Een afstudeeropdracht van een student journalistiek over de manier waarop de geschreven pers met een complete subcultuur onder jongeren omgaat en vooral ook wat er beter zou kunnen.
Twintig jaar hiphop in Nederland
Afstudeeropdracht 4e jaar journalistiek
Reflectieverslag
Onderwerp: twintig jaar hiphop in Nederland.
Probleemstelling: benaderen de geschreven pers hiphop op een objectieve manier of heersen er veel vooroordelen?
Inleiding
Ik heb voor het onderwerp twintig jaar hiphop in Nederland gekozen omdat hiphop zich in twintig jaar tijd is gaan manifesteren als een van de belangrijkste pijlers van de popmuziek. Momenteel schrijf ik artikelen en cd-recensies over hiphop voor muziekbladen (LiveXS en Fret) en een hiphopsite (hiphopinjesmoel.nl). Ook bezoek ik regelmatig hiphopconcerten en draai ik veel van deze muziek in een eigen programma op een radiopiraat. De doorslag om voor twintig jaar hiphop in Nederland te kiezen was het hiphopproject van het Nationaal Pop Instituut dat dit jaar van start is gegaan. Op 12 mei kwam namelijk de cd Homegrown – Dope Dutch Hiphop Talent uit met veelbelovend Nederlands hiphoptalent, gekoppeld aan een tournee door het clubcircuit. Daarnaast verscheen op 26 juni het boek Van Brooklyn naar Breukelen (inclusief cd) met een overzicht van twintig jaar hiphop in Nederland.
Probleemstelling
Benaderen de geschreven pers hiphop op een objectieve manier of heersen er veel vooroordelen? Ik hanteer deze probleemstelling omdat ik wil onderzoeken of de geschreven pers (dagbladen, muziekbladen en tijdschriften) hiphop op een juiste manier, zonder vooroordelen benaderen. Ik heb namelijk uit eigen ervaring en door contacten met mensen uit de hiphopscene de indruk gekregen dat sommige journalisten nauwelijks tot geen verstand van hiphop hebben. Daardoor ontstaan vooroordelen en worden bepaalde zaken niet feitelijk weergegeven.
Ik heb de volgende werkwijze gehanteerd:
Ik ben in hoofdstuk 1 op zoek gegaan naar voorbeelden van vooroordelen in de media. Deze voorbeelden staan cursief en ik analyseer ze. Daarna geef ik aan wat ik er niet goed aan vind en geef ik bij elk voorbeeld een suggestie hoe ik het zelf zou doen, hoe het beter kan. Ik geef tevens de relevantie van het voorbeeld aan in de zin van wat het effect van het vooroordeel zou kunnen zijn op zowel de leek als de hiphopper.
In hoofdstuk 2 noem ik de meest voorkomende algemene vooroordelen in de geschreven pers en daarbuiten. Deze vooroordelen ben ik tegengekomen in mijn onderzoek en zijn tevens gebaseerd op eigen kennis en inzicht. Tijdens het werken aan dit reflectieverslag ben ik verschillende mensen uit de hiphopscene tegengekomen die hun ervaringen met de media belichten. Deze mensen laat ik aan het woord in hoofdstuk 3. De rode draad in dit onderzoek blijft uiteraard mijn eigen visie in het onderzoek.