Hiphoponderwijs wordt volwassen

‘We scholen de cultuur niet, maar ondersteunen de beoefenaars’

Onlangs studeerde Timmietex als eerste rapper af. Kan een mc dan afstuderen? Jazeker, sinds enige jaren bestaat hiphoponderwijs in verschillende Nederlandse steden. Maar waar weinig mensen vraagtekens plaatsen bij de geloofwaardigheid van een conservatorium, wordt het hiphoponderwijs op zijn zachtst gezegd met argusogen bekeken. Is dit terecht? HIJS sprak met docenten Jeremy Waterloo (Herman Brood Academie, Utrecht/Rockacademie, Tilburg), Steven Engel, niet te verwarren met rapper Engel (Roc Zadkine, Rotterdam), Bart Suér (Roc Albeda College, Rotterdam) en Gert-Jan Nabuurs (zelfstandig hiphopdocent) over beats and rhymes in the class room

Producer Jeremy Waterloo (Dr. Moon) kreeg vanaf zijn vierde pianoles, maar zijn hart ging pas echt harder kloppen van Public Enemy en N.W.A. tegen het einde van de jaren ‘80. Samen met mc Cilvaringz begeleidde hij al snel zo’n 30 mc’s/producers uit Tilburg. Even later ging het duo bij niemand minder dan Wu-Tang leider RZA in de leer en werkte Jeremy onder meer als boeker en tourmanager voor de Clan. Toen de Rockacademie werd opgezet schreven Jeremy en Cilva zich in maar door gebrek aan begeleiding (hiphop was toch onbekend terrein voor de meeste docenten) maakten ze de opleiding nooit af. ‘Maar ze gaven me wel de kans om een rapopleiding op te zetten. Ik ben trots dat de eerste bacheloropleiding voor rappers op mijn naam staat!’

Bart Suér van de opleiding Muzikant/Producer aan het ROC Albeda College in Rotterdam is een breed geörienteerde muziekliefhebber. Zo studeerde hij saxofoon aan het conservatorium in Amsterdam en zette hij een aantal jaren geleden het muziekplatform Dox op. Met soulvolle en jazzy en wat meer toegankelijke artiesten als Benny Sings, Giovanca en Wouter Hamel bedient hij een flinke markt. De saxofonist ziet een duidelijk verband tussen jazz en hiphop. ‘Jazz is net als hiphop een muziekstroming die als het ware ’op straat’ is ontstaan. Het is een duidelijke tak van dezelfde boom: black music.’ Steven Engel besloot na zijn studie Bestuurskunde naar het conservatorium in Rotterdam te gaan om nog beter te worden op zijn instrument, de basgitaar. Na verschillende banen in de muziekwereld werd hij in 2006 gevraagd om de opleiding Artiest/Sound Design aan het ROC Zadkine in Rotterdam op te zetten. ‘Dat vond ik een mooie uitdaging, die ik met beide handen aangreep.’ Gert-Jan Nabuurs (alias Nappie) is hiphopartiest (Last Crewsaders), heeft zijn eigen label (4XM) en geeft veel hiphopworkshops. In de zeven jaar dat hij nu workshops geeft gaat het Nappie goed. ‘Het blijft knokken voor je plekje, maar ik mag zeker niet klagen!’

Om maar gelijk met de deur in huis te vallen. Hiphop is een straatcultuur pur sang. Moet je dat niet gewoon zo laten? Waarom hiphoponderwijs? ‘Kijk’, zegt Bart Suér, ‘natuurlijk is hiphop een straatcultuur maar dat wil niet zeggen dat je mensen helemaal niets kan leren. We vertellen de leerlingen ook niet echt wat ze moeten doen, maar kijken wat ze in huis hebben en spelen daar op in. Onze studenten zijn tussen de 16 en 25 en hebben nog veel te leren. Over de geschiedenis, een beetje muziektheorie, de zakelijke kant. Hun muziek sturen we aan, maar daarin zijn ze verder natuurlijk vrij.’ Steven Engel snapt de criticasters wel.‘Het is lastig om zowel school als talentontwikkelaar te zijn. Regels staan vaak op gespannen voet met de straatcultuur natuurlijk. Daarom is het voor ons belangrijk dat we gemotiveerde studenten binnenhalen. Vergis je niet, voor veel jongens is dit de enige opleiding die ze écht willen doen. Daarom werken ze er hard voor en nemen de regels voor lief.’


Timmietex studeerde met zijn Tantu Spange Tatta EP als eerste af aan de Herman Brood Academie in de discipline Rap.

Nappie vindt het een achterhaalde stelling. ‘Toen ik in 1984 als jongen uit een klein brabants dorp op zoek moest naar hiphop was er niets en moest ik het inderdaad helemaal zelf uitzoeken. Maar anno 2010 komen kids toch wel in aanraking met hiphop via tv en internet. Waarom zou je ze dan niet de nodige dingen kunnen en mogen bijbrengen? Daarbij, ook op straat leren mensen van elkaar.’ Jeremy beaamt dit: ‘Naarmate internet groter werd, groeide hiphop mee. Dus ik denk dat onderwijs een volgende stap is in de ontwikkeling. We behouden de cultuur, alleen de definitie van het woord ’straat’ wordt steeds breder. Ik wil daarbij wel gelijk wijzen op het feit dat mijn opleidingen dus ook maar een aantal hoeken van die straat vertegenwoordigen. Het is niet de enige manier om er te komen, maar de straat heeft er wel weer een paar nieuwe hoeken bij gekregen!’

Welke vakken krijgen de aspirant producers en mc’s aan de verschillende opleidingen? Jeremy legt het verschil tussen de Rockacademie en Herman Brood Academie (HBA) uit. ‘Aan de Rockacademie komen de studenten in de ’skills community’, dat houdt in dat ze omringd zijn door gelijkgestemde artiesten en zelf aangeven waar ze behoefte aan hebben. Op de HBA ligt de nadruk op ‘Artist Development’. Alles draait om de persoonlijke ontwikkeling als artiest. Ze komen binnen met een opdracht en doen veel praktijkervaring op.’ Op het Albeda college is het totaalplaatje van het bestaan als artiest het uitgangspunt, legt Bart uit. ‘Aan de ene kant stellen we basic drum, zang en piano verplicht en volgen de producers geluidstechniek- en software cursussen. De mc’s gaan aan de slag met songwriting. Daarnaast stomen we de studenten klaar voor een bestaan als zelfstandig muzikant en alles wat daarbij komt kijken. De business-kant dus. Het belangrijkste onderdeel is Cyclus, het eigen werk. Dat behelst ongeveer 1/3 van de opleiding.’

Steven gooit de studenten gelijk in het diepe. ‘Als ze bij ons binnenkomen krijgen ze gelijk een deadline: ’over acht weken is je eerste optreden, ga alles maar regelen.’ Dus nummers schrijven, een locatie regelen, promotie doen, alles. Om de opdracht heen structureren we de vakken. En zo krijgen ze iedere tien weken een nieuwe opdracht. Van het maken van een demo tot het samenstellen van een elektronische presskit en daarmee zelfstandig een optreden regelen. Natuurlijk lukt dat niet altijd, maar dat is geen probleem want ook een mooi leerpunt.’

Iedere muzikant heeft een andere stijl en andere behoeftes, daar wordt rekening mee gehouden. ‘In het onderdeel Cyclus begeleiden we iedereen persoonlijk met het ontwikkelen van hun muziek. We scholen de cultuur niet maar ondersteunen de beoefenaars.’, vertelt Bart. Steven Engel zit op dezelfde lijn. ‘Na het eerste jaar met alle opdrachten bekijken we wat er per persoon nodig is. Sommigen hebben al veel opgetreden en zijn daar al ver in. Anderen weten al heel goed wat hun stijl is, maar moeten nog leren optreden of hun zaakjes goed regelen. Dat verschilt sterk, dus daar spelen we op in.’

Een paar voorbeelden van getalenteerde studenten? Jeremy maakt duidelijk niemand tekort te willen doen door een lijstje te geven. ‘Iedere student heeft genoeg potentie, maar mensen als Timmietex, Overtref, Tjerkovara en Polski brengen al dingen uit.’ Bart: ‘We zien het in iedereen zitten, maar wat bekendere namen zijn bijvoorbeeld DJ Abstract, UnknownEye, Carisma en Esperanza.’ ‘Dikke Vandalen, De Dichter, Crooks en Jupiter Negers zijn bij ons aardig op weg’, zegt Steven.

De docenten staan over het algemeen dicht bij de studenten. Omdat Jeremy zelf uit de hiphop scene komt heeft hij een mooie lijst docenten tot zijn beschikking. ‘Momenteel werken Sticks, Rico, Jiggy Djé en Kubus op vaste basis op mijn opleidingen, en geven mensen als Typhoon, Salah Edin, Brainpower, Extince, Hef, A.R.T., Deams en Pax regelmatig gastlessen. Ik denk dat we daaruit wel mogen concluderen dat de hiphopomgeving inmiddels wel achter het idee van een opleiding staat.’ Nappie is zelf artiest en werkt veel met zijn groepsleden van Last Crewsaders, producer Y’Skid en breakdancers als de Hustle Kidz crew. Op het Albeda College werken mensen als Omar Rey en multi-instrumentalist Wouter Muste terwijl op het Zadkine ex-Postmen lid G-Boah en Diggy Dex hun kennis overbrengen. Extra bij het Zadkine is het eigen impressariaat Klankenhouse. ‘Dat loopt heel goed. Onze studenten kunnen bij Klankenhouse stage lopen en zo ervaring opdoen met het boeken van optredens en workshops.’

De uitval valt mee. ‘Op de meeste mbo’s is uitval echt een groot probleem, maar bij ons is er alleen in jaar 1 redelijk wat uitval. Daarna zijn het misschien 2 op de 30. Studenten kiezen bewust voor de opleiding, dat scheelt natuurlijk veel’, legt Bart uit. Bij het Zadkine is de uitval vergelijkbaar. ‘Inderdaad, misschien een procent of 10, het valt erg mee,’ zegt Steven. ‘Op de Rockacademie neem ik ieder jaar 8 mensen aan, waarvan er meestal tussen de 6 en 8 doorgaan. De HBA loopt ook goed, 9 van de 10 eerstejaarsstudenten gaan gemiddeld door.’

Groter groeien is niet nodig voor Jeremy. ‘8 mensen per jaar op de Rockacademie en 10 producers en 10 mc’s op de HBA is al te veel om af te leveren aan de industrie, dus het is zo wel prima.’ De Albeda en Zadkine opleidingen tellen ongeveer 120 studenten en dit is een mooi aantal volgens Bart en Steven. ‘Echt groter hoeft het niet te groeien, op deze manier blijft het persoonlijk en kunnen we de kwaliteit blijven waarborgen’, vertelt Bart. ‘Bovendien moet je de markt niet verpesten,’ vindt Steven. Het blijft lastig om in de muziek rond te komen, dus willen we echt alleen de besten een kans geven.’

Met dank aan:

Jeremy Waterloo (Herman Brood Academie, Utrecht/Rockacademie, Tilburg)
Steven Engel (Roc Zadkine, Rotterdam)
Bart Suér (Roc Albeda College, Rotterdam)
Gert-Jan Nabuurs (zelfstandig hiphopdocent)

Geplaatst door bowie op 15 maart 2010