Nederlands eerste EOW-Champ McGyver praat over zijn ervaringen bij de finale in Praag: “Fucking dik!”

In september vond de eerste Nederlandse editie van End of the Weak plaats in Den Haag. In New York is de competitie, waarin een rapper zich moet bewijzen in vijf categorieën (rappen op een beat juggle, een gruwelijke 16, acapella en ‘grab bag freestyle’ droppen en deelnemen in een cypher) al meer dan tien jaar een begrip. In die jaren waaierde het fenomeen uit over meerdere landen, en afgelopen weekend vond de wereldwijde finale plaats in de Tsjechische hoofdstad Praag. We spraken McGyver over hoe het hem als eerste Nederlander in de competitie ooit vergaan is. Een pioniersrol die hem overigens prima past: “Als er initiatief genomen moet worden of juist een kont tegen de krib aan moet op muziekvlak, zal ik dat snel doen.”

McGyver bewees door zijn winst in Nederland al over het complete pakket aan MC skills te beschikken, maar het feit dat hij op niemands ervaringen kon leunen bracht toch wat hobbels met zich mee. Zo was het voor hem niet duidelijk dat hij al veel eerder naar Praag had kunnen komen, en kwam hij keurig netjes pas toen het officiële programma begon opdraven. De zeven andere finalisten waren er ondertussen al een week. “Die andere jongens hadden studio- en radiosessies erop zitten en al dat soort dingen. Wij kwamen fris binnen, met niks”, vertelt hij.

Gelukkig vielen ze op vrijdag wel direct na aankomst al een onverwachte spitsessie in. “We kwamen een jongen op een Segway-achtige scooter tegen. Hij wilde eigenlijk zijn scooterservice aan ons verkopen maar daar hadden we helemaal geen zin in”, aldus de Nederlandse finalist. “Hij had een mondharmonica bij zich en raakte raakte daarmee bezig samen met Rick [goede vriend van McGyver die zelf ook MC is en tevens de runner-up van End of the Weak NL! – HIJS], die begon te freestylen. Zo waren we al begonnen voor we goed en wel bezig waren!”

“Echt fucking underground, het was net Fight Club.”

Later die avond zouden alle finalisten optreden in een Praagse club met een showcase, voor de finale de volgende dag plaats zou vinden. Die club, een kleine, dichtgepakte kelder, had echter nogal een vreemde vibe: “Echt fucking underground, het was net Fight Club.” Binnenkomen ging dan ook niet gemakkelijk. “Er was wat gezever want er waren helemaal geen bandjes of gastenlijst of zoiets, dus we werden gewoon behandeld als mensen die wilden komen stappen. Na veel wikken en wegen mochten we binnen. We wilden de soundcheck doen, maar er stond helemaal niks.”

Op de Nederlandse poppodia is McGyver naar eigen zeggen betere organisatie en communicatie gewend, maar het was niet de laatste verrassing die de avond voor hen in petto had. Vanwege complicaties met de opbouwtijd werd McGyver en zijn crew gevraagd of ze als eerste of als laatste wilden optreden. “Wij kozen voor het begin. Als we op het einde spelen, om een uur of vier ’s nachts, met het slaaptekort dat we al hadden, dan hebben we een probleem. De dag erop is die championship, dus dat gaan we niet riskeren. Plus, we wilden onszelf even goed op de kaart zetten na al die jongens die er al heel de week waren.”

“Op dat moment zei de organisatie ‘we kappen er gewoon mee’. Tachtig man was in één klap de deur uit.”

“We deden die show en iedereen was meteen verbaasd zo van ‘we weten niet wat die gasten zeggen maar het klinkt wel hard!’ Dat was een lekkere binnenkomer: Aangenaam, dit zijn wij, let’s get crackin’!” Helaas kreeg de avond kort daarna een onaangename wending. “Het gerucht ging dat één van de bouncers zich racistisch uitgelaten had tegenover één van de crew members, een big-ass black dude uit Brooklyn. Die pikte die shit niet en gaf hem gelijk een hoek op z’n gezicht.” De kandidaat uit de UK kwam er bij binnenkomst achter dat het om meer dan een gerucht ging, want ook hij en zijn crew werden racistisch bejegend door de beveiliging. “Op dat moment zei de organisatie ‘we kappen er gewoon mee’. Tachtig man was in één klap de deur uit. Iedereen stond gewoon op voor elkaar: wij pikken dit niet, get ya shit together.”

“Met die vibe zijn wij met zijn allen naar buiten gelopen en een of twee blokken verder was er een soort grote binnenplaats waar het Nationaal Theater zat en aanverwante musea, met gouden daken en dat soort shit. Daar gingen we cypheren met héél die crew. Je snapt wel, de content van die lyrics was wel toegesneden op het moment. Het was echt on point. Heel integer en diep opeens.”

Een ranzige smet op de avond, werd dankzij dat eensgezinde optreden van deelnemers, toeschouwers en organisatie ineens een waardevol moment. “Ik heb nog nooit meegemaakt in mijn eigen land dat als iemand eruit wordt gezet, om dit soort redenen, dat iedereen daarvoor opstaat. Letterlijk iedereen. Er is niemand achtergebleven. Dan voel je je in elkaar gesterkt. Heel bijzonder.”

De dag erop was de grote dag van de finale. Die vond plaats in MeetFactory, een oude vleesfabriek omgebouwd tot concerthal. “Aan de ene kant een treinrails en aan de andere kant de snelweg. Het zat midden in een industriële strook met allemaal vervallen, verroeste fabrieken.” Over zowel de sfeer als het geluid van de venue spreekt hij met groot enthousiasme. “Het is een beetje zoals de Spoorzone. Maar de akoestiek is meer op muziek toegesneden. Het knalde wel man, ze zijn niet bang om het volume open te gooien daar.”

“Het knalde wel man, ze zijn niet bang om het volume open te gooien daar.”

“Wat ze slim hadden gedaan, als headliner was er een soort van Osdorp Posse-achtige act, hun allereerste crew ever, die deden een reünie. Voor het eerst in twintig jaar, dus iedereen wilde dat zien.” Het evenement was dan ook goed bezocht. “Het was echt packed. Duizend man, sold out van voor tot achter. En allemaal fanatiek, dat was echt sick.”

Net als bij de Nederlandse voorronde, deed McGyver het uitstekend als het aankwam op de interactie met het publiek, dat hyped op hem reageerde. “Ik kreeg die respons van iedereen. Je zag ook de verbazing in de gezichten van het publiek. Ik merkte ook niks anders backstage; de nervositeit was hoog als ik op en van de stage kwam, dat zegt ook wel iets.”

Ook zijn concurrenten waren onder de indruk van zijn connectie met het publiek. “Allemaal gaven ze wel aan ‘dat is jouw lead, daar kunnen wij niet in mee.’” Helaas zag de jury het anders. “De eerste drie rondes, daar zat ik voor mijn gevoel lekker in, dat voel je gewoon. De laatste twee vond ik van mezelf minder, dat kan ik ook wel gewoon zeggen. Maar die eerste drie, daar zaten vrijwel geen missers in. Ik had echt een dikke respons, dus denk je dat je qua juryrapport wel richting de drie moet zitten [de jury geeft punten op een schaal van één tot vijf -HIJS]. Voor je gevoel weet je dat je niet onder de vier zit. En dat was niet zo. Toen ik de score zag, dacht ik wel van ‘ja, dat weet ik niet hoor.’

Hoewel de jury dus niet zo’n sterke respons op hem had als het publiek, is McGyver een mooie ervaring rijker. “Het was fucking dik!”, zegt hij zonder een spoortje wrok of teleurstelling. Met zijn vijfde plaats en duizend man publiek die zijn performance uitstekend waarderen konden, is dat dan ook nergens voor nodig. “Die zaal was al voldoende. Dan maakt het niet uit of je achtste bent of eerste.”

Sinds zaterdag 28 oktober is McGyver de meer dan waardige eerste Nederlandse champ die op dit wereldtoneel gerepresent heeft. Volgend jaar is er weer een editie. Wie durft er in zijn voetsporen te treden?

Geplaatst door Jaap van der Doelen op 30 oktober 2017