Homeboy Sandman weet dat hij uniek is: “Er zijn weinig mensen die op mij lijken.”

Na het fenomenale staaltje psychedelische boombap dat Homeboy Sandman en Edan vorig jaar afleverden op hun album Humble Pi, volgt een wereldtour van het duo. Tijdens hun stop in Rotterdam chillden we met Homeboy Sandman voor een gesprek over whisky, wiet, en het plezier van schrijven.

Homeboy Sandman zit ontspannen van een whisky te genieten in de bar van WORM. “De tour tot nu toe is top. Stockholm gisteren, Ljubljana was vet, London, Edinburgh. In Edinburgh gingen we naar de top van een berg: Arthur’s Chair. Het waaide crazy hard en je keek over Schotland uit daarboven. Dat was pretty fly.

Zijn vriendin annex tourmanager Lisa verbaast zich er wel over dat ze bij de venue waar ze in Edinburgh moesten zijn alleen Jameson and Johnny Walker schonken. Ze gebruikt liever een scheut single malt om de speciale thee te maken waarmee ‘Sands’ z’n stem smeert. “Ik heb twaalf jaar lang niet gedronken maar kwam er nog niet zo lang geleden achter dat ik wel van whisky houd”, aldus de rapper die naar eigen zeggen vanwege een wilde jeugd lange tijd niet aan drank deed. “Behoorlijk stevig drankje om weer mee te beginnen, Sands!”, lacht fotograaf Joël.

Even later hebben we ons verplaatst naar de hotelkamer om er foto’s te schieten en een interview te doen dat ook over andere zaken dan booze gaat. Zo blijkt dat de zeven tracks van Humble Pi over een tijdspanne van meerdere jaren gemaakt zijn. “Soms moet je hem zappen met een veeprikker om hem aan de gang te krijgen”, grapt Sands over compagnon Edan, die alle beats voor de plaat leverde. “Maar hij haalde wel een hoop fly rhymes uit me! Heel verschillende stemmingen. Zo’n track als The Moment When heeft een sfeer die ik nog niet eerder heb weten te vangen. Concepten als Evolution of (sand)Man en Grim Seasons; de beats waren zo grandioos, zo gelaagd en met zoveel textuur, dat ik er wel een hoop creativiteit en speciale thematiek mee naartoe moest brengen.”

De samenwerking leverde bovendien een nieuwe manier van schrijven voor hem op: “Rock & Roll Indian Dance schreven we terwijl we naast elkaar zaten, lijn voor lijn. Dat was cool. Ik heb wel back & forth tracks gedaan, maar ik had nooit eerder op die manier geschreven. Met The Gut ging het totaal anders; ik had heel de song al geschreven, en toen inspireerde hem het om die korte, kleinere verses eraan toe te voegen, en dat was echt perfect. Ze vallen precies in het thema van die joint, maar dan wel op Edan’s manier.”

De samenwerking met Edan was er eentje waar ze bij zijn label Stones Throw stiekem al op hoopten sinds hij er tekende in 2012. Sandman: “Peanut Butter Wolf stelde me aan hem voor, meteen nadat ik er tekende. Dat was ik eigenlijk al lang weer vergeten. Bij het label waren ze echt fan van hem. Ze wilden al langer iets van hem uitbrengen, maar dat kwam er nooit van.”

“Toen ik stopte met wiet roken en erachter kwam dat ik in real life ook ill was, was dat wel even een momentje.”

“Edan is een echte artiest, net als ik”, verklaart hij over hun gezamenlijke chemie. “Ik gedraag me niet als een ander en rap zeker niet zoals iemand anders, en Edan zit ook zo in elkaar. Als ik terugkijk op alle mensen waarmee ik heb samengewerkt -ik heb met tig producers en mc’s samengewerkt- maar wat ze allemaal gemeen hebben, is dat ze streven naar iets unieks. Dat ze anders willen zijn dan iedereen, als enige in hun soort klinken. De mensen waarmee ik samenwerk zijn geen biters; het zijn creators.”

Het besef dat hij er zelf ook een was, kwam toen hij jaren geleden stopte met wiet roken: “Ik rookte wiet en had ill rhymes, maar ik had het gevoel dat ik die wiet daarvoor nodig had. Toen ik ermee stopte en erachter kwam dat ik in real life ook ill was, was dat wel even een momentje.”

“Ik was onderdeel van allerlei groepen en movements, zaken groter dan mezelf. Dat heb ik nu niet meer; ik voel me meer losstaand, als één enkel iets. Er zijn weinig mensen die op mij lijken.”

Het is niet het enige dat veranderde in zijn leven, want zijn onderwerpkeuze is door de jaren heen ook steeds meer verschoven. “Ik schrijf de laatste tijd meer over mezelf. Vroeger schreef ik meer over anderen en dingen in mijn omgeving. Dat raak ik ook nog steeds, maar dan meer in de zin van hoe het aan mij relateert”, zo beschouwt hij. “Naarmate mijn leven verandert, voel ik me anders over dingen om me heen. Ik heb niet dezelfde connectie met alles en iedereen zoals ik dat eerder had. Ik was onderdeel van allerlei groepen en movements, zaken groter dan mezelf. Dat heb ik nu niet meer; ik voel me meer losstaand, als één enkel iets. Er zijn weinig mensen die op mij lijken.”

Het maakte dat hij in zijn schrijven ook niet bang was om tegen wat schenen te schoppen. Zo schreef hij voor Gawker het veelbesproken essay Black People Are Cowards, naar aanleiding van wat hij voelde als een gebrek aan militant activisme onder zwarte Amerikanen. Het maakte behoorlijk wat stof los, maar bracht bij lange na niet wat hij ervan gehoopt had. “Mensen lezen volgens mij niet verder dan de eerste paragraaf bij veel van wat ik geschreven heb”, blikt hij terug. “Sterker nog, de artikelen die het meeste stof op hebben doen waaien, zijn het bewijs dat mensen niet verder lezen dan de eerste paragraaf.”

Reacties die blijk geven niets van zijn opinies begrepen te hebben, krijgt hij vrijwel niet op zijn raps: “Ik houd van verschillende vormen van schrijven, maar ik heb het idee dat de geestelijke consumptie van mijn muziek aandachtiger is, en daar een bredere groep mensen gedaan wordt. Maar ik waardeer iedereen die mijn werk wel gelezen heeft.”

“Ik heb het eigenlijk gewoon tegen niemand anders meer dan mezelf op dit moment.”

Voorlopig houdt hij het dus weer bij rappen. “Een rhyme schrijven is veel leuker om te doen”, vindt hij. “Ik kan een rhyme schrijven en zo lang die maar hot is, voel ik me goed.” Hoe en door wie het resultaat daarvan opgevat wordt, is voor hem van ondergeschikt belang. “Nu zit ik in een positie waarin de concepten die ik bedenk een soort van… ik heb het eigenlijk gewoon tegen niemand anders meer dan mezelf op dit moment. Ik schrijf nog steeds ook wel proza, maar meer om dingen voor mezelf op een rijtje te krijgen. Ik weet dat ik in elk geval naar mezelf luister.”

Meteen na het interview moet Homeboy Sandman terugwandelen naar WORM, zijn optreden begint over een paar minuten. Hij zoekt nog even naar zijn telefoon die onder een stapel werk blijkt te liggen, en klapt de laptop waarop hij instrumentals van een aantal bevriende beatmakers aan het afspelen was dicht. Sandman: “Ik weet nooit wat uiteindelijk een project zal worden, maar ik ben eigenlijk altijd aan het werk. Of ja, eigenlijk werk ik nooit; ik schrijf altijd rhymes.”

Geplaatst door Jaap van der Doelen op 25 maart 2019