K’naan duimt voor Afrika

K’naan lacht het laatst. Tijdens het schrijven van dit artikel bereikt zijn nummer Waving Flag voor de 16e keer een nummer 1 positie in de pop charts. Dit keer in Japan.

Wellicht ken je K’naan (Warsame) van zijn albums Dusty Foot Philosopher (2005) en Troubadour (2009). Of van zijn samenwerkingen met grote namen als Mos Def, Nas, KRS-One en Damian en Stephen Marley. Als je hem niet kent, valt K’naan, als mens en muzikant, wellicht het best te beschrijven aan de hand van The Messengers, een mixtape project dat hij deed met producer J. Period en waarop hij een ode aan Bob Marley, Bob Dylan en Fela Kuti brengt. “Toen ik drie nummers had opgenomen voor The Messengers (2009), belde ik J. Period dat hij naar de studio moest komen. Ik vertelde hem dat ik de meest unieke mixtapes ooit wilde maken. Iedereen maakt mixtapes, maar de meeste rappers gebruiken alleen andermans beats. Ik wilde het anders doen. Vooral om mijn fans aan elkaar te introduceren. Sommige van mijn fans kennen mijn muziek en die van Dylan. Anderen zitten in Nigeria en kennen mijn muziek en die van Fela Kuti maar niet die van Dylan. Ik vond dit een mooie mogelijkheid om mijn fans bekend te maken met elkaars muzieksmaak.”

“Voor mij zijn Dylan, Fela Kuti en Marley helden. Zij hadden allemaal iets te maken met het veranderen van muziek en levens. Fela Kuti creëerde, samen met Sony Island, een nieuw geluid: afrobeat. Maar hij was de originator. Marley maakte reggae populair. Dat veranderde levens. Dylan ‘stopte oorlogen’. Ze betekenen veel voor me.” Toch heeft K’naan niet voor een tribute aan deze drie artiesten gekozen vanwege hun revolutionaire geluid of boodschap. “Sommige mensen noemen ze politieke artiesten, ik niet. Bob Marley zie ik meer als iemand die om mensen gaf. Bij ‘politieke artiesten’ voel ik hun nepheid. Van Bob Marley heb ik nooit een onvertogen zin gehoord. Ik word niet ongemakkelijk van hem. Hij preekt niet en hij geeft me niet het idee dat hij te slim voor me is. Voor Dylan geldt hetzelfde. Hij zat in zijn eigen vreemde poëtische wereld, maar preekte niet. Hij praat over zijn vrienden en zijn leven. Politiek is vies, een te smerig woord om zulke mensen te omschrijven.”

De omschrijving ‘politiek artiest’ valt K’naan zelf ook vaak ten deel. Vroeg in zijn carrière sprak hij voor de Verenigde Naties over de situatie in zijn moederland Somalië, wat resulteerde in een staande ovatie van, en uiteindelijk een tour met Youssou N’Dour. En in zijn thuisland Canada en de VS is hij spreker tijdens Black History Month. Daarnaast heb je nog de media die er niet voor schromen hem neer te zetten als ‘de nieuwe stem van Afrika’. Hij lijkt in no-time uitgegroeid te zijn van betrekkelijk onbekende indie artiest tot Somalische superster. Sommigen noemen hem zelfs ‘de nieuwe Bob Marley’. Zelf is hij daar niet onverdeeld blij mee. “Het is niet iets dat ik goedkeur. Dat moet je weten. Ik hoorde zelf voor het eerst over die vergelijking toen ik in een tourbus zat met Stephen en Damian Marley. Damian zat naast me en liet me een artikel zien waarin stond ’K’naan herinnert ons aan Bob’. Ik werd er heel ongemakkelijk van. Ik herinner me dat ik me tegenover hen verontschuldigde dat zulke stomme dingen worden geschreven. Maar Steve zei na een tijdje: ‘Ze hebben gelijk.’ Dat is gigantisch. Maar ik wil de ruimte hebben om fouten te maken en de vrijheid om stompzinnige shit te doen. Als je met Bob Marley vergeleken bent, wordt dat ineens heel moeilijk,” vertelt K’naan nuchter.

Toch valt niet te ontkennen dat K’naan een bruggenbouwer is. Met zijn mengeling van Afrikaanse muziek, poëzie en hiphop verovert hij in rap tempo de harten van muziekliefhebbers uit alle windstreken. Soms krijgt hij uit de hiphophoek wel eens te horen dat zijn muziek te poppy is. Bij een vraag in die richting grapt hij: “Oh ja, hiphop. Dat maak ik wel eens… Ach, ik snap wel hoe die kids naar muziek luisteren. Maar er is iets dat zij niet weten. Ze weten niet dat MF DOOM naar popmuziek luistert. Zij zien zulke artiesten als een soort backpackende hiphopheiligen. Maar dat is niet alles wat ze doen. Ze zouden in shock raken als ze wisten waar Mos Def naar luistert. Of dat hij me heeft voorgesteld aan 50 Cent. Die twee zijn goede vrienden. Net als DOOM en Mos. Ze weten niet hoe die gasten zijn. Wij houden van muziek als muzikanten. Heel vroeg in mijn carrière waren mijn fans vooral backpack kids, vooral omdat ik toerde met Mos Def. Pas daarna kwamen de hippies, wereldmuziekmensen en popliefhebbers. Uiteindelijk zijn het allemaal muziekliefhebbers. Ik groeide niet als mens tot ik ging luisteren naar muziek die niet per sé voor mij gemaakt is. Waar ik tot dan toe naar luisterde, bevestigde alleen maar mijn overtuigingen. Je hebt er echt iets aan om buiten je hokjes te kijken. Vooral als je een competente musicus wilt worden.”

Door K’naans uitgesproken karakter en betrokkenheid kun je bijna niet anders dan je afvragen hoe het voelt om als Somalische vluchteling een WK-tour te doen voor een multinational als Coca Cola. In zijn moederland worden jongeren voor hun pogingen het WK te volgen hard gestraft. Ze worden opgepakt of erger. “Het is moeilijk voor me om in een feeststemming te komen als ik weet dat jonge Somaliërs die mij willen zien hun leven riskeren om dat te doen. Het is ingewikkeld. Ik ben hier. Mijn lied is een ’people’s anthem’ in Zuid-Afrika en waarschijnlijk ook de rest van de wereld. En de jonge mensen die mij zien als een voorbeeld van iemand die zijn obstakels heeft overwonnen, kunnen het niet zien of worden vermoord. Dat is gestoord”, vertelt hij hoofdschuddend. “In Somalië ben ik niet bekend om mijn muziek, meer vanwege mijn persoonlijkheid. De dingen waar ik voor sta hebben daar een enorme weerklank.” Zelf kan het multitalent – hij zingt, rapt, schrijft en musiceert – zijn populariteit in eigen land niet eerstehands ervaren. Berichten over hoe zijn mensen hem zien bereiken hem vooral via zijn vader. Als hij teruggaat, loopt de openlijk politieke rapper het risico opgepakt of vermoord te worden. Om aandacht te krijgen voor de situatie in zijn thuisland nam hij enkele jaren terug de clip voor het nummer Soobax op in een Somalisch vluchtelingenkamp in Kenia.

“Door alles wat ik doe wordt de aandacht op Somalië gevestigd. Ik ben nog nooit geïnterviewd zonder dat iemand daarnaar vroeg. En er is nooit een moment geweest dat Somalië geen onderwerp was als het aankomt op piraten of problemen. Alles wat ik doe heeft te maken met Somalië.” Je zou denken dat de overvloedige aandacht voor K’naans verleden en zijn land zorgt dat de aandacht vaak van zijn muziek naar zijn persoon wordt verschoven. Het tegendeel is waar. “Ik denk dat mijn muziek te verklaren is door mijn leven in Somalië. Sommige fans hebben geen idee uit welk land ik kom. Dat zie ik aan Facebook fanpagina’s. Dan staat er: ‘Hello from Argentina. I love K’naan with all the Waving Flag and Bang Bang. What country is he from?’ Ze hebben geen idee.”

Het afgelopen jaar doet K’naan zijn naam (betekenis: reiziger) eer aan. De afgelopen maanden toerde hij door Europa. Uiteraard trad hij op in Zuid-Afrika waar de FIFA momenteel met behulp van strikte gedragsregels voor het gastland Monopoly speelt. Dat kan K’naan niet zijn ontgaan. “Ja, ik weet er alles vanaf. In Johannesburg sluit de politie je tent als er maar iets op een feest naar de ‘World Cup’ verwijst. De FIFA heeft een merk te beschermen. Ze denken niet aan Zuid-Afrika of de mensen. Zij denken alleen: ‘Hoe kunnen we alles doen om dit vierletterwoord te beschermen en te conserveren.’ Daar komt geen bewustzijn bij kijken. Ik heb zo goed als niets te maken met de FIFA. Ik was in Zuid-Afrika om mijn nummers te spelen. Niemand kan mij claimen. Ik ben vrij brutaal en uniek in mijn openheid over wie mijn publiek is en met wie ik een connectie opbouw. Ik heb geen connectie met de FIFA. Ik ben alleen een toeschouwer die denkt: ‘Waar zijn jullie mee bezig?’”

“Ik ging naar Zuid-Afrika. En voor het concert had ik een rits shows in Soweto. Toen hebben we een set-up geregeld, in Soweto, vlakbij de townships en hebben daar een aantal concerten gehouden. Ik heb op het (WK) openingsconcert gespeeld en de volgende dag, tijdens de eerste wedstrijd, voor het stadion, voor mensen die geen geld hadden voor een kaartje. We speelden voor dertigduizend man.” K’naans eigenheid vind je overduidelijk niet alleen in zijn muziek. Onlangs zette hij een YouTube filmpje online waarin hij onverbloemd afgeeft op het gedrag van een gast tijdens een concert voor Coca Cola insiders in Rusland. “Over dat soort dingen denk ik niet eens na. Wat moet ik anders, ik kan alleen mezelf zijn. Niemand zou een video online zetten waar hij backstage zit te vloeken. [lacht] Ik compromiteer mijn waardigheid niet. Ik wilde die kerel slaan en neem geen blad voor de mond. Je kunt niet met een colaflesje naar me staan zwaaien als ik Waving Flag sta te zingen. Dat is respectloos. Ik heb mijn mensen opgebeld en gezegd dat ik op die manier nooit meer wilde optreden. Dan kunnen ze niet anders dan mijn keuze respecteren. De mensen die de fout in gingen, waren gasten van het eigenlijke publiek. De rest wist zich te gedragen.”

Bruggenbouwer, bijdehand, betrokken. Allemaal kenmerken die van toepassing zijn op K’naan. Aan het einde van het interview blijft er maar één vraag over. Is K’naan ook uitgesproken genoeg om te zeggen voor wie hij root tijdens het WK? “Ik wil dat een Afrikaans team wint. Ik support Ivoorkust. Als zij niet winnen, dan ben ik voor Ghana. En als zij ook niet winnen… Even serieus. Ik wil gewoon dat een Afrikaans team wint.” Hoe diplomatiek. Duimen voor heel Afrika.

Volg HIJS ook via Facebook (http://www.facebook.com/hiphopinjesmoel) en Twitter (http://twitter.com/HIJS)

Geplaatst door bowie op 18 juni 2010