Quasimoto – Yessir Whatever

In 1998 zag Quasimoto het levenslicht met een gastbijdrage op My Vinyl Weighs a Ton, een album van Stones Throw labelbaas Peanutbutter Wolf. Al vrij snel werd het mensen duidelijk dat het vreemde, afgeknepen stemgeluid in feite behoorde aan multitalent Madlib, toen al een van de meest prominente en veelzijdige artiesten op het inmiddels roemruchte label. Ondanks dat de man bijna evenveel disciplines als aliassen beheerst, is hij zelden tevreden geweest over zijn prestaties als rapper. “Ik wil helemaal niet rappen. Ik ben in de eerste plaats een DJ”, zei hij ooit in een interview, “ik houd niet van het geluid van mijn stem.” Hij besloot de beat vertraagd af te spelen, deze langzaam in te rappen en op de originele snelheid af te spelen, waardoor de rap niet alleen strakker klonk, maar ook een vreemde, opgepitchte klank kreeg. Dat onorthodoxe stemgeluid kwam ironisch genoeg vooral tot zijn recht in de wisselwerking met Madlib’s eigen stem. De pluizige, gele alien zou zomaar het antiautoritaire en onaangepaste zwarte schaap uit de familie van Alf kunnen zijn, en vormt met zijn gewelddadig en grof gedrag een uitvergroting van Madlib’s slechte eigenschappen. Madlib zelf neemt daarnaast de rol van Pinokkio’s krekel op zich en probeert, meestal tevergeefs, zijn vriend van teveel chaos te behoeden.

 

Opener Broad Factor gebruikt niet alleen dezelfde sample van Johnny Guitar Watson’s Superman Lover als Mad Skillz deed op zijn doorbraaksingle The Nod Factor, het hele nummer is een regelrechte verwijzing naar die track. Zelfs de flow van Skillz wordt deels gekopieerd met het kenmerkende Quasimoto stemgeluid. Het onderwerp is echter van hoofdknik-stimulerende beats veranderd naar hoofddraai-stimulerende dames: She got your head turning cos her backs is fat / Shake it up like this and then like that. Wat betreft de onderwerpkeuze is er dus weinig veranderd bij de buitenaardse boombap-liefhebber. The Front draait echter de rollen om en is een onverwacht persoonlijke track waarop Quasimoto de ad-libs verzorgt en Madlib zijn beklag doet over dingen waar hij stress van krijgt: zogenaamde vrienden die gunsten van hem vragen nu hij bekend is, en echte vrienden die hun leven niet zeker zijn door gang-problematiek in hun wijk. Een hoogtepunt van de plaat is Planned Attack, een nummer waarop Madlib Jeru Da Damaja scratcht in het refrein en als Quasimoto over een beat rapt die zo uit de jaren 90 zou kunnen komen. Het is alsof de Native Tongues destijds een prettig stuk stonerrap gemaakt hebben en de opnames nu pas opduiken.

 

Een narratief zoals dat op The Unseen en The Further Adventures of Lord Quas te horen was, ontbreekt helaas op deze derde plaat van het ‘duo’ Madlib en Quasimoto. Wat overblijft is een collectie losse tracks die echter wel een stuk makkelijker te behappen is dan die eerdere twee, muzikaal van de hak op de tak springende, albums. Het aantal tracks ligt vele malen lager, terwijl de nummers individueel een wat langere lengte hebben. Zo benadert Yessir Whatever meer een traditionelere albumstructuur dan het leeuwendeel van Madlib’s discografie. Dat maakt deze plaat een geschikt ‘instapmodel’ voor de beginnende Madlib-fan, zonder dat er concessies aan zijn unieke, gruizige geluid gedaan worden. Voor de meer doorgewinterde Madlib-adept is ‘t interessant vanwege de verzamelde rariteiten en zitten er nog steeds verschillende verrassingen tussen. De eclectische achtbaanrit van de voorgaande albums wordt weliswaar gemist, maar een rustigere rit door het Los Angeles van Quasimoto blijkt nog steeds langs genoeg mooie plekken te gaan om voor een interessante verzameling te zorgen.

 

Tracklist:

 

01. Broad Factor

02. Seasons Change
03. The Front
04. Youngblood
05. Astronaut
06. Planned Attack
07. Brothers Can’t See Me
08. Catchin’ the Vibe
09. Am I Confused?
10. Sparkdala
11. Green Power
12. LAX to JFK 

Geplaatst door bowie op 18 juni 2013