Hiphopfestivals blijken het geld waard

Aan het woord is Ingeborg Struyk, projectleider van het Groningse urban festival New Attraction, waarvan dit jaar de negende editie is gehouden op zaterdag 9 juli: “Tussen kwart over 1 en kwart over 2 hadden we te maken met een echte tropische hoosbui, alles stond blank. De 200 mensen die toen voor de kassa stonden, hebben we binnen gelaten omdat we ze niet met goed fatsoen konden laten wachten. Het festival heeft een uur stil gelegen, de 1000 mensen die al aanwezig waren, werden extra euforisch toen het daarna lekker droog werd. Het leek ineens alsof we heel goed weer hadden. Hoewel dat tegen viel voor een zomerse dag, hebben we het de rest van de dag droog gehouden.” Ook het Bossche Hip Hop in Duketown heeft tijdens de vijfde editie op zaterdag 25 juni niet het beste weer, maar de weergoden zouden zo maar eens hiphopliefhebbers kunnen zijn, want geen van de festivals verregent in deze toch kletsnatte zomer.

Pic door Arjan Kremer

‘Fuck dat, daar wil ik niet voor betalen’

Een grotere spelbreker dan het weer zou dit jaar het economische klimaat kunnen zijn. Terwijl potentiële bezoekers eerder minder dan meer te besteden hebben, zien veel festivals zich vooral vanwege de (op handen zijnde) cultuurbezuinigingen genoodzaakt entree te vragen. Voor Hip Hop in Duketown, I Love Hiphop, Appelsap en Boogiedown Breda is dat voor het eerst, New Attraction is al enkele jaren betaald. Een spannend jaar dus voor de festivals, waarin duidelijk wordt hoe trouw de bezoekers zijn. Voor het Haagse I Love Hiphop pakt deze eerste betaalde editie (7,50 euro) niet goed uit wat betreft bezoekersaantal. “Alles bij elkaar zo’n 1500 bezoekers waarvan ongeveer 400 betalende”, aldus organisator Peter ‘MistaSweet’ Oostinga. “Dat is dramatisch natuurlijk. De eerste editie (met Black Milk als headliner) trok 3500 bezoekers, dat is de best bezochte tot dusver. Als deze editie (met Saigon als headliner) niet betaald zou zijn geweest, hadden we die eerste wel kunnen evenaren.”

De beslissing om entree te gaan vragen en de effecten daarvan legt Peter als volgt uit: “Tegenwoordig zijn bijna alle festivals betaald, dus dan moeten mensen keuzes maken. Dat is lastig, zeker in tijden van crisis en recessie. En er zullen ook wel mensen niet zijn gekomen, omdat we voorheen gratis waren en ze zoiets hebben van ‘fuck dat, ik wil daar niet voor betalen’. Maar ja, we hadden een gat in de financiën (mede door minder subsidie) en het was de keuze óf knippen in programmeringskosten die al laag zijn, met als gevolg dat we echt nog amper iemand kunnen boeken, óf entree gaan vragen. We hebben die bewust laag gehouden, maar we willen mensen er wel op voorbereiden dat niet alles gratis kan blijven.” Maarten van Vugt van Boogiedown Breda (15 euro voorverkoop, 20 euro aan de deur), dat op zaterdag 20 augustus de vierde editie kende, is het met die laatste opmerking eens. “De doelgroep mag anno 2011 best beseffen dat we de financiële klappen samen moeten opvangen. Als organisatie die het hele jaar vrijwillig aan Boogiedown werkt, moeten we toch uit de kosten komen. Het minste wat de bezoekers dan kunnen doen is hun drank kopen op het festivalterrein. Het is wel positief dat we tegelijk op entree zijn overgeschakeld, dat laat aan de bezoekers ook de noodzaak zien van die beslissing.” Over bezoekersaantallen overigens niets dan tevredenheid bij de Boogiedown crew, het festival trok 3000 mensen. Ook Hip Hop in Duketown (5 euro) en het uitverkochte Appelsap (15 euro) zijn tevreden met de respectievelijk ruim 4700 en 8000 betalende bezoekers.

Pic door Jamie Hoogland

Kaf en koren

Tegenover de 3000 Boogiedown bezoekers dit jaar staan de ‘5000, misschien wel 6000’ bezoekers in 2010. “Maar de doorloop was voorgaande jaren enorm, een half uurtje blijven hangen en dan weer weg. Die dagjesmensen ben je nu kwijt.”
Een doorloop die voor een groot deel samenhing met de locatie naast het Valkenbergpark (het Kasteelplein) waar bijna iedereen die het Bredase centrum bezoekt, langskomt. Dit jaar was Boogiedown Breda op het Chasséveld, waar dat minder het geval is. Ook voor Rogier Smalhout van het Amsterdamse Appelsap, dat dit jaar op zondag 31 juli de tiende editie vierde, is de samenstelling van het publiek een aandachtspunt. Appelsap is al jaren een plek waar de hippe Amsterdamse uitgaansscene samenkomt met buurtbewoners uit Oost en hardcore hiphoppers uit de Bijlmer. “Het festival trekt nog steeds een gemêleerd publiek, maar het is wel wat minder omdat het betaald is. Dat is zeker een punt dat we aandacht moeten blijven geven, want Appelsap moet aantrekkelijk zijn voor een gezin in de buurt, een gezin uit de Bijlmer en voor muziekliefhebbers in het algemeen. Dit jaar was het iets meer gewoon festivalpubliek, maar dat kwam denk ik ook omdat we niet echt een grote hiphopheadliner hadden. Zo’n headliner willen we volgend jaar wel weer gaan neerzetten.”

Ferdi Wijnmaalen, organisator van Hip Hop in Duketown, ziet de positieve kant van het feit dat zijn festival nu betaald is: “Met zo’n (lage) prijs creëer je natuurlijk wel een drempel, maar deze is door de bezoekers als zeer minimaal ervaren. We hadden wel iets minder bezoekers dan vorig jaar, maar dat lag volgens mij eerder aan het mindere weer dan aan de entreeprijs. Doordat we entree vragen komen nu alleen de mensen die er ook 100% zeker bij willen zijn.” Het kaf wordt van het koren gescheiden, waardoor alleen de echte liefhebber overblijft, zo geeft ook Boogiedown Maarten aan. “En de mensen zien ook dat het geld niet is bedoeld om heel commercieel winst te maken, maar voor een kwaliteitsinjectie in het terrein en het programma.” Het is niet de bedoeling de entreeprijs van Boogiedown Breda flink te verhogen de komende jaren, maar wanneer 2,50 euro extra betekent dat er een gruwelijke naam naar de Brabantse stad kan komen, wordt die keuze wellicht wel gemaakt.

Pic door Murph

Programmering en uniek zijn

Het zijn ook vooral de internationale artiesten, zoals dit jaar R.A. the Rugged Man, Ladi6 & Parks ft. Julien Dyne en Naughty by Nature, waarmee de zelfverklaarde liefhebbers in de organisatie van Boogiedown Breda zich willen onderscheiden van andere festivals. Ook omdat de vijver van Nederlandse artiesten te klein is om elk jaar originaliteit en kwaliteit uit te vissen. “De Nederlandse line-up van ons komt natuurlijk voor 80% overeen met die van Duketown. We hebben wel contact met elkaar over de internationale acts, want het zou zuur zijn als je achter de schermen bezig bent met dezelfde hoofdact”, aldus Maarten. Hoewel contacten tussen de organisaties (nog) niet heel vergaand zijn, worden de handen wel steeds vaker ineen geslagen en bezoeken ze geregeld elkaars evenementen. Maarten: “Het is goed dat de organisaties steeds meer inzien dat we elkaar moeten supporten. Het is bijvoorbeeld gemakkelijk om elkaar met promotionele dingen te ondersteunen, maar Duketown zal Duketown blijven en Boogiedown zal Boogiedown blijven.”

Het uniek zijn als festival is misschien nog wel het makkelijkst voor New Attraction, dat volgens Ingeborg eigenlijk het enige grote initiatief is voor de jonge urban doelgroep in het noorden van het land. De vooral Nederlandstalige hiphopacts, zowel gevestigde als opkomende namen, zorgen ervoor dat 50% van de 4000 bezoekers tussen de 15 en 18 jaar jong is. De oudere helft van de aanwezigen kan zich ook vermaken met de vele overige optredens en activiteiten. Appelsap onderscheidt zich al jaren door de focus die breder is dan hiphop alleen, zo was er dit jaar een tweede podium met vooral elektronische muziek. Rogier benadrukt dat het geen vreemde stap is, voor een ‘fresh music’ festival. “We kunnen best een keer een oldschool act neerzetten, maar dat is niet de hiphop van deze tijd. We willen altijd met iets origineels komen zoals dit jaar bijvoorbeeld met Random Axe en Kendrick Lamar.” Waar Boogiedown Breda en I Love Hiphop nog iets meer gericht zijn op de puristen, heeft Hip Hop in Duketown er geen moeite mee commerciëlere acts naast hardcore hiphoppers te programmeren, zoals dit jaar bijvoorbeeld Flinke Namen naast Pharoahe Monch. En waar op alle festivals wel meer gebeurt naast de muziek, geven vooral I Love Hiphop en New Attraction de hiphopelementen graffiti en breakdance een prominente plek, bijvoorbeeld in de vorm van de Jammin on Beat bboy-competitie (I Love Hiphop) en bboy-jam Spinoff (New Attraction).

Pic door Joel Frijhoff

Toekomst

Al deze betaalde hiphopfestivals met een eigen profiel hebben zeker bestaansrecht en toekomst. Dat mag, ondanks een wat bezoekersaantallen betreft minder succesvolle editie van I Love Hiphop, na deze zomer de conclusie zijn. Boogiedown Breda gaat op dezelfde voet verder. Appelsap wil er graag een derde podium bij om soul en jazz een prominente plek te geven. “Qua grootte en prijs willen we natuurlijk geen Lowlands worden, maar we zijn niet bang om te groeien”, aldus Rogier. Ferdi geeft aan dat Hip Hop in Duketown volgend jaar verhuist van de Parade naar ‘een groene omgeving omringd door water’. Voor het eerst is er dan ook een camping en duurt het feest een heel weekend van vrijdag tot en met zondag (inclusief Reggae in Duketown), waardoor het volgens Ferdi nog meer een echt festival wordt. I Love Hiphop hoopt volgend jaar met een sterk programma de stijgende lijn qua bezoekersaantallen weer in te zetten, hetgeen volgens Peter moet lukken. De ervaringen van Ingeborg, die met New Attraction volgend jaar een knallende tiende editie wil beleven, sterken dat vermoeden: “Wanneer je een betaald festival wordt, heb je een terugval, dat zullen andere festivals ook wel merken. Mensen willen liever niet betalen voor iets dat altijd gratis was. Maar op den duur is dat betalen geen issue meer. Mensen zeurden bij onze eerste betaalde editie over de 2,50 euro entree, nu vinden ze de 7,50 euro eigenlijk wel goedkoop.”

En hoe is het met het Utrechtse Roffest festival?

Pax van de organiserende stichting Habek: “Waarom er geen Roffest is geweest dit jaar? Vorig jaar zijn we wel uit de kosten gekomen, maar we hebben geen buffer opgebouwd om deze zomer iets met Roffest te doen. Kort gezegd hadden we gewoon geen geld. Subsidies verkrijgen wordt ook niet gemakkelijker, we moeten meer op onze eigen krachten focussen. Voor een Roffest festival volgend jaar kunnen we geen garantie geven, maar het zou wel kunnen. Het zijn gekke tijden.” Pax’ collega Jasper Saman laat weten dat Habek sowieso een festival wil organiseren in 2012, maar dat de precieze vorm, naam en locatie nog bepaald moeten worden.

Pax: “Het is wel goed in het volwassen worden van de hele hiphopscene dat je gewoon entree moet betalen voor een festival. Wij waren vanaf ‘the get go’ niet de enige, maar een van de weinige die entree vroegen. Het is ook gewoon geld waard toch. Je kan wachten op de overheid tot zij de juiste waarde van hiphop inzien, maar er is geen directere manier om het mandaat van het volk te krijgen dan door ze een ticket te laten betalen. Er is geen democratischere manier dan dat. Je kunt sponsors proberen binnen te halen, maar ik ben er niet echt fan van. Ik zie het eerste ‘Rabobank hiphopfestival’ zo maar mislukken.”

Pic door Joel Frijhoff

“Terugblikkend op de drie Roffest edities waren het wel masterlijke ondernemingen, enorm leuk om te doen. Het is crazy, je bent een jaar van tevoren al aan het bedenken wat je wilt gaan doen, en we hadden er eigenlijk niemand bij die ervaring had in het organiseren van zulke grote evenementen. We begonnen in 2008 met minder dan 1000 bezoekers, en hoeveel we er alle edities hebben gehad weet ik niet zeker, maar er zat een stijgende lijn in met vorig jaar misschien 2500 tot 3000 bezoekers. Qua weer hadden we wel een soort jinx over ons, maar dat kon de pret meestal niet drukken, want ik heb echt gekke feesten gezien op Roffest. Maar als festival moet je het ook niet hebben van de mensen die op de dag zelf bepalen om wel of niet te komen, afhankelijk van het weer. We moeten het hebben van de mensen die zeggen: ‘Wat!? Roffest, daar wil ik bij zijn, check die line up! Ik ga m’n ticket vast halen.’ Het is leuk als je op de dag zelf bepaalt dat je mee gaat, iedereen is welkom, zeker, maar dat zijn niet de mensen waar een festival het van moet hebben.”