Jojo Wavy: “Ik heb gewoon gemaakt wat ik zelf zou willen horen”

Jojo Wavy is geen onbekende in de scene, maar wel voor het bredere publiek. Hij kent het leven van de straat goed, heeft achter de schermen met een eigen productiehuis stenen bijgedragen aan Urban Control en was hij betrokken bij het begin van de carrières van o.a. SBMG en Young Ellens. Ondertussen is hij ook één van de leden van het nieuwe hiphopcollectief MOVNT OLYMPVS, waar hij zijn overstap van trap naar ‘nieuw classic hiphop’ maakte. Deze overstap vertaald zich nu naar het ontstaan van zijn solo debuutalbum Puur & Ongesneden. Het project dropte vandaag en daarom ging ik in gesprek met deze Curaçao born, Amsterdam based rapper.

Om iets over half zes hebben we afgesproken bij het metrostation van Gein. Aan de overkant van de straat komt Jojo Wavy in het zonnetje aangelopen met een brede grijns op zijn gezicht. We groeten elkaar en wandelen richting zijn appartement. Hij leeft vrij minimaal en heeft van zijn woonkamer een studio gemaakt. Op zijn bureau staat een Mac, twee enorme Yamaha HS8-speakers en daarnaast een zelfgemaakte booth. Voordat we beginnen, knalt Jojo Wavy nog even zijn nieuwe album aan. “Dit is het bro. Ik heb gewoon gemaakt wat ik zelf wil horen. Iets waarin ik over mijn leven kan vertellen. Alle dingen die ik heb meegemaakt, heb gehoord, heb gezien en heb geleefd. Ik doe hier thuis ook niks anders dan de hele dag door muziek maken. Behalve dat ik doordeweeks ook nog moet werken”, vertelt hij al lachend.

Opgroeien en hiphop

Al snel wordt het mij duidelijk dat alle ervaringen en keuzes in zijn leven als een soort oorzaak-gevolg verband hebben geleid tot het ontstaan van Puur & Ongesneden. Hij heeft meer dan genoeg meegemaakt, waarvan veel niet altijd even makkelijk is geweest. “Ik ben geboren in een working class family op Curaçao, met een liefdevolle moeder en een vader die vooral koud was. Zij heeft mij leren liefhebben en hij leerde mij dat je soms je tanden moet laten zien in deze wereld. Nu ik ouder ben waardeer ik alles meer, maar het was niet altijd even prettig. Als er geen geld is, staat je mind ook anders. Het ging slecht met het bedrijf waar mijn vader werkte en uiteindelijk werd hij ontslagen. Hij had daarna zelf een bedrijf opgezet met een matti, maar ook dat liep niet goed. Dus thuis was er veel gezeik.”

“Vanaf The Marshall Mathers LP ging ik helemaal op in die rapshit.”

Om te ontsnappen aan zijn thuissituatie, bracht hij veel tijd door bij zowel zijn oma als zijn neef. Bij zijn oma kwam hij voor het eerst in aanraking met de straat, waar hij toen wat “kattenkwaad ging uitvoeren” wanneer zij lag te slapen. Van zijn neef leerde hij verschillende soorten muziek ontdekken, met name hiphop. “Hij was altijd al bezig met muziek, omdat zij thuis wel kabel-tv hadden met MTV. Maar ik ben blijven hangen in die hiphopshit, vooral dankzij Eminem. Die had toen alleen nog de single My Name Is uitgebracht en ik heb die tune echt dood geluisterd. Ik weet nog dat ik op mijn veertiende verjaardag van mijn tante een cadeaubon kreeg voor een record store. Ik heb daar toen meteen de Marshall Mathers LP van gekocht. Vanaf dat moment ging ik helemaal op in die rapshit.”

Vervolgens begon hij thuis en op school steeds vaker zelf te rappen. Hij werd vooral geïnspireerd door de eerste twee albums van Eminem, en daarna vrijwel het hele roster van Aftermath. “Ik vond die shit zo hard en toen dacht ik: ‘Yo, dit kan ik ook.’ Dus ik ging thuis veel van die tracks zelf spitten en in de klas freestyle’de ik regelmatig in het Papiaments wanneer de boys op tafels aan het trommelen waren. Ik heb namelijk ook veel muziek uit Curaçao geluisterd, want daar gebeurde ook een hoop. Het is belangrijk om te noemen dat ik ook dingen zoals Dancehall Dreams, Basic One en Mostaman heb grijsgedraaid. Zij zijn net als Eminem even influential geweest in mijn stijl en smaak van nu. Toch bleef het de droom om vooral in het Engels te gaan rappen.”

Van warm naar koud

Die droom werd steeds groter toen hij op zijn zestiende met zijn moeder en zusje naar Nederland verhuisde en Nederlandse artiesten zoals Sugacane en zijn crew The Most Official in het Engels zag rappen. Eenmaal in Nederland woonden ze eerst in Den Bosch, maar waren vaak bij zijn oom in Amsterdam. “Zo heb ik de Bijlmer leren kennen. Mijn oom woonde midden in de Bims, boven de Etos bij dat poortje. Ik vond het daar echt fucking hard. Ik zag daar mijn soort mensen, en wist dat dit de plek was waar ik moest zijn. Den Bosch was vergeleken met de Bijlmer echt dying.” Tot zijn geluk kreeg zijn moeder binnen een jaar nog een woning aangeboden in Hoofddorp en Jojo Wavy was niet meer weg te krijgen uit onze hoofdstad. “Ik moest altijd rennen om de laatst mogelijke trein terug te halen”, vertelt hij lachend.

“Toen ik eenmaal alleen was, ging alles heel snel left.”

Twee jaar later verdween zijn droom tijdelijk uit het zicht. Zijn moeder had besloten om terug te keren naar Curaçao, en hij bleef op achttienjarige leeftijd achter met het huis in Hoofddorp. Met een hoop vrijheid moest hij het ineens allemaal zelf maar zien te regelen, wat niet altijd even goed ging. “Mijn moeder kon me nog houden, maar toen ik alleen was ging het snel left, man. Ik werkte veel en ging tegelijkertijd naar school, maar zag andere boys het steeds net wat beter hebben. Van hun leerde ik dat ik het ook ‘zo en zo’ kon regelen, dus dropte ik mijn werk en ging dat toen óók doen. Ik bleef wel naar school gaan, zodat wanneer mijn moeder belde ik met diploma’s kon laten zien dat het goed ging. Met hosselen heb ik mijn opleiding betaald en zo schommelde ik met alles een beetje.”

Wake-up call

Op je achttiende alleen staan met veel vrijheid gaat helaas gepaard met het leren van harde lessen. En dat is niet altijd even makkelijk. “Ik was jong, hè? Dus ik heb keuzes gemaakt die op dat moment een goede move leken. In die tijd was ik bijna altijd in Amsterdam en bleef ik vaak hier en daar slapen. Dus ik heb het huis in Hoofddorp toen opgezegd en ben een tijdje adresloos door het leven gegaan. Ik was nog steeds veel op straat, maar ik heb wel doorgehad dat ik roekeloos bezig was en mijn geld dom uitgaf. In mijn conscious heb ik altijd al dat duiveltje en engeltje gehad, maar zelf streef ik vooral naar het goede. Ik wilde gewoon geld verdienen, maar je moet jezelf daar niet in jeopardizen. Dus besloot ik van de straat te gaan en heb ik mezelf opgegeven voor begeleid wonen.”

Het heeft even geduurd voor hij een woning kreeg, maar uiteindelijk lukte het om via een begeleidwonen-project in Amsterdam een plekje te regelen. Vier jaar lang woonde hij daar samen met huisgenoten, totdat hij een unieke kans kreeg. “Ik was net 19 toen ik bij HVO terecht kwam en woonde daar met twee andere guys. Alleen was hun energie écht dying in dat huis, terwijl ik de hele tijd aan het bewegen was. Ik moest uit die sfeer, dus ik begon te zoeken naar iets anders en dat duurde echt tantoe lang. Er was niks te vinden en overal waren enorme wachtlijsten. Tot ik ineens op mijn drieëntwintigste een project tegenkwam in Heesterveld. Het ging om antikraak voor een langere periode en als je een goed plan voor een creatief initiatief indiende, kon je daar een huis krijgen. Mijn plan was een studio.”

Heesterveld

De droom waarmee hij naar Nederland was vertrokken kwam nu eindelijk wat dichterbij, alleen kreeg de manier waarop hij het wou gaan uitvoeren een andere wending. “Ik zat in een soort switch. Ik rapte soms nog wel eens wat, maar ben me meer gaan focussen op het opnemen en mixen. Mijn studio was echt een productiehuis geworden waarin ik samen met een andere neef van mij Legacy Entertainment heb opgezet. Tegelijkertijd gebeurde er in dat pand heel veel. Ik werd benaderd door Jan de Man om camera- en productiewerk te doen voor Urban Control, wat hij samen met Ganja-INC deed. Zonamo kreeg ook een studio boven ons en Killing Skills zat weer aan de overkant. Met die Zonamosessies kwam echt iedereen over de vloer en Killing Skills werkte weer veel met Bijlmerstyle samen. Door iedereen daar werd ons pand echt één groot netwerk.”

Zes jaar lang woonde hij in de studioruimte in Heesterveld, waar hij kennismaakte en werkte met diverse artiesten. Via zijn productiestudio heeft hij onder meer bijgedragen aan de beginfases van de carrières van SBMG en Young Ellens, waardoor het langzaam bij hem ook weer begon te jeuken. “In de periode dat ik veel bezig was met de carrière van Ellens, lag daar mijn hele focus. Hij kreeg toen die deal met Rotterdam Airlines en er was weer ruimte voor mijn eigen craft. Ik begon in het Nederlands ook die trapshit te doen, maar het leek alsof mensen mij niet begrepen op trap. Alsof het niet resoneerde. Ik ben eigenlijk niet iemand die graag bragged over op de streets zijn, hosselen of over wat ik allemaal heb. Ik voelde me niet geloofwaardig en daardoor kwam het ook niet tot zijn recht.”

Van trap naar boombap

Na Heesterveld verhuisde hij naar Gein en had hij meerdere mixtapes en singles gedropt. Hij was nog steeds aan het experimenteren met trap en belandde daarmee op de radar van Cobra, het rapper/producerduo van Ace en Locadia. “Ik wilde al een tijdje weer met mensen gaan werken. Mijn single Wavegod 1.4 was net uit, waardoor ik door Ace werd benaderd omdat hij die tune dope vond. Ik ben zijn shit ook gaan checken en vond het fucking hard. Dus we zijn een keer gaan linken, maar zij rapten al op hele andere beats dan trap. We hebben een super-experimentele tape gemaakt die toch nog een soort van trap was, maar ook weer niet. Dat was Cobrawave en het concept was Rick & Morty, met spacy beats en lyrical references. En just so you know, we did that before Soulja Boy”, vertelt hij lachend.

“My Jesus is black, hij draagt een ski mask.”

De samenwerking met Cobra verliep smooth en beide partijen haalden er veel lol uit. Omdat het zo goed klikte ontstond het idee om misschien een Cobrawave 2 te maken of misschien iets compleet nieuws te doen. “Ik zat al een tijdje thuis te experimenteren met boombap, maar bracht het nog niet uit. Toen ik ouder was ging ik meer naar Mobb Deep en dat soort gritty shit luisteren, omdat ik het door die straat tijd allemaal beter ging beseffen. Dus ik was een keer in een mood en zei tegen Cobra dat we een soort boombap, Mobb Deep-achtig iets moesten doen. Letterlijk in die woorden. We zaten in de studio te tapen en ik kwam met “My Jesus is black, hij draagt een ski mask”. Dat was de eerste zin die ik zei op die boombap-shit en die hele torie begon.”

MOVNT OLYMPUS

Nadat de track M.J.I.B. tot leven kwam, die later zou uitgroeien tot een hele tape, ging het balletje op hoog tempo rollen. Met het oog op een boombap-achtige sound gingen ze tracks opnemen op een mix tussen beats van bekende klassiekers en eigen producties. “We hebben eerst Voor Tio Lando gemaakt, het project dat geboorte gaf aan die M.J.I.B.-tape. Omdat we op Tio Lando zo kwijt gingen moesten we deze stijl gewoon nog een keer doen. We stuurden de nieuwe tape toen door naar Locadia en normaal gesproken haat hij echt alles. Nouja, hij hoort vooral gewoon meteen wat er niet klopt aan je beats of mix. Maar van M.J.I.B. werd hij echt blij en hij kende Ome Guus en Ill Material. We zijn een keer allemaal samengekomen en zo is uiteindelijk MOVNT OLYMPVS ontstaan.”

Als deel van het collectief MOVNT OLYMPVS dropte Jojo Wavy vervolgens een hele reeks aan singles en tapes, en sleutelde hij aan zijn nieuwe sound. Het is interessant om te weten dat hij al heel lang zijn teksten niet meer opschrijft en alles freestylet. “Ik noem het The Art of Focus Freestyle”, vertelt hij lachend. “Vroeger schreef ik schriften vol, maar op een gegeven moment ben je uitgeschreven. Dus toen ik weer ging rappen deed ik alles uit mijn hoofd en dat doe ik nu nog. Ik freestyle wel alles met een rode draad. Door de beat zie ik eerst een film voor mij en dan zet ik daar woorden bij. Ik kijk dan naar mijn leven, naar wat ik heb meegemaakt en zoek wat ik wil vertellen. Door hoe ik denk krijg ik allemaal ideetjes en dan focus ik op die rode draad.”

Puur & Ongesneden

Door te focussen op die rode draad in zijn leven en het vinden van de juiste sound en stijl, was het tijd voor een solo-debuutalbum. Zijn kunst was aangescherpt, hij had genoeg levenservaring op zak en een enorme, nieuw gevonden drive. “Ik heb Puur & Ongesneden in één weekend gemaakt, van vrijdag tot en met zondag. Ik heb tegenwoordig dingen te doen, want maandag moet ik gewoon weer werken”, grapt hij. “Vroeger had ik veel tijd voor hangen in de studio, maar tegenwoordig ben ik meer op een attack, kill, destroy als een soort van stealth assassin. De titel van dit album zegt al genoeg. Het is Puur & Ongesneden omdat ik in mijn puurste vorm vertel over de dingen die ik als mens heb meegemaakt. Ik zeg niet dat ik veel weet, maar ik heb genoeg gespreksstof door alle shit die ik heb gezien.”

Het valt op aan het album dat bijna alle producties zijn gedaan door Ethan Stout, een underground beatmaker uit de UK. “Wanneer ik beats zoek, kijk ik vooral naar producers met weinig followers. Als ik hun werk hard vind, stuur ik ze een bericht en zo heb ik Ethan Stout ook gevonden. Hij maakt precies die beats met de sound die ik zocht. Beats vol met samples van muziek uit mijn jeugd en waar ik me vrij op voel om te kunnen zeggen wat ik wil. Dus ik nam contact op en hij stuurde een map vol met beats waar ik uit mocht kiezen. Ik heb de beats uitgekozen waar ik meteen een gevoel bij had. De samenwerking verliep echt vlekkeloos en vooral heel zakelijk. Ik heb alleen nooit echt feedback van hem gehad, waarschijnlijk omdat hij me niet verstond.”

Van de tien tracks zijn er twee door andere producers gemaakt die hij ook online trof. Zo is Young OG door de canadese producer Sythe getikt en Porselein door Eddyyy en Ikari, twee Belgische producers. “Sythe vond ik nadat ik met Risskant een tune had gemaakt. Risskant dropte daarna een nieuwe tune met echt een sicke beat. Ik vroeg hem meteen wie de producer was en dat was Sythe. Die stuurde me toen een beat op die ik meteen heb gekicked. Eddyyy en Ikari hadden zelf contact met mij opgenomen. Ze stuurde me een aantal beats op, maar niet alles was mijn ding. De beat moet voor mij niet té hiphop, maar meer een soort classic klinken. Ik moet voelen dat je echt je best voor die beat hebt gedaan, want dan spreekt het me aan. Porselein was precies die beat.”

Features

Op het album staan ook features van meerdere heavyweights uit de Nederlandse underground. Zo is er een possecut met zijn crew MOVNT OLYMPVS, maar ook tracks met Dion Masé, Berry en Dookie. “Ik kende Dion Masé al via een item dat ik vroeger voor Urban Control heb gedaan. We hadden verder nooit echt gesproken of gechilled tot hij later een keer meekwam naar een sessie voor een aankomend MOVNT OLYMPVS-project. Toen hij zag dat ik ook solo bezig was en hebben we samen iets getaped. Dookie ken ik toevallig ook al van vroeger, maar die link kwam pas echt bij diezelfde sessie bij MOVNT. Berry ken ik weer omdat hij mij ging volgen op Instagram. Ik had de beat voor Porselein toen al gekregen en ik checkte hem. Ik hoorde hem namelijk al op de tune voordat hij erop stond. De rest is geschiedenis.”

“Hier heb je je cover, jongen.”

Van alle features is er eentje die het meeste opvalt. Met dezelfde vibe als Ché Noir van Griselda staan op meerdere tracks grimmige spoken word-achtige interludes van de nog onbekende Yprincess. “Zij is echt een talentvolle vrouw. Ze runt het mediaplatform Melanin Wonder, maar doet ook dingen met voice-overs en podcast. Ik vind haar stem gewoon heel dope, dus ik heb haar gevraagd of ze niet toevallig ook iets met poëzie deed. Toen hebben we samen een soort straatpoëzie-teksten geschreven die zij later heeft ingesproken. Door haar toevoeging kreeg het album echt een hele nieuwe vibe die ik nog nooit eerder in Nederland op een tape heb gehoord. Griselda heeft dat spoken word-achtige ook, maar in Nederland doen we dit eigenlijk al heel lang. Bij freestyles was er altijd wel iemand die meer poëzie deed. Dat concept moest ik gewoon meenemen.”

Door dit arsenaal aan features en de bijzondere en soulful beats in combinatie met alles wat hij heeft meegemaakt, is Puur & Ongesneden tot leven gekomen. Het album heeft een verfrissende sound en bevat nog één laatste en opvallend detail. En dat is de cover. “Ik wilde een foto van mezelf op de cover van toen ik net naar Nederland was verhuisd. Ik was toen net zestien, daar begon die hele rapdroom. De guy die op de cover staat wou zo ongelofelijk graag een rapper worden, dus ik gun hem die cover. Zo zie ik het zelf vooral, een jongen die hoopte dat hij het in Nederland ging maken met rap. Hij geloofde erin en hij wilde zo graag. Dus hier heb je je cover, jongen.”

Check het volledige album hieronder.

Geplaatst door bowie op 3 juni 2022