Infamy

Met Infamy komt Doug Pray terug na Scratch uit 2001. Hoewel hij in 2004 ook ‘Red Diaper Baby’ regisseerde, is dit geen documentaire over hiphop en kunnen we in Infamy een soort opvolger van Scratch zien. In deze documentaire wordt namelijk een volgend element van hiphop behandeld, na turntablism is het nu de beurt aan: Graffiti.

Infamy draaide op het Resfest film festival dat op 8 en 9 oktober in Amsterdam en Rotterdam plaats vond. Op dit festival draaiden de films ‘Rize’, Just for Kicks en ook Infamy. Op de zondagavond kon ik Infamy in de Balie in Amsterdam gaan bekijken. Bij aankomst bleek gelijk dat de belangstelling voor Resfest groot was, want er stonden al veel mensen buiten en er hingen briefjes dat alle films waren uitverkocht. Infamy bleek zelfs meer dan uitverkocht; ondanks dat er 2 extra klapstoelen waren geplaatst, moesten er een aantal mensen op de grond plaatsnemen. Ik vond het ook onbegrijpelijk dat deze documentaire in de kleine zaal draaide waar ongeveer 30 plaatsen beschikbaar zijn. De overvolle zaal met veel mensen die teveel bier hadden gedronken zorgde wel voor een aparte sfeer en dat had ook zo z’n charme.

Met deze documentaire probeert Doug Pray de graffiti sub-cultuur in beeld te brengen. Hij doet dit door interviews te houden met Saber, Claw, Enem, Toomer, Earsnot en Jase en ze te volgen als ze op pad gaan om te bomben, taggen of een piece te zetten. Door middel van de interviews en beelden probeert Pray ons te laten zien wat de drijfveer is van deze mensen en wat voor mensen er eigenlijk schuil gaan achter de graffiti die je op straat tegen komt. Pray weet op pakkende wijze duidelijk te maken wat de verschillende artiesten ervoor over hebben om hun fame te verspreiden. Zo zien we Toomer staan op enorme hoogte en een heel klein richeltje. Een verkeerde stap en hij zou te pletter vallen. Iedereen heeft zijn eigen verhaal, Saber is halfdood geslagen, Earsnot is homoseksueel en trots daarop en Jase is een soort alcoholist die nog maar erg weinig tijd voor zijn vriendin over heeft. Middels de interviews en gesprekken met moeders, vriendinnen of broers probeert Pray te laten zien hoe belangrijk graffiti is voor de artiesten.
Dat ze allemaal leven voor graffiti is overduidelijk, maar waarom deze mensen graffiti zo belangrijk vinden blijft wat meer in de duisternis. Pray weet de drijfveren niet erg duidelijk in beeld te brengen en de vraag is ook of hij dit echt wilde. Het lijkt er meer op dat Pray het verhaal achter de namen op de muur wilde belichten en de kijker een glimp van de graffiti scene wil tonen.
Pray probeert ook de basis regels van de graffiti duidelijk te maken om te laten zien hoe het een en ander werkt in de graff scene. Voor leken, als ondergetekende, een handige bijkomstigheid. De regels zijn allen ongeschreven en dat deze niet met zachte hand worden bewaakt blijkt aan het einde van de documentaire als alle hoofdrolspelers wel iemand blijken verloren te hebben.
Om ook de andere kant van de graffiti te laten zien volgt Pray ook Joe Connolly, of de graffiti guerrilla zoals hij zichzelf noemt. Joe heeft het tot zijn levensdoel verheven om graffiti te verwijderen en de obsessie van deze man staat in mooi contrast met de artiesten aan de andere kant van de wet. Hij wil ten koste van alles duidelijk maken dat hij minstens zo ver gaat als de artiesten en ook hij klimt dus hoog in reclame borden om de gemaakte pieces weer over te schilderen.
Ik kan verder kort zijn over Infamy, de documentaire boeit van begin tot eind. Voor mensen die niet veel van graffiti afweten is het een erg mooie introductie en voor mensen die wel midden in de graff scene zitten is het een mooi stuk herkenning. Door pakkende beelden en interviews weet Pray in beeld te brengen wat graffiti betekent voor de jongens (en meiden) die er mee bezig zijn en licht hij een tipje van de sluier op over hoe het in de graffiti wereld werkt. Na afloop applaudisseerden alle aanwezigen en dat lijkt me veelzeggend.

Speelduur: 90 minuten

Meer info: http://www.resfest.com & http://www.infamythemovie.com/

Geplaatst door bowie op 15 oktober 2005