Vertel Dodici niet wat te doen: “Dit is kunst, geen wiskunde”

Edoardo ‘Dodici’ Trionfera is nog maar pas terug van zijn trip naar Bonaire, maar de herinneringen aan zijn ervaringen daar zullen hem nog lang bijblijven. Zijn levendige, cartooneske lijnen en vrolijke illustraties hebben bovendien hun stempel ook op het eiland gedrukt. Die zijn te vinden in de muurschilderingen die hij er maakte als onderdeel van een cultureel uitwisselingsprogramma. Dodici: “Aan het begin werd ik er nerveus van, maar uiteindelijk kon ik echt waarderen wat ik op het eiland heb achtergelaten.”

Dodici chill

“Het is niet makkelijk om je land, je familie en de plek waar je geboren bent achter te laten. Maar als je een droom hebt, zul je zien dat er een soort compromis te vinden is. Om in het buitenland te leven en terug te gaan naar je familie wanneer je wilt”, zegt Edoardo ‘Dodici’ Trionfera. “Mensen plaatsen het als een obstakel voor zich voor ze het proberen, maar het is echt niet onmogelijk.” De in Rotterdam wonende kunstenaar kan het weten, want het is precies wat hij deed toen hij jaren geleden zijn geboortestad Rome verruilde voor de havenstad.

Het maakte Trionfera de perfecte kandidaat om aanstormende kunstenaars op Bonaire te inspireren. Om zo’n culturele kruisbestuiving op gang te krijgen sloeg lokale kunststichting Fundashon Plataforma Kultural opnieuw de handen ineen met het Rewriters010-team voor het project Street Colors Bonaire. Vervolgens werd Trionfera gevraagd of hij een maand naar het Antilliaanse eiland wilde gaan.

“Je moet kinderen niet vertellen wat te doen. Je kan tips geven, maar ze hebben de vrijheid nodig om tot hun eigen ontwerp te komen. We hebben het over kunst hier, geen wiskunde.”

Eerlijk gezegd had ik geen idee wat te verwachten”, zegt hij. “Daniel [Claessens, artistiek leider van Rewriters010] legde uit dat het doel was om een artiest uit Europa naar Bonaire te brengen die zijn eigen inbreng aan het project toe zou voegen. Hij gaf me dus geen suggesties, want het was aan mij om de workshops op te zetten. Ik zou gaan proberen de jeugd daar te leren—nou ja, niet precies te leren, want ze waren al best goed, maar vooral om hen te motiveren in hun kunst te geloven. Om hun vragen te beantwoorden, zichzelf als kunstenaar te laten pushen en te helpen hun talent verder te ontwikkelen.”
Het belangrijkste was het in zijn ogen om zijn leerlingen hun eigen creatieve stem te laten vinden. “Je moet kinderen niet vertellen wat te doen. Je kan tips geven, maar ze hebben de vrijheid nodig om tot hun eigen ontwerp te komen. We hebben het hier over kunst, geen wiskunde.”

Dodici social distance

Dodici vond zijn eigen stem pas nadat hij verhuisde naar Rotterdam, al is deze sterk gevormd door zijn eerdere leven in Italië. Als jonge jongen in Rome was het zijn grootste wens om voor AS Roma te voetballen. “Mijn droom was om met Francesco Totti te spelen”, zegt hij lachend. Uiteindelijk maakten zijn voetbaldromen plaats voor een ander toekomstbeeld. “Ik had altijd al een passie voor tekenen op school. Ik tekende op mijn boek, op boeken van mijn vrienden. Toen ik stopte met voetballen, besloot ik door te gaan met wat ik leuk vond. Ik hield niet van studeren, maar tekenen voelde goed. Waarom niet proberen dat verder te ontwikkelen om te kijken waar het me zou leiden?”

“Mensen waarderen kunst in Italië, maar als je weinig geld hebt is kunst niet het eerste dat je koopt.”

Hij koos ‘Dodici’ als artiestennaam, dezelfde bijnaam die zijn grootmoeder hem gaf. “Ze houdt ervan met woorden te spelen en was de enige die me zo noemde, altijd. Ze noemt me nog steeds zo! Het betekent ‘twaalf’ in het Italiaans, maar de naam heeft niks met het getal te maken. In Italië hebben de meeste kinderen bijnamen. Mensen korten Edoardo in tot ‘Dodo’ en daar maakte zij weer een verkleinwoord van, net als dat kleiner bier een biertje is in het Nederlands. Ze was erg blij toen ik haar vertelde dat ik het als mijn artiestennaam koos.”

Trionfera volgde vier jaar lang de opleiding tot striptekenaar en illustrator aan de Scuola Internazionale di Comics (International School of Comics) in Rome. Een jaar nadat hij slaagde besloten hij en zijn vriendin te verhuizen naar Rotterdam. “Hier [in Rotterdam] voelde ik de mogelijkheid dit als vak uit te voeren. In Italië was ik er minder mee bezig om een illustrator te zijn. Van mensen die er nog steeds wonen begrijp ik dat de situatie moeilijk is. Het is momenteel geen rijk land, dus mensen geven geen geld uit aan kunst. Ze waarderen het wel, maar als je weinig geld hebt is kunst niet het eerste dat je koopt.

Dodici at Selibon

De swingende, cartoony stijl waar zijn tweede thuisstad hem mee heeft leren kennen doet direct denken aan beroemde Italiaanse ‘fumetti’, maar het was pas nadat hij zijn vaderland verliet dat hij die invloed volledig omarmde. “Toen ik hier voor het eerst kwam, was ik gefocust op het maken van realistische kunst”, zegt Dodici. Het was zijn vriendin Sara die hem ervan overtuigde een andere kant op te gaan. “Je maakt mooie dingen als je realistisch werkt. Maar eerlijk gezegd is het niet beter dan dat van andere mensen die realistische kunst maken”, zo vertelde ze hem. “Je moet meer in je comic-stijl werken, want dat komt van nature bij jou. Als iemand je vraagt om een snelle schets te doen, teken je altijd iets dat meer cartoony is. Probeer meer in die richting te gaan.”

“Ik besloot mijn stijl helemaal om te gooien, en het werkte. Ik vond iets waarvan ik het gevoel heb dat het helemaal van mij is.”

“Dat hielp enorm”, beseft hij zich nu. “En ik zag veel goede kunstenaars om me heen hier die ook een cartoon-achtige stijl hadden, zoals Joren Joshua, Pinwin en Danny Rumbl. Ik vond dat geweldig, en snapte niet meer waarom ik mezelf zo pushte realistisch te werken. Toen besloot ik mijn stijl helemaal om te gooien, en het werkte. Ik vond iets waarvan ik het gevoel heb dat het helemaal van mij is.”

Die stijl werd letterlijk gekleurd door zijn bezoek aan Bonaire. Bij het Selibon recycling centrum, schilderde hij een oranje flamingo opgebouwd uit verschillende weggegooide objecten, die voor een blauwe achtergrond met een patroon vol grote, speelse golven loopt. “Meestal is mijn werk in zwart-wit. Maar ik wilde het anders doen, en voor die schildering kleur gebruiken”, herinnert hij zich. “Omdat het eiland ook zo kleurrijk is, de huizen hebben er allerlei kleuren; roze, groen, geel. Ik haalde echt inspiratie uit die kleuren die zo typisch voor de Caribische eilanden zijn, het zijn prettige kleuren.”

Eenmaal terug in Rotterdam wil hij zich richten op het verder ontwikkelen van zijn kunst. “Meer experimenteren met kleur, meer canvassen schilderen, gewoon productief zijn in mijn eigen stijl. Ik wil dat mensen het herkennen aan mijn karakters en lijnen. En ik wil werken aan mijn composities. Ik ben blij met mijn stijl, maar soms heb ik wel het gevoel dat ik mijn karakters een betere achtergrond wil geven. Ik wil ze niet alleen maar voor een vlakke achtergrond hebben staan, maar meer met perspectief en lagen werken.”

Bonaire liet ook op andere vlakken haar sporen in hem achter. “Ik was in het begin zenuwachtig en voelde me ontzettend verantwoordelijk voor de workshops. Het was mijn eerste keer alleen in zo’n internationaal project, en ik wilde dat alles perfect was.” Van de lessen die hij gaf op basisschool De Pelikaan, waar hij kinderen leerde over composities in basisvormen en hoe een penseel te gebruiken, kon hij genieten. Maar het werken met de talentgroep van veelbelovende kunstenaars op het eiland, bleek gecompliceerder.

“Ik werd er eerst heel nerveus van, maar uiteindelijk kon ik echt waarderen wat ik op het eiland achterliet.”

“Ze hadden er moeite mee om de kunstprojecten met school en werk te combineren. Het was erg lastig om ze bij elkaar te krijgen”, legt Trionfera uit. “Maar je moet jezelf aanpassen aan de omstandigheden, de mensen en de materialen die er ter plaatse zijn. Je moet gewoon je best doen ongeacht wat je meent dat er ontbreekt. Om het binnen de situatie zoals die is te laten werken. Dat was voor mij de grootste les uit mijn hele ervaring daar. Ik werd er eerst heel nerveus van, maar uiteindelijk kon ik echt waarderen wat ik op het eiland achterliet.”

Vooral de finale van het project torent boven veel mooie herinneringen uit. “Bij de oude gevangenis, wat een gebouw dicht bij het centrum van Kralendijk is, hebben ze een enorme lange muur, met een parkeerplaats ervoor. We organiseerden daar een street art jam voor alle leraren en kunstenaars op het eiland. Iedereen kwam samen om die plek wat vrolijker, kleurrijker en cool te maken.” Er verschijnt een lach op zijn gezicht als hij eraan terugdenkt. “Ik heb ontzettend veel motivatie en inspiratie ontvangen van de mensen die ik op het eiland ontmoet heb, en ik hoop dat ik hen dat ook heb kunnen geven.”

Street artist Tymon de Laat is op dit moment de tweede Rotterdamse kunstenaar die in het kader van ‘Street Colors Bonaire‘ op het eiland verblijft. Volg het project op Instagram om te zien wat hij er meemaakt!

Geplaatst door Jaap van der Doelen op 1 februari 2021