North Sea Jazz door de ogen van HIJS

In het voorwoord van de programmaglossy refereert de festivaldirecteur naar het van tevoren veel bekritiseerde NSJ optreden van Snoop Dogg in 2007 als; "een feest voor jong en oud". Was er dit jaar voor de hiphoppers met een brede blik ook een reden voor een brede glimlach?

In het voorwoord van de programmaglossy refereert de festivaldirecteur naar het van tevoren veel bekritiseerde NSJ optreden van Snoop Dogg in 2007 als; “een feest voor jong en oud”. Ook dit jaar valt er weer genoeg te genieten voor verschillende generaties¨, maar een gewaagde hiphop headliner is er niet. Ze hadden de beide in Europa tourende Ice Cube of Jay-Z kunnen halen maar Common had natuurlijk ook heel goed gekund. Helaas voor de puristen stond géén van deze drie op de festivalladder.

NSJ begint voor HIJS op de uitverkochte zaterdag met een cirkel om de naam Frank McComb. Om 17.30 uur is het nog heerlijk weer, dus is het extra prettig dat zijn optreden in de half open Congo tent is gepland ipv in een donker hol in Ahoy. Frank ken je waarschijnlijk van één van de betere Sky Radio klassiekers Another Day. Hij verzorgt op dat nummer van Branford Marsalis’ Buckshot LeFonque de welbekende zangpartijen. In Nederland stond de track maar liefst 14 weken in de top 40, dus alleen als je in 1997 nog niet verder was dan Kinderen voor Kinderen ken je hem niet. Frank speelt piano en speelt vooral zoete liefdesliedjes zoals van zijn debuut Love Stories. Een dozijn vrouwelijke fans gilt dat ze die hele plaat wel willen horen maar Mc Comb grapt dat die cd 73 minuten duurt en daar dus geen tijd voor is. De zanger wordt niet onterecht vergeleken met Stevie Wonder. Breng vanavond een onwetende blinde naar het Ahoy complex en hij zou zweren dat hij aanwezig is bij het concert dat de legende in september in Rotterdam gaat geven. Zeker als Frank Superstition ten gehore brengt is de gelijkenis duidelijk.

Na een drankje en een keuze te hebben gemaakt uit de tientallen verschillende eettentjes zie ik tot mijn verbazing dat de grootste zaal (Nijl) al open is voor bezoekers. Het aan de gang zijnde concert van Paul Simon is een plusconcert waar je dus naast je standaard NSJ-ticket nog een extra kaartje voor moet kopen maar klaarblijkelijk is iedereen de laatste 15 minuten welkom. Zo pikken we nog even You Can Call Me Al, zonder de humoristische clip met Chevy Chase maar met de even briljante baslijn, mee. En ook meezinger The Boxer komt langs. Geen idee waar ik het over heb? Lees deze regel dan maar even voor aan je ouders; “Lai La Lai, Lai La Lai La La Lai La La La La Lai”. Paul Simon had overigens 20 jaar geleden een clip met o.a. Biz Markie en Big Daddy Kane, maar dat terzijde.

In dezelfde immense Nijl zaal opent het doek even later voor Chaka Khan. Deze diva is vooral bekend om hits als, What Cha’ Gonna Do for Me, I Feel For You en I’m Every Woman. Hiphop heads kennen haar van de samenwerking met De La Soul en Guru of mogelijk van de sample die Kanye West knipte uit Chaka Khan’s Through the Fire. Alles is goud aan Chaka Khan vanavond. Haar polsen, haar vingers, haar microfoon en gelukkig ook haar keel. Ze straalt aan alle kanten en je kan niet anders dan blij worden van haar optreden.

De uit Brooklyn afkomstige José James heeft met zijn debuut The Dreamer eerder dit jaar een bejubelde plaat afgeleverd. De Congo tent zit en staat dan ook lekker vol. Het thema van NSJ 2008 is Vocals in jazz en met José James heb je dan een schot in de roos. Een stemkunstenaar die fenomenaal van hoog naar laag gaat en zijn stem echt als instrument gebruikt. Halverwege de set daagt hij al beatboxend zijn drummer nog even uit zoals we dat kennen van Rahzel en ?uestlove van The Roots. Dat José veel verschillende invloeden in zijn muziek gebruikt blijkt ook uit zijn cover van Aceyalone’s Freestyle Fellowship track Park Bench People. Live werkt hij dit nummer nog veel verder en intenser uit dan op de plaat al het geval was. Het publiek smult.

De avond vliegt werkelijk voorbij en met een redelijke haast in mijn stap probeer ik op tijd bij de Hudson zaal te komen. Dat ik denk snel bij de locatie te moeten zijn blijkt niet ongegrond. Net als vorig jaar staat er een half uur voor het optreden van Roy Hargrove al een aardige rij voor de ingang van de zaal. Deze ingang is tevens uitgang en dat is lastig. Er staat één zichtbare veiligheidsmedewerker en die moet er voor zorgen dat aan de ene kant het hek voorlopig dicht blijft en aan de andere kant alleen mensen de zaal verlaten. Er zijn echter ook mensen die tegen de stroom in zonder problemen naar binnen lopen. Wanneer de keurig achter het hek wachtende mensen de beveiliger hier op wijzen loopt hij naar zo’n verkeersovertreder toe. Het hek is voor even onbemand en direct wordt deze opzij gezet. De druk is van de ketel en of je nou wilt of niet je wordt zo de zaal ingeduwd. Een prima zitplekje in het midden van de zaal is snel gevonden. Dat geldt zeker niet voor de (te) laatkomers die aan de zijkant staan en in het gangpad zitten. Laten we hopen dat de organisatie, net als de host, opmerkt dat het wel erg druk is en ze volgend jaar Roy Hargrove in een grotere zaal laten spelen. Dat Hargrove er volgend jaar bij is is net zo zeker als de aanwezigheid van taart op een kinderpartijtje. Al sinds het begin van zijn carrière is Roy Hargrove kind aan huis op NSJ en treedt hij vaak meerdere malen, met verschillende bezettingen in een festivalweekend op. Ook nu staat de in een oversized pak met zilveren sneakers gehezen trompettist met een ‘nieuw’ quintet op het podium. Met deze pianist, bassist, saxofonist en drummer maakte hij de plaat Ear Food waar ze uiteraard voor vanavond ook voor het grootste deel uit putten. Roy staat steeds centraal, maar maakt ook letterlijk plaats voor zijn musici door naar de zijkant van het podium te lopen. Daar staat hij dan met zijn ogen dicht te viben of kletst hij wat met de alt-saxofonist. In de zaal is er geen kletsen bij. Des te meer is het genieten. De meest pure jazz act op het HIJS-programma was meteen de laatste en zo is de NSJ-zaterdag op zijn hoogtepunt ten einde.

De laatste dag van het festival begint en eindigt flink vroeger dan de eerste twee dagen. Al vanaf 14.00 uur staat de Nederlandse Lefties Soul Connection op het buitenpodium het publiek bij de ingang op te warmen. Er staan, zitten en liggen redelijk wat mensen te kijken, of op z’n minst te luisteren, dus dat doen ze goed.

Ook de eerste omcirkelde act start vroeg; 16.30 uur. Een half uur voor het plusconcert van Alicia Keys is het aanschuiven achter rij 20 of de tribune op zoeken. De achterste tribune raakt niet gevuld, maar in de zaal staat het goed vol en op de twee zij-tribunes zitten de mensen ook in de gangpaden. Een echte superster laat op zich wachten dus vijf minuten later dan gepland opent Alicia haar set. De eerste drie nummers lopen strak achter elkaar door terwijl Alicia sierlijk het podium bewandeld. Haar pianospel krijgt daarna de ruimte, maar ook in deze nummers weet ze steeds momenten te vinden om los van haar bankje te komen. Het loopt allemaal als een trein, maar echt spetteren, zoals haar NSJ optreden van 2004, doet het niet. Wanneer halverwege de show Alicia verdwijnt en een drumsolo wordt gestart verwacht je daarna een garderobe verandering maar Alicia verschijnt in dezelfde outfit. Ook de keuze van tracks ligt in dezelfde voor de hand liggende lijn als voor de break. Grootste verrassing van het optreden is dat Alicia na 5 kwartier niet afsluit met haar doorbraak Fallin’. Ik was namelijk even haar meest recente hit No One vergeten. Deze leent zich veel beter voor een gezamenlijk slot. De handklap vanuit de videoclip, het makkelijk mee te zingen refrein en vooral de “Oh, oh, oh, ooh” aan het einde van het nummer klinken geweldig wanneer ze door duizenden mensen tegelijk worden voortgebracht.

Gnarls Barkley oogt als een keurige ‘high school band’ met Dangermouse en Cee-Lo Green in okergele colbertjes en de vijfkoppige band in bordeaux rode spencers. Veel mensen zullen Gnarls Barkley als een one hit wonder zien, maar wij weten wel beter. Beide heren hebben hun sporen in de hiphop ruimschoots verdiend. Dangermouse als producer voor MF Doom en natuurlijk zijn Jay-Z vs The Beatles plaat The Grey Album. Cee-Lo is altijd de meest opvallende MC binnen Goodiemob geweest. Een hit als Crazy zorgt voor een enorme toeloop naar de Maas zaal. Dat een volle zaal niet automatisch voor de juiste sfeer zorgt wordt pijnlijk duidelijk wanneer je alleen flitsende telefoontjes ipv handen in de lucht ziet gaan. Na een minuut of twintig begint Cee-Lo ook te twijfelen; “What’s wrong witcha, you guys don’t dance or nothin’” en “You want action don’t ya? I might as well stop talkin’.” Aktie is prima maar dat stoppen met praten is niet zo’n goed idee. De pauzes tussen de nummers duren nogal lang en als de frontman dan ook zijn mond houdt, zakt het kleine beetje energie in de zaal weer heel snel in. De rapper in Cee-Lo zou toch eenvoudig de zaal naar zijn hand moeten zetten maar het zit er niet in vanavond. Na excuses van Cee-Lo voor het spelen van een nummer dat je waarschijnlijk al een miljoen keer hebt gehoord start die ene hit waardoor er welgeteld twee jongens op de eerste rij beginnen te springen. Binnen 5 seconden staat er een NPS camera bovenop om het vast te leggen. Ik zal wel Crazy zijn om hier nog langer te blijven.

Iemand die ook net zijn eerste 3FM hitje te pakken heeft is de Amerikaan Ryan Shaw. De van oorsprong gospelzanger begint zoals een goede gelovige met nummers over liefde voor Hem, haar en jezelf. Ryan heeft een geweldige stem met een enorm bereik en zijn goede humeur werkt aanstekelijk. Ook de jonge bandleden genieten zichtbaar van de show. De tegenstelling met de sfeer tijdens de show van Gnarls Barkley had niet groter kunnen zijn. Ryan hoeft ze handen maar twee maal heen en weer te bewegen om de zaal hetzelfde te laten doen. Bij solo’s van de bassist zet het publiek zelf de maat eronder en elk nummer wordt met veel enthousiasme ontvangen en uitgeklapt. Wanneer Ryan zijn muziek uit de hokjes haalt met covers van The Beatles (Let It Be_), Bob Marley (Redemption Song_) en Janis Joplin (Try just a little bit harder) is het eerst even achter de oren krabbelen maar Ryan heeft het talent en de overtuigingskracht om zulke klassiekers met verve neer te zetten. Ook zonder zijn hitje en toegift Do The 45 was dit al een geweldig optreden geweest.

In de Yukon tent is het dringen geblazen maar eenmaal voor in de tent beland is er opvallend veel plek. De blanke funk van Galactic blaast uit de speakermuur terwijl rapper Lyrics Born als een wilde stier over het podium raast. Participatie in de vorm van het uitgekauwde “Say hey, Say ho, let me hear you scream” hoor je op NSJ niet zo veel dus het publiek doet graag mee. Je kan ook niet zeggen dat Lyrics Born zijn best er niet voor doet. Zelden een MC zo hard zien proberen de zaal te entertainen. Om moe van te worden. Een afwisseling met de tweede aangekondigde MC zou welkom zijn. Helaas blijkt later dat de show uit drie delen bestaat. Het eerste deel met Lyrics Born, een Galactic gedeelte en de laatste 15 minuten zijn voor The Coup rapper Boots Riley. Ook hij gaat hard zo niet harder te keer dan Lyrics Born. De man is overal tegelijk en doet een constante ‘running man’ wanneer hij wel even stil staat. Een groepje roept nog “We want more!” maar ik maak er geen probleem van dat host Melodee de jongens naar het meest recente album van Galactic; From The Corner To The Block verwijst.

Opvallend veel hosts uit de hiphop wereld op North Sea Jazz dit jaar. De net genoemde Melodee van La Melodia maar ook MC Fit van Flinke Namen en GMB uit Rotterdam hadden de microfoon tussen de acts door in handen. Ik sluit niet uit dat er nog meer hosts met hiphop roots aan het werk waren maar met 16 podia is het onmogelijk om alles te zien.

De act die het festival mag afsluiten is in de Maas zaal de geboren Brit Mark Ronson die wel een hele verrassende ontwikkeling aan het doormaken is. In 2003 bracht hij Here Comes The Fuzz uit, die zich richtte op Amerikaanse hiphop met featurings van b.v. Ghostface, Mos Def, M.O.P. en Saigon. Laatst genoemde was in 2004 zelfs nog de eerste artiest die een contract kreeg bij Ronson’s Allido Records! Mark Ronson maakte o.a. daarna voor Jay-Z de officiële Fade To Black mixtape, maar het echte werk begon toen hij bijna in z’n eentje Back To Black van Amy Winehouse produceerde en er maar liefst drie Grammy’s aan overhield. Dan is je naam wel even gevestigd. Zijn tweede plaat, vol covers; Version kreeg dan ook veel meer aandacht dan zijn debuut. Als je gaat touren met een plaat vol gastoptredens van artiesten als Lily Allen en Robbie Williams heb je goede vervanging voor die artiesten nodig. Mark Ronson heeft die mensen gevonden en soms lost hij het zelfs heel eenvoudig op; “This next song got no words so please sing along”. Toch heeft Mark meer dan genoeg mensen meegenomen om alles te kunnen vullen. Ik raak de tel kwijt als ik bedenk hoeveel zangers en zangeressen en muzikanten hij mee heeft genomen. Steeds introduceert hij voor twee of drie nummers een artiest waarna Mark op gitaar samen met de rest van de band voor de begeleiding zorgt. Jammer dat zanger Kenna zijn status te hoog in schat en verwacht dat iedereen elk woord meezingt. Vervelend dat hij hier mee door gaat, ook als er stiltes vallen. Ergerlijk dat hij ondertussen rondloopt alsof hij de ster van de avond is. Je kan ook te veel zelfvertrouwen hebben. Gelukkig was dit de enige smet op de show, maar er liepen opvallend veel mensen richting de uitgangen tijdens zijn gedeelte. Hadden ze nog even gebleven hadden ze Mark’s grootste hit nog meegemaakt. Het nummer Valerie is zo ongeveer overal een hit maar bereikte alleen in Nederland de nummer 1 positie. Ronson bedankt de zaal hier voor, maar spreekt met geen woord over Amy. De uitvoering door de zangeres zonder naam is zo sterk dat het ook niet om verdere uitleg vraagt. Van zijn debuut laat Mark alleen Ooh Wee de revue passeren met twee te hippe rappers die de rhymes van Ghost en Trife da God voor hun rekening nemen. Ook de old school funk break van The Incredible Bongo Band (de b-boy anthem!) wordt nog gespeeld. Swingend op een paar vermoeide poten dooft de muziek van de laatste act in mijn hoofd. North Sea Jazz doet voor de meeste een grote tot zeer grote aanslag op de portemonnee maar als er in de line-up meer dan één act is die je graag zou willen zien dan zou ik je dit festival zeker aanraden!

Fixtures:
Hoogtepunt: Ryan Shaw
Dieptepunt: Galactic
Bier: 2,20 euro (1 muntje)
Wc: 50 cent
Garderobe: 50 cent
Merchandise: T-shirts, sweaters, jassen, kinderkleding, bidon, posters tassen, keycords, etc.
Fotograferen: ja, bij een enkele act alleen de eerste 10 minuten en bij Paul Simon verboden
Geluid: dik in orde!
Bezoekers: 23.000 per dag
Showtime: 16.30 uur (op zondag om 14.30 uur)
Curtains closed: rond 02.00 uur (op zondag om 00.00 uur)
Damage: € 75,- per dag, 3-dagen kaart voor € 179,-
Cijfer: 7,5

Geplaatst door bowie op 20 juli 2008