Sam J’taime: “Dit is míjn muziek, míjn vibe en míjn saus.”

Hij is al jaren bezig met rappen, kwam op onder de vlag van Bonne Chance Music -het label waar ook Minitrapper en Qucee hun muziek uitbrengen- en won FunX Talent Night. Sam J’taime maakte stoïcijnse straatraps, waarin hij vaak boos was. Zijn eerste EP Niet Van Paris uit 2017 paste bij die mindstate en slingerde hij zonder plan het internet op. Het vervolg, toepasselijk Niet Van Paris II getiteld, komt vandaag uit en Sam is blij én verrast met het resultaat. “Had je verwacht dat ik dit ooit zou maken? Ik óók niet, bro!”

“Bij mij is er geen plan B. Plan A gaat gewoon lukken.”

Er is wel een hele hoop veranderd, vertelt de goedlachse half-Marokkaans half Nederlandse rapper in een grand café onder de rook van station Amsterdam Muiderpoort. “De motor gaat nu draaien. Die moest even geölied worden, maar nu zijn we klaar om gas te geven.” Dat heeft de Hilversumse mc eigenlijk al gedaan in de aanloop naar de release van Niet Van Paris II. “Ik heb me met het artwork bemoeid, met de mix… zo van hier een beetje meer hoog, die toon bevalt me niet… dat is die control freak in me, soms lijk ik gewoon een beetje autistisch daardoor. Maar hey, het houdt me scherp. Ik houd ervan om mezelf constant uit te dagen. Bij mij is er geen plan B. Plan A gaat gewoon lukken.”

Het eindresultaat is een plaat die totaal niet lijkt op Niet Van Paris. Waar hij op zijn vorige EP vooral terugblikte op de door hem gemaakte fouten en gebeurtenissen in zijn leven (“hard, maar depressief”, noemt hij het zelf), lijkt nu een zonnige periode aangebroken te zijn. De muziek klinkt uplifting en nodigt af en toe zelfs uit om een dansje te wagen in de club. “En dat terwijl ik vroeger altijd die guy was die geen clubpokoes wilde maken, hè. Nu is alles om me heen beter geregeld; het management, de PR, de publishing. Daar heeft de muziek ook een sausje door gekregen. Als ik met een tape die ik zomaar gooide al anderhalf miljoen streams in ‘n maand kan pakken, wat ga ik dan met deze bereiken?”

“Vroeger had je van die draagbare cassetterecorders met een microfoon eraan. Ik liep daar altijd al mee rond”, vertelt Sam lachend op de vraag waar zijn liefde voor rap vandaan komt, terwijl hij nog een slokje van zijn water neemt. “Mijn moeder liet me daar laatst een foto van zien. Ik wilde toen al entertainen. Toen ik in de eerste klas kwam, kreeg ik voor het eerst muziekles en was ik al op die zangshit. Een mattie van me die inmiddels is overleden -Wilco, rest in piece- kon heel gek teksten schrijven, echt punchlines. Dat was in de tijd van battlerap en disstracks. Ik wist niet eens wat een punchline was, dat heeft hij me geleerd.”

“Ik denk dat mijn muziek zo eigen is omdat ik weinig naar andere muziek luister.”

“Ik luisterde in die tijd altijd naar 50 Cent en Eminem. Ik ben van ‘92, dus zij waren in de tijd dat ik mijn muzieksmaak ontwikkelde echt poppin’. Natuurlijk vind ik Tupac en Biggie ook hard, maar ik was vier, vijf jaar oud toen ze dede gingen. Nu luister ik eigenlijk weinig muziek meer, man. Ik weet gewoon dat als ik die Amerikaanse shit van nu ga luisteren, ik erdoor beïnvloed ga raken. Ik noem geen namen, maar er zijn genoeg voorbeelden van Nederlandse rapnummers die precies klinken als shit uit Amerika. Veel mensen vinden mijn sound uniek. Ik denk dat mijn muziek zo eigen is omdat ik weinig naar andere muziek luister. Dit is míjn muziek, míjn vibe, míjn saus.”

Hij werd door een paar partijen benaderd om zijn nieuwe project bij hen uit te brengen, maar Sam J’taime heeft dat naar eigen zeggen ‘allemaal gelaten’. “Dat gaat niet over een nacht ijs. Je hebt meerdere gesprekken. Ik ben een moeilijke jongen daarin, moeilijk maar slim. Ik val niet zomaar voor je mooie woorden. Gelukkig heeft dat geregel allemaal zo lang geduurd, want daardoor hebben Keyser Soze (de producer, red.) en ik meer tijd gehad om te schaven aan de sound. Nu denk ik ‘Aye, we hebben het weer geflikt’.”

Het vastzetten van de releasedatum van Niet Van Paris II heeft ervoor gezorgd dat hij pas echt ging vlammen. “Toen we eenmaal wisten dat de tape op 12 oktober ging droppen, ging ik nog op schrijverskamp en heb ik een week lang alleen maar refreintjes gemaakt. Toen ging die motor pas echt aan, a broer. Van maandag tot zondag zat ik dag en nacht in de studio. Tussendoor alleen even assie halen. Ik zat echt in werkmodus. Ik sliep niet meer, maar ik zei tegen mezelf ‘Kom op man, je móet.’ Op twee tracks na is toen de hele tape eigenlijk ontstaan. Dat heeft ervoor gezorgd dat er nu staat wat er staat en ik ben er echt heel tevreden over.”

“Je moet dóm denken voor die clubshit. Daar ben ik normaal niet van. Wie mij kent, weet dat er een bepaalde intelligentie in mijn teksten zit.”

Meer dan ooit speelt hij met melodieën, zang, kadans en ritmiek. Sam veert op als ik hem vertel dat dat me opvalt. “Ik had het er gisteren nog over met Josylvio bij m’n clipshoot voor Ewa Safi. We komen van samen freestylen in de auto, maar ik gooide toen al regelmatig zang erdoor, maar toch is deze single pas mijn allereerste pokoe die commercieel klinkt. Ik heb er minimaal vier teksten voor geschreven. Ik kán het wel, maar je moet dóm denken voor die clubshit. Daar ben ik normaal niet van. Wie mij kent, weet dat er een bepaalde intelligentie in mijn teksten zit. Nu wil ik laten zien dat ik het allebei kan én het kan combineren. Die verse heb ik uiteindelijk gefreestyled.” Het resultaat is een tropisch klinkend nummer waarop hij, Josylvio en Hef het snelle leven en de bijkomende geldverslaving beschrijven, en Kalibwoy het refrein verzorgt. “Ik hoop dat iedereen het straks roept in de club, haha. Ewa, Saaaafi! Die clip wordt trouwens heel gek. Je zou verwachten dat hier een clip bij geschoten wordt met twerkende chickies in de club, maar hier ga je iets heel anders bij zien. Ooit iemand een first person-video zien droppen? Dat is wat ik ga doen, man. Je ziet gewoon gekke acties! Mike Static heeft ‘m geschoten, dan weet je dat het een bepaald niveau gaat hebben.”

Of het nou een 101Barz-sessie is, een single of een akoestisch nummer als Kleine Jongen; Sam J’taime houdt het altijd echt. Laatstgenoemde track bevat een waargebeurde songtekst, net als de introtrack van zijn nieuwe plaat, waarin hij zichzelf alle vragen die hij naar zich toegeslingerd krijgt nog eens hardop stelt en ze in het volgende couplet meteen beantwoordt. Zonder opname in de populaire playlists van Spotify vergaarde hij met straattracks een eigen achterban en een respectabele vijftigste plek in de Album Top 100. En hoewel het minder straat klinkt, heeft hij ook nu weer genoeg onorthodoxe flows op bijzondere instrumentals. Met een heerlijke swing vergelijkt hij zijn oude leven met hoe hij nu zijn dagen doorkomt. Bijvoorbeeld in Terug: “Gooide m’n eerste EP en het kwam gelijk in de charts / Ik werd genomineerd voor een Best Talent Award / Ik hoor ze nu zeggen zo van ‘Sam, je gaat hard’ / Nu rock ik je stage, vroeger met die packs aan de bar.”

“Je kunt niet allemaal rare dingen doen op straat en dan herkend worden als rapper, man. Dat is fokking raar.”

“Hilversum is heel anders als de Randstad, man. Ook al ligt het er zó dichtbij. Ze luisteren wel naar je als je zegt dat je rapt, maar ze geven geen fuck, begrijp je wat ik bedoel? Door wat ik heb meegemaakt in mijn jeugd, met verkeerde mensen omgaan, zodoende in het verkeerde circuit terechtkomen, dat komt wel veel naar voren in mijn muziek. Het is gewoon wat ik heb gezien, snap je?” Sam heeft dat leven voorgoed achter zich gelaten, maar dat was geen makkelijke stap. Zo rapt hij in zijn 101 Barz-sessie Aadje zegt me ‘Sam, je moet meer rappen, maak er wat van / maar de straat blijft trekken aan me ookal houd ik afstand.
Hij licht toe: “Die tijd was anders, bro. In Hilversum kende iedereen me al, maar zodra ik in Amsterdam of Rotterdam kwam, was het de hele dag ‘Ewa Sam J’taime, je bent hard’… ik werd de hele dag herkend op straat, maar ik zag nog niet die rapdoekoe. Dus de verleidingen kwamen van links en rechts. Uiteindelijk weet ik beter. Je kunt niet allemaal rare dingen doen op straat en dan herkend worden als rapper, man. Dat is fokking raar. Dus ik heb de knoop definitief doorgehakt en ben voor muziek gegaan.”

Nu ligt er het resultaat van een jaar lang hard werken, dag en nacht in de studio zitten en muziek schrijven en schrappen. En hoewel Sam aan het einde van het gesprek laat weten eigenlijk geen prater te zijn, heeft hij behoorlijk het achterste van zijn tong laten zien tijdens deze ontmoeting. Hij is openhartig en eerlijk, en niet alleen in zijn muziek. Misschien zonder dat hij het zelf weet. Zo ook op Niet Van Paris II. Met onder die eerlijkheid zíjn muziek, zíjn vibe en zíjn saus.

Stream het nieuwe album via Spotify:

Geplaatst door bowie op 12 oktober 2018