Het recept voor JAZZ BRAK’s solo: een auto, een beat, de twijfel en de nacht

Het is een regenachtige ochtend rondom Gare Maritime, een iconische stationshal-turned-overdekte stad in het noorden van Brussel. Het is er nog uitgestorven, zo vroeg op de dag. De kantoren openen en de eerste horeca-ondernemers zetten hun terrassen op voor de lunch van straks. In het centrum van deze creatieve hub wacht Jazz Brak in het kantoor van Universal Belgium. In een door glas afgesloten vergaderruimte maakt hij ruim tijd om te praten over zijn allereerste soloplaat BRAK, dat nu uit is. Het lijkt een cocon; een term die gedurende het gesprek vaker terugkomt.

Het is wellicht wat gek te noemen, dat iemand met de staat van dienst die Jasper de Ridder (1988) het afgelopen decennium opbouwde, zich nooit als soloartiest profileerde. Hij voelde zich namelijk veilig, door altijd te bewegen in een groep. Wat heet; STIKSTOF, een van de belangrijkste hiphopgroepen die België ooit gekend heeft. Hij zette binnen die ‘familie’ monumentale nummers als GELE BLOKKEN en SPIEGEL op zijn naam.

Maar alsnog verschenen die tracks van JAZZ BRAK onder de vlag van de groep. “In een groep verzorg je vaak slechts een klein deel van een nummer. STIKSTOF begon met vier rappers en een dj, daarna waren het drie rappers en een dj en op FAMILIE BOVEN ALLES rapten we met tweeën. Op het laatste album MOERAS rapte Astrofisiks weer mee”, legt hij uit. “We kiezen wel samen de beats, maar voor dit project heb ik helemaal zelf besloten met wie ik wilde werken en op welke beats ik ging schrijven, en welk thema een nummer zou krijgen. Ineens heb je alle touwtjes in handen. Wanneer komt het refrein, hoe rap ik iets in, hoe moet het eruit zien?”

Rappen binnen STIKSTOF, de veilige cocon

Hij had er eerder de ambities niet voor. “Al sinds het begin van STIKSTOF kwamen mensen naar me toe om te vertellen dat ze weleens een soloproject van me wilden horen. Maar ik had altijd zoiets van; wat ik doe binnen de groep is leuk, het klinkt tof en we komen er vér mee. Het is genoeg. Ik teken op eigen naam, ik schilder op eigen naam en maak ontwerpen op eigen naam; de rap doe ik binnen STIKSTOF. Dat is mijn veilige cocon.”

“Toch kwam er meer en meer het besef dat ik later weleens spijt kon gaan krijgen als ik het niet zou doen”, vertelt hij beheerst. Daarbij was zijn pen simpelweg nog niet leeg. “Na twee jaar werken aan FAMILIE BOVEN ALLES zat ik in zo’n productieve werksfeer en kon ik nog wel even dóór. Toen heb ik definitief besloten om te gaan werken aan een soloplaat. En omdat we in de groep altijd hebben gewerkt met één beatmaker zijn we erg gebonden aan één stijl. Ik wilde verschillende producers benaderen en bewust niet werken met Astro, die beats maakt voor STIKSTOF. Dan gaat het sowieso niet klinken als STIKSTOF.” Uiteindelijk drukken Stab en Phasm grote stempels op BRAK, maar ook Dee Eye en de Zwitserse producer Ozo leveren belangrijke instrumentaties.

Lege parking

Hij schrijft vrij gemakkelijk, vertelt hij, maar heeft er wel de ideale setting voor gevonden. “Ik ben iemand die alleen moet zijn, dus stap ik ’s avonds of ’s nachts in mijn auto om vijf straten verderop weer te parkeren. Daar, in die veilige cocon die die auto op dat moment is, zit ik dan met een instrumental. Dan begin ik te zoeken naar een eerste zin, en die zet dan vaak de toon. Is die all about the feeling óf juist een rechtse directe? Dan borduur ik daarop voort en vloeit de eerste ‘zestien’ er heel snel uit.” Dat couplet laat hij dan vaak twee weken rijpen, een tijdspanne waarin hij gemakkelijk een paar nummers verder kan zijn, om vervolgens weer eens die tekst erbij te pakken en te beslissen hoe het verder vorm krijgt. “Die tekst ken je dan al een maand, je hebt ‘m al een paar keer gerapt, en komt snel terug in de sfeer. Of het nou een beuker is of een melancholisch nummer.”

Tekst gaat door onder de video

Het levert een prachtig beeld op; Jasper, alleen, in een stilstaande auto op een lege Brusselse parking, in het holst van de nacht. In de video van de eerste single RONDE CIRKELS maakt hij het visueel. Hij kwam op het idee door het vaderschap. Bij het maken van OVERLAST en FAMILIE BOVEN ALLES kon hij nog thuis in een zone geraken, vertelt hij. “Maar daar is het met het krijgen van kinderen verandering in gekomen. Als ik nu thuis zit te schrijven aan mijn bureau, en ik hoor mijn dochter wenen of spelen, raak je er al gauw uit. Onze studio bevindt zich midden in het centrum en daar komen mensen binnen om te vragen of je mee gaat eten. In die auto vind ik gewoon de beste focus.”

“Dat vind ik het leukste aan het rapper zijn; die beat veertig keer op repeat, een tekst erop afronden en dan nog tien keer rappen. Dan is het twee uur ’s nachts en dán bij bepaalde zinnen denken; ‘Oh, wat een goede flow, wat een goede rijm of wat een goede vondst.’ Dat plezier is voor mij het belangrijkste. Het opnemen, het uitbrengen en het live spelen ervan heeft allemaal een eigen doel, maar kan voor mij niet op tegen het creëeren. Als je me zou vragen of ik mijn hele leven moet ghostwriten en alles af zou moeten geven of alle tekst krijgt om altijd te moeten performen, zou ik het eerste kiezen. Zonder twijfel.”

Intro van een eigen plaat, ik had ’t bijna nooit gedaan / Wordt dit nog wel uitgebracht? Ziet hier iemand mij nog staan? / Kom ik met team naar hier? Of rijd ik solo elke baan? / Blijft het dan nog JAZZ BRAK? Blijft het dan dezelfde naam?”

De opening van zijn solodebuut zit vol met vragen, twijfels en onzekerheden. “Ik ben een grote twijfelaar, inderdaad. Vandaar dat het zolang geduurd heeft voordat ik op eigen naam iets uitbreng. Maar die twijfel zorgt er ook voor dat ik over alles dubbel zo hard nadenk, en dat ik goed voorbereid ben voor een show, niet nonchalant kom. Die twijfel zorgt ervoor dat ik een sterke show neerzet.”

Mooiere cijfers

Hij is een visueel ingesteld persoon, vertelt hij daarover. “Ik weet precies wat ik moet zeggen als díe lamp aanspringt of juist uit gaat. Ik heb de hotelschool gedaan, en als je naar een bord voor je neus geschoven krijgt, wil het oog ook wat. Daarna heb ik de kunstschool gedaan. Ik heb ook alle STIKSTOF-merch onder handen genomen bijvoorbeeld, en gezegd dat het logo hier of daar iets groter of kleiner moest. Zie je dit?”, wijst hij met zijn vinger op de platenhoes die vóór hem op tafel ligt. Het is het artwork op de achterkant, waarop eveneens de releasedatum vermeld staat.

“Niet alleen wijk ik af van de vrijdag als releasedag, maar dat heeft een goede reden. 23.03.2023 staat voor mij vele malen mooier dan 24.03.2023. De cijfers passen beter bij elkaar. Maar zie je ook hóe het erop staat? Eerst stond die datum gewoon recht achter de tekst, met een spatie. Ik heb aan de ontwerper gevraagd of hij niet eens vijf spaties kon doen. Veel mooier, nietwaar? Ik ben de eerste die zich daaraan stoort. Dat is een kronkel in mijn hoofd. Ik kan het niet zelf máken want ik snap niet veel van computers, maar ik moet er dan wel bij zitten om me ermee te kunnen bemoeien.”

Tekst gaat door onder de video

Zo zette de Brusselaar zich wel vaker af. “Bij Top Notch wilden ze naast vinyl ook een cd uitbrengen. Steeds vaker, ook bij de laatste STIKSTOF-albums, maken ze dan een kartonnen hoesje dat je uit kunt klappen. Voor mij hoeft het niet zo fancy. Ik wil dat als je mijn hoesje laat vallen, dat het kapot gaat, dus gewoon ouderwets met zo’n plastic raampje. Dát is voor mij een cd”, lacht hij.

Achterhuizen in ‘Molem’

En met wat er op die geluidsdragers te horen is zet hij tevens nieuwe stappen in het live-circuit. “Met STIKSTOF kunnen we de main stages van de grootste festivals spelen. Als JAZZ BRAK ga ik de kleine tenten en podia doen. Dat is intiem, maar je weet vaak wel zeker dat alle tweehonderd personen binnen zijn voor ú. Het enige verschil is dat je alleen het podium opstapt. Tijdens mijn eerste solo-show voelde ik wel dat ze er waren hoor. Dat is ook niet gek als je jarenlang met elkaar hebt opgetreden. Ik voelde de STIKSTOF-energie alsnog.”

Ook de daadwerkelijke albumhoes komt uit zijn eigen koker. Die schoot hij namelijk zelf, met een iPhone. Het is een typisch Brussels beeld, dat hij elke dag ziet; de achterhuizen in Molenbeek. “Het plaatje intigreert me. Ik heb het talloze keren geschoten, kijk maar”, vertelt hij terwijl hij door een mapje op zijn telefoon bladert. Het betreffende huizenblok is in een uitgebreide fotoreeks te zien in de zon, op donkere dagen, in de schemering. De laatste schoot hij daags voor ons gesprek, toen er een laagje sneeuw op de raampartijen en daken lag.

“Waarschijnlijk zie jij dit niet als je uit je achterraam kijkt thuis. Maar veel Brusselaars wél. Dichtgemetselde muren, profisorische aanbouwen, buizen; het is er allemaal op te vinden. En stilistisch vond ik dit de tofste combinatie, doordat bijna alle lampen aan waren bij de buren krijg je een geel-zwart contrast. Iedereen was tegelijkertijd iets aan het doen op het moment dat ik de foto schoot. Dat zegt veel over het beeld.” Het is, hoe langer je ernaar kijkt, zeker in de grootte van een platenhoes, inderdaad een fascinerende foto die de fantasie prikkelt. De achterkant van een vaak verdeeld Brussel; wat financiële ongelijkheid betreft, maar ook qua kansen en taal.

Eindelijk een solo-artiest

Ook op zijn telefoon te vinden; een bomvolle agenda, waarin hij echt vrije dagen heeft moeten leren inplannen. “Zie je dat? Op 2 april, de dag na de releaseparty in VK, kan ik ’s ochtends tegen mijn gezin zeggen dat ik niets gepland heb. Mijn hoofd zit namelijk altijd vol met ideeën. Buiten rap breng ik ook nog kleding uit, teken ik, ontwerp ik en schilder ik… er is altijd wat te doen. En door social media is ook nog eens je hele agenda makkelijk volgepland met concerten en studiosessies. Dan heb je weinig rustmomenten. Ik probeer die wel echt voor mezelf in te bouwen nu, want ik hecht er veel waarde aan.” Om zijn raderen even stil te zetten, stelt hij. “Dan kunnen we gewoon eens lekker gaan wandelen.”

Vanaf nu kan De Ridder op eigen titel te bouwen aan iets nieuws. “Tot aan de release van RONDE CIRKELS had ik niet eens een eigen artiestenpagina op Spotify. Altijd als mensen aan me vroegen waar ze mijn muziek konden checken, moest ik zeggen: ‘STIKSTOF.’! En als ze het dan opzetten: ‘Bent gij da?’, en dat ik dan moest zeggen ‘Nee, da’s Zwangere Guy’ of ‘Nee, dat is Astrofisiks, ik ben de derde op deze track!’ Nu typen ze mijn naam in en krijgen ze een album. Van mij. Waarop mijn visie te horen is. Daar ben ik blij om.”

De plaat over twijfel, rusteloosheid, het feit dat zijn dochter moet opgroeien in een nog sneller veranderende wereld dan hij, de kansen en verschillen in Brussel en het besef van geluk kent een ijzersterke conclusie. “Merci. Het is allemaal niet voor niks geweest”, klinkt het in de outro. Daarmee lijkt in ieder geval het eerste en belangrijkste vraagstuk – introtrack NI VOOR NIKS – aan zichzelf beantwoord.

Typ in de zoekbalk van je streamingdienst dus vanaf nu: JAZZ BRAK. Of stream gewoon het nieuwe album BRAK hieronder!

Geplaatst door bowie op 23 maart 2023