Statik Selektah – 100 Proof (The Hangover)

Voor vernieuwing hoeven we bij Statik Selektah niet aan te kloppen. Dat was al zo op zijn vorige albums Spell My Name Right (2007) en Stick 2 The Script (2008) en op 100 Proof (The Hangover) zijn het nog steeds die traditionele Eastcoast beats die de sound bepalen. Relaxte headnod boombap met veelal soulvolle samples die van de plaat een melodieus geheel maken. De DJ in Statik Selektah komt naar boven wanneer hij zijn cut- en scratchkunsten vertoont op de hooks van bijvoorbeeld Critically Acclaimed, Come Around en The Thrill Is Gone. Je weet wat je aan Statik Selektah hebt. Vervelende producties levert hij niet af, een (ruime) voldoende behaalt hij meestal wel. Ook van de meeste van de meewerkende MC’s is bekend waar ze voor staan. Zo deelt Lil Fame de gebruikelijke hardcore klappen uit, toont Termanology zich op verschillende tracks andermaal die hongerige (relatieve) nieuwkomer en flowt Bun B zoals zo vaak heerlijk. Helaas zijn er net wat te weinig echte uitschieters naar boven en positieve verrassingen, waardoor de aandacht geen zeventien tracks lang vastgehouden blijft.

Met een dialoog uit Rik Cordero’s film Inside a Change als dreigende intro gevolgd door radiosingle So Close, So Far begint de plaat prima. Bun B, Colin Munroe en Wale (“To live as Will Smith you must endure the Chris Gardner”) hopen op een betere wereld op een van de spaarzame tekstueel positieve songs, wat goed past bij het rustgevend saxofoongeluid in de productie. The Coast is een andere standout track waarop Kali, Fashawn en Evidence ieder een eigen draai geven aan het representen van ‘hun’ Californië. Een dreigende productie met door Blaze P ingespeelde synth levert de juiste muziek voor een goede Smif N Wessun track (Follow We). Oudgedienden Lil Fame, Havoc en Kool G Rap braggen er ouderwets op los (Do It 2 Death) en Skyzoo, Big Pooh en Torae profileren zich met sterke verses op Get Out. De beste track van het album is het al lang gelekte The Thrill Is Gone. Een pianoloop, tof gebruikte Biggie sample en Talib Kweli en Styles P in topvorm die de problemen van hedendaagse hiphop uiteenzetten is het recept.

Misschien flauw om de artiesten ‘te pakken’ op hun eigen woorden, maar de laatstgenoemde track geeft ook een beetje het probleem weer van de tweede helft van 100 Proof (The Hangover). Een handvol nummers mist juist die opwinding, door producties die net niet willen knallen (Get Out), raps die niet boeien (Walking Away) of een combinatie van beide (Drunken Nights, Fake Love). Statik Selektah is met drie ‘solo’-albums in vier jaar en een plaat met Saigon enorm productief gebleken. Zijn werkethos zal niet veranderen gezien het feit dat hij werkt aan albums met bijvoorbeeld Saigon, Bahamadia en Lil Fame. De minpunten van eerder werk en 100 Proof (The Hangover) in ogenschouw nemend, mag de producer best wat meer tijd nemen voor deze volgende projecten met het oog op de spanning in de muziek en de spanningsboog bij de luisteraar. Anno 2010 is Statik Selektah juist onderscheidend vanwege zijn frisse boombapwerk; wat hij niet teniet moet doen door iets te veel van hetzelfde te droppen.

100 Proof (The Hangover) is nu uit op Showoff Records. Check www.showoffhiphop.com voor meer info.

Tracklist:

01. Inside a Change (Intro)
02. So Close, So Far (met Bun B, Wale & Colin Munroe)
03. Critically Acclaimed (met Lil Fame, Saigon & Sean Price
04. Night People (met Freeway, Red Cafe & Masspike Miles)
05. Follow We (met Smif-N-Wessun)
06. Do It 2 Death (met Lil Fame, Havoc & Kool G Rap)
07. Come Around (met Termanology & Royce Da 5’9")
08. Drunken Nights (met Reks, Joe Scudda & J.F.K.)
09. 100 Proof (Interlude) (met J.F.K.)
10. Life Is Short (met Consequence)
11. The Thrill Is Gone (met Styles P & Talib Kweli)
12. Get Out (met Skyzoo, Rapper Pooh, Torae & Lee Wilson)
13. Laughin (met Souls Of Mischief)
14. The Coast (met Evidence, Fashawn & Kali)
15. Fake Love (Yes Men) (met Reks, Kali, Termanology & Good Brotha)
16. Eighty-Two (met Termanology)
17. Walking Away (met Kali & Novel)

Geplaatst door bowie op 9 februari 2010