Danny Brown’s Atrocity Exhibition: een beklemmend verslag van een val de afgrond in

Te veel, te lang. De meesten van ons hebben zich er wel eens schuldig aan gemaakt. Dat de gulzig opgevreten dürüm waar je een half uur daarvoor nog zo enthousiast over was nog een keer je slokdarm passeert, nu in omgekeerde richting. En dat er, terwijl je stukjes zilverfolie in je kleurige brij van schaamte opmerkt, nog maar één vraag door je hoofd cirkelt: Waarom? Welkom bij je eigen Atrocity Exhibition.

Danny Brown - Atrocity Exhibition

Dat gevoel kent Danny Brown ook, maar dan keer tien. En aan die vraag is hij al lang geleden voorbij gegaan. Zijn nieuwe album Atrocity Exhbition is genoemd naar het openingsnummer van Closer, het laatste album dat de Britse band Joy Division opnam voor de zelfmoord van zanger Ian Curtis. De gedachte daarachter legde hij uit aan Rolling Stone: “In dat nummer heeft hij het eigenlijk gewoon over hoe hij onderdeel van een soort freak show is. Mensen komen naar hem kijken en willen een bepaalde versie van hem zien. Ik kan daar volledig mee relateren.”

Dat hij de druk voelt om steeds de Danny van de zelfkant te zijn mag duidelijk zijn. XXX, het album dat zijn grote doorbraak betekende, was het dampende verslag van een hypnotiserend bacchanaal door een bijzonder energieke rapper met een opvallend snerpend stemgeluid. Toch had het hedonisme op die plaat ook al zijn donkere randjes; gesymboliseerd door de traan op het pillenslikkende gezicht van de cover. Op opvolger Old werd er dieper ingegaan op die traan en liet Danny Brown op de eerste helft een introspectievere kant van zichzelf horen, wat de party anthems op de tweede helft in een pijnlijk daglicht stelde. Die drie platen lijken nu achteraf ineens een trilogie te vormen, waarin slotstuk Atrocity Exhibition opener XXX spiegelt. Deze keer geen stuiterend feest met een donkere rand meer, maar een en al duisternis, waar af en toe een glimp doorheen schijnt van het feest dat eraan vooraf ging.

“I’m sweating like I’m in a rave” is de eerste zin die Danny rapt op openingstrack Downward Spiral. Maar deze keer is er geen rave, deze keer spit hij over een moeilijke beat, met een draaierige baslijn die maar niet tot volle wasdom wil komen. Zijn flow is zelfs het enige dat het metrum in de track aangeeft, terwijl hij aangeeft waarom hij überhaupt ooit aan die neerwaartse spiraal begonnen is: “Drowning frustrations in an ocean of sin”. Dezelfde bevlogenheid die men van hem gewend is horen we ook, maar zelfs die krijgt een donkere schaduw als hij zijn verse afsluit met “You never know, one day you’re here, the next you’re gone / So I put it all up in these songs”. Muzikaal lijkt het bijna alsof Danny zijn luisteraars uitdaagt hem te volgen; als je deze track te lastig vindt, dan laat de rest ook maar zitten, lijkt hij te willen zeggen. Die houding wordt doorgezet op Tell Me What I Don’t Know, waarop Danny zijn snerpende toon laat vallen en op kalme toon in zijn spreekstem rapt over zijn jeugd in Detroit. De track vervult zo nog even in het kort de rol van de eerste helft van Old door een achtergrond voor de duikvlucht de afgrond in te geven.

Die wordt vervolgens op diverse tracks tracks indrukwekkend uiteengezet. Producer Paul White, waar Danny al jaren mee samenwerkt, tekent op een paar tracks na voor alle producties, en legt een vervreemdend geluid neer dat volledig aansluit op Danny’s verhalen. Neem de onverstaanbaar vervormde stemmen (dat zijn ‘t, toch?) in de achtergrond van Golddust. Het geeft de beat een zwalkende draai die een mindere rapper uit balans zou duwen, maar de sfeer uitstekend versterkt. Maar ook de haaks op de drums staande belletjes die Evian Christ in Pneumonia (met achtergrondvocalen van ScHoolboy Q) laat horen, of de bizarre melodie die Alchemist op laat draven in White Lines (waar Danny zijn flow vakkundig op baseert), sluiten goed op de kolkende vervreemding aan. Die laatstgenoemde track lijkt thematisch even nog een ouderwets platte track over Danny’s seksuele uitspattingen te worden, tot de paranoia en gevaren van overmatig cokegebruik de overhand krijgen: “Lines and lines of coke / Heart beating hope it ain’t my time to go”. De fenomenale posse cut Really Doe, met Kendrick, Ab-Soul en Earl Sweatshirt, functioneert daardoor, ondanks de rauwe boombap van Black Milk, als een Trojaans paard dat hiphop liefhebbers over de streep trekken kan, de rest van Danny’s bedwelmende wereld in.

“Juist in al zijn grimmigheid blijft deze beklemmende plaat boeien.”

Danny Brown’s Atrocity Exhibition is wat er gebeurt als je, ondanks jezelf, de club van 27 overleeft. Als je de afgrond in tuimelt en maar blijft wachten op de klap, en de enige houvast die je jezelf geven kan het vastleggen van de val is. Danny Brown is gevangen in zijn eigen escapisme, maar hij is ook een uiterst talentvol rapper die de worsteling met zijn demonen ijzingwekkend belicht. Zelfs in relatieve lichtpuntjes als From the Ground (met Kelela) en Get Hi (met B-Real) is deze nooit ver weg.

Hij zou niet de eerste rapper zijn die op het hoogtepunt van zijn faam en met het grootste productiebuget dat hij tot nu toe gehad heeft, een meer pop-georiënteerd album aflevert. Met Atrocity Exhibition gaat Danny Brown echter 180 graden de andere kant op. Het is zijn zwaarste en meest ontoegankelijke plaat tot nu toe, vol geluidsexperimenten die je het gevoel geven dronken buiten te staan terwijl dat feestbeest dat vijf minuten eerder op de dansvloer nog het focale punt van het feest was, tegen jou ineens door laat schemeren eigenlijk zwaar depressief te zijn. En hoe heftig dat ook klinkt, juist in al zijn grimmigheid blijft deze beklemmende plaat boeien. Atrocity Exhibition is een absoluut topalbum, maar je hoopt wel dat het op zijn volgende plaat beter met Danny gaat.

Stream / tracklist:

Geplaatst door bowie op 11 oktober 2016