op debuutalbum De Nacht Is Nog Jong Net Als Wij Voor Altijd zingt hij over sneuvelen en over meisjes, als ongekroonde koning van de hook. Associatief, fantasierijk en daardoor behoorlijk spitsvondig kwam hij met prachtzinnen: “Ik sta achter je heupen, niet achter je keuzes” is een van de vele voorbeelden, uit Regen In De Tuin.
RÉMI onderstreepte het ‘alleen op de wereld’-verhaal, over een introverte jongeman in een grote, boos ogende muziekindustrie. Alleen, mede doordat hij middenin zijn succes koos voor zichzelf in plaats van de liefde. Uit de introtrack daarvan: “Ja ik krijg spijt van m’n keuze. Het is het beste om te doen voor jou en mij. Als je me nodig hebt, bel en ik ben er altijd. Kan niet stoppen met houden van je.”
View this post on Instagram
Alsof zijn liefdesleven nog niet genoeg onder een vergrootglas lag, bezong hij het meermaals. Aan de ene kant is er Ronnie de charmeur, aan de andere kant valt pure onzekerheid te horen. Dat geldt niet voor zijn rapvaardigheid en veelzijdigheid: introtrack Flemming is een voorbeeld van beide. Golvende zangharmoniëen en een engelachtige pianomelodie maken al gauw plaats voor snoeiharde drill. Van “Als ik loop richting de zon, weet ik dat het wel goedkomt” naar “Ik ben vertraagd door die lean en die Xanny”, en dat real quick. Dat S10 en Limburgs talent ILLIE over een Arabische vocalsample precies hun eigen ding mogen doen getuigt van zijn brede smaak en oneindige stroom aan ideeën.
En eigenlijk blijft die tweedeling tussen de liefde en de pocherige rapshit hele plaat lang hoorbaar. “En ik kies nooit de juiste woorden / reed voor jou maar ik ontspoorde”, klinkt in Nerveus op een hartslag, met vlak daarna een conversatie waarin een vrouw hem vertelt voor zichzelf te willen kiezen in plaats van voor een relatie met hem.
Als die connectie niet zo sterk is als gehoopt, zoek je het in het artiestenleven, right? Maar ook daarin liep niet altijd alles op rolletjes, zo leerden we bijvoorbeeld door zijn in de media en op disstracks uitgevochten vete met zijn voormalige label Top Notch. Hij blikt erop terug in Fik Erin, een van de fijnste raptracks op het album, wanneer hij over een euforische beat schaatst. “Tekende m’n eerste deal, ik was nog in ontwikkeling / nu eten mannen kreeft van m’n werk, zeg ze ‘stik erin!’”
Maar hij zoekt vooral naar een rustiger bestaan, is een track later te horen in zijn conversatie met Dylisa. “Elke keer als ik bij je ben, gaat m’n telefoon op slot”, zingt hij in Doelwit. Ondertussen klinkt er een parade aan producties van wereldklasse. Jordan Wayne bewijst zich na platen met onder meer Kevin en Yade Lauren als een van de meest veelzijdige producenten van Nederland. Throwback r&b vermengd met trap, een terugblik naar Rocko’s smasher U.O.E.N.O., zomerse pop, een kruising tussen Kendrick’s peek-a-boo en tv off, slicke disco meets rock en toonzettende soundscapes; hij kán het allemaal en dóet het allemaal en ook nogeens op een torenhoog niveau.
De hele eerste helft van zijn leven heeft Ronnie Flex toegewijd aan zijn artiestenbestaan. Het leverde hem zwakke longen, wallen en stress op, horen we in afsluiter Rapshit. Hij droomt hardop van een tweede helft die hij onbezorgd kan spenderen met zijn kroost. Ronnie mag dan minder ongeremd zijn en op zoek naar rust, maar fans hoeven niet te denken dat ‘ie al aan het afbouwen is. Want zoals de ideeën vloeien, de reeks hits in de finale van de plaat verraadt en hij halverwege het album sneert: “Ze vragen om de prime Ronnie Flex? Ik zit er middenin!”