Typhoon – Lobi Da Basi

Terwijl geluiden van de natuur infaden, horen we Typhoon naarstig op zoek naar vrijheid, bezwerend dat alles beter is dan naar ‘de baas’ terug te moeten. Hij duikt onder water om de bloedhonden zijn spoor te laten verliezen en vertelt een vrouwelijke metgezel kalm te blijven en nog even door te lopen. Het roept associaties op met ontsnappingen zoals die zich in de Surinaamse jungle afgespeeld moeten hebben voor 1863. De coupletten verwijzen echter niet naar specifieke gebeurtenissen en zinspelen op een minder letterlijk juk dat afgeworpen dient te worden, en naar bestemmingen die bereikt zijn. Op die manier wordt de ontsnapte slaaf een metafoor voor het bereiken van bestemmingen tegen de stroom in, en wordt tegelijk een hedendaagse zucht naar onafhankelijkheid verbonden met een groter, historisch kader. Wat zo opmerkzaam is, is dat Typhoon dit allemaal voor elkaar krijgt zonder ook maar een seconde hoogdravend of pretentieus te klinken, of zelfs maar iets anders lijkt te doen dan simpelweg zijn eigen verhaal delen. We zijn er.

De vrouw die aan zijn zijde is in het openingsnummer is vervolgens nooit ver weg van de onderwerpkeuze, maar blijkt op emotioneel vlak wel volkomen onbereikbaar in bepaalde nummers. Zo is Surfen een metafoor voor droog staan en de seksuele frustratie die daar uit volgt. Zonder plat te worden, maakt Typhoon duidelijk dat ondanks de gemoedelijke vibe van het nummer er iets scheef loopt in de relatie. In het daaropvolgende IJswater barst de bom helemaal en lijkt de relatie zijn laaste adem te bereiken. “Liefde is de baas” zegt de titel van de plaat, maar liefde geven en ontvangen blijkt niet altijd zo makkelijk te gaan als je zou willen.

Wat wel makkelijk lijkt te gaan, is een indrukwekkend breed palet aan invloeden en genres verwerken in de tracks.IJswater bijvoorbeeld, is een stuwende surfrock-track waarin de jazz-break naar het einde toe desondanks volstrekt logisch klinkt. Glenn 1984, dat wederom handelt over liefde (voor hiphop en de daaruit voortvloeiende zelfexpressie), verwerkt subtiele scratches in de track, waarna de lome dub van Zandloper het weer over een totaal andere boeg gooit. In die laatstgenoemde track levert niet alleen Rico een sterke gastbijdrage, het fenomenaal schurende refrein van cabaretier André Manuel kan zeker niet ongenoemd blijven. Het is een geniale zet geweest van producer Dries Bijlsma, omdat de stem in het refrein voor een heerlijk rauw contrast met de rest van de track zorgt, en, zoals in het interview met HIJS al genoemd werd, de zanger in vier zinnen “gewoon de essentie van de hele track” weet te vangen. Tel daar de spetterende blazers bij op die de raps omlijsten, en je hebt een track die je niet meer los laat.

Die blazers zorgen, naast de stem van Typhoon zelf, sowieso voor een verbindend element in de muziek. Hoewel Typhoon van zang naar rap springt en het album met Vogel zelfs een instrumentale track kent, klinkt de swingende stoofpot van genres nergens vergezocht of geforceerd. Daarnaast treft Typhoon tekstueel een virtuoze en geheel eigen balans tussen poëtisch en doeltreffend taalgebruik. Er komen prachtige zinnen en metaforen langs, maar de dichterlijke vrijheid trekt nergens een rookgordijn op waar een goed verstaander niet doorheen kijken kan, en wanneer hij letterlijk is, gaat dit nooit ten koste van de emotionele lading. Als er überhaupt kritiek aangemerkt moet worden, is dat op het enige en zeer kleine dipje in Sta Me Toe. Waar hij op de rest van het album vaak zoekende is, een verhaal vertelt, zijn gevoel onder woorden probeert te brengen, weet hij op deze track precies wat de vrouw die teveel hooi op haar vork neemt moet doen om haar leven op de rit te krijgen. Hij ziet haar zoals ze zichzelf niet kan zien, wat een boeiende invalshoek is, maar het valt door de directe monoloog van Typhoon tegen deze onzichtbare vrouw enigszins uit de toon.

De juiste toon wordt direct hervonden in de daaropvolgende tracks en kent een zinderende finale in Van de Regen Naar De Zon en Liefste. De eerste van die twee tracks is het beste nummer dat over Nederland geschreven is in decennia. Het beschrijft de Nederlandse volksaard, geschiedenis en contradicties op meeslepende wijze, zonder te vervallen in hol nationalisme of melodrama. Het getuigt van liefde voor het land dat hem gevormd heeft en acceptatie van alle kanten, want zonder donker kan het licht zichzelf niet kennen. Dat leidt ook tot zelfacceptatie, want om liefde te geven, moet je van jezelf kunnen houden. Vele vormen van liefde zijn inmiddels de revue gepasseerd en in Liefste stort Typhoon zich dan uiteindelijk ook onverschrokken in de romantische liefde. Waar relaties nog stroef liepen aan het begin van het album, heeft er nu een persoonlijke groei plaatsgevonden die Typhoon tot besluit een mooie belofte toe doet zeggen: Lief, ik ga nergens / en nergens is te ver.

Lobi Da Basi is een heerlijke muzikale cocktail waarin een microkosmos aan concepten en emoties verscholen zit. Het is bijna jammer dat het Nederlands taalgebied niet groter is, zodat je een plaat zo rijk aan ervaringen met meer mensen delen kan, maar tegelijkertijd is de Nederlandse taal zo virtuoos toegepast, dat het in iedere andere taal niet hetzelfde zou zijn. Een plaat om te koesteren.

 

Tracklist:
  1. We Zijn Er
  2. Hemel Valt
  3. Surfen
  4. IJswater
  5. Glenn 1984
  6. Zandloper (met Rico en André Manuel)
  7. Sta Me Toe
  8. Ochtend Weer (met Sticks en Benjamin Herman)
  9. Vogel (met Jan Wessels)
  10. Niets Verwacht (met Blaxtar)
  11. Van de Regen Naar de Zon
  12. Liefste
Geplaatst door bowie op 22 juli 2014