Kid Sublime – Rappin’ Blak

Op z’n vijfde begon Jacob Otten (zoals Kid Sublime in het echt heet) met piano en drums. Zo’n vijftien jaar later zette hij zijn eerste grote stappen in Nederland muziekland. Nadat hij zijn focus had verlegd naar draaitafels en drumcomputers, werd Kid Sublime gevraagd DJ te worden van het Nederlands/Braziliaans funk-/salsa-/soulcollectief Zuco 103. Na enkele jaren serieuze podiumervaring opgedaan te hebben, besloot hij dat het tijd werd om te werken aan zijn eigen ding. Hij sloot zich twee jaar op in zijn studio en kwam met een hoogstaand album met sterke gastbijdragen van onder andere oud-collega Lilian Vieira, U-Gene en Melodee op de proppen. Nu, drie jaar later, ligt de opvolger klaar: Rappin’ Blak.

Dertien tracks telt ’ie en ook hier weer tal van gastbijdragen en niet van de minste artiesten. Zo komen Camp Lo, Defari en Frank N Dank voorbij, om er maar een paar te noemen. Dit resulteert in een zeer Amerikaans klinkende plaat, wat in dit genre als positief gezien mag worden. Aanvankelijk doet het nog erg Nederlands aan “Doe maar een beetje alsof je uit Bussum komt. Ja Jezus, wat moet ik hier nou over zeggen?” Tja, ook een manier om je plaat te beginnen. Daarna begint het feest. De intro luidt de eerste vocale track prima in. En die mag er zijn. Camp Lo trapt af op de titeltrack die zowel elektronisch als soulvol aandoet. Dikke beat, strakke delivery, vette track.

We Don’t Play is een bouncy track die vocaal prima wordt opgevuld door Illa Jay en de uitvoerend producent zelf. Puntje van kritiek is het contrast tussen het native Amerikaans van Illa Jay en het íets te Nederlandse accent van Sublime, maar dat mag de pret niet drukken. Na een derde instrumental volgt de featuring van Defari. De LA-based rapper brengt een uitermate rustige flow op een beat die daar precies bijhoort. Fijne track voor een zonnige herfstdag. Ja, laidback is Rappin’ Blak zeker. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de baslijnen en veelvuldig terugkerende Rhodes-akkoorden.

Dit hoor je goed op de tracks Own World, A Cry For Detroit en Pityfull Times. Deze nummers komen geheel op conto van Kid Sublime, die als producer het voordeel heeft dat hij zijn tracks ook vocaal aardig weet op te fleuren. Hoewel geen rapper of zanger van hoog niveau, weet Sublime zijn stem en productie dusdanig op elkaar af te stemmen dat de tracks blijven boeien en nergens vervelend of lelijk worden. Op S.C.R.E.A.M. roept de producer weer de hulp van anderen in. Frank N Dank braggen en boasten er lustig op los. De dreigende beat met distorted kicks maken het plaatje compleet.

Het hierop volgende Saturdaynightlivefreestyle (Ladi Dadi) doet uiterst funky en stoned aan. De outro is daarentegen weer wat vreemder met ongebruikelijk ritme en reversed vocals. Als toetje volgt een bonustrack die wat buiten de sfeer van het album valt, maar daardoor niet minder de moeite waard is. Een electrotrack die een prima floorfiller kan zijn. Één van de vele gezichten van een producer die met Rappin’ Blak een sterk tweede album aflevert. Hoewel niet weggelegd voor de harcore- of boombapliefhebbers, is deze plaat een apart zwoele soul-hiphopplaat met hoogwaardige producties en uitstekende gastbijdrages. Het betere Engelstalige werk van Nederlandse bodem. Mocht je het live mee willen maken, kun je vrijdag 10 oktober naar de releaseparty in Studio K te Amsterdam.

Tracklist:
01. Intro
02. Rappin’Blak (ft. Camp Lo)
03. Hey Listen
04. We Don’t Play (ft. Illa Jay)
05. S.O.A. Skit
06. Friend And Me (ft. Defari)
07. Never Satisfied (ft. J To The C/The Dank By Dankery Harv)
08. Own World
09. A Cry For Detroit
10. Pityfull Times
11. S.C.R.E.A.M. (ft. Frank N Dank)
12. The Saturdaynightlivefreestyle (Ladi Dadi)
13. Outro

Meer info

Geplaatst door bowie op 3 oktober 2008