De documentaire geeft een kijkje in de hiphopcultuur van vier uiteenlopende landen, te weten Frankrijk, Duitsland, Israël/Palestina en Senegal. De Amerikaanse regisseur Joshua Atesh Litle laat de film beginnen in The Bronx met prachtige archiefbeelden en een mooi interview met Grandmaster Caz, die in de sneeuw ligt met naast hem een ghettoblaster en achter hem de flats van The Boogie Down Bronx. Caz vertelt dat hij soms nog steeds niet kan geloven dat de subcultuur die hij met de andere pioniers heeft gecreëerd, wereldwijd zo gigantisch is anno 2013.
Via Caz belanden we in Parijs. Frankrijk is een land met een rijke hiphopgeschiedenis. Pionier Sydney was in 1982 een van de eerste mensen wereldwijd met een eigen hiphop tv-programma, zo leert de kijker. Net als in Nederland waren in eerste instantie vooral b-boying en graffiti populair, later gevolgd door talrijke Franse dj’s en mc’s. Artiesten als BSM Pro, La Fouine, Iron Sy en Kery James vertellen over het wijdverbreide racisme en de sociale problemen in Frankrijk. Hiphop is voor hen echt een manier om te protesteren. In Frankrijk zijn de mc’s voornamelijk van West- en Noord-Afrikaanse afkomst.
Volgende halte is Berlijn, waar hiphop ook een stem geeft aan mensen met weinig macht. Oost-Berlijnse autochtoon Joe Rilla vertelt over de grote problemen in zijn wijk, waar iedereen in hetzelfde schuitje zit, of je nu autochtoon of allochtoon bent. Daarnaast komen Turkse mc’s aan het woord en een aantal donkere artiesten als Xavier Nadoo, D-Flame en Latash vertellen over het nog steeds duidelijk aanwezige racisme in Duitsland.
In Israël/Palestina is het mooi om te zien dat er wordt samengewerkt door artiesten uit beide culturen. System Ali is een groep bestaande uit 50 procent Joodse en 50 procent Arabische mc’s en zij proberen met hun formatie te laten zien en horen dat vrede in Israël/Palestina geen utopie hoeft te zijn. Joodse mc Sagol 59 vertelt met zijn Okayplayer-shirt aan dat hij weliswaar in het leger heeft gediend, maar absoluut zo menselijk mogelijk met zijn Palestijnse medeburgers omging.
Als laatste land is Senegal aan de beurt. Alif is een feministische groep van drie vrouwelijke mc’s die in hun muziek onder meer ageren tegen vrouwenbesnijdenis, iets dat helaas nog steeds voorkomt in het West-Afrikaanse land. Positive Black Soul is al jaren een bekendere naam, maar vooral Pee Froiss maakt indruk met zijn soulvolle nummer over de donkere dagen van de slavenhandel. Hij ontziet in zijn muziek de machtsdronken Afrikaanse stamhoofden, die hun eigen mensen hebben verhandeld, niet.
The Furious Force Of Rhymes is een interessante, maar vrij zware documentaire. De insteek van Litle is duidelijk het laten zien hoe sterk hiphop wereldwijd is als verbindende kracht en hoezeer de subcultuur een stem geeft aan ogenschijnlijk machteloze mensen. De film is daarom een mooi sociologisch en educatief document. Hiphopliefhebbers kunnen hun blik op de wereld en subcultuur verbreden en voor mensen die hiphop altijd wegzetten als een oppervlakkige, negatieve subcultuur, zal een wereld open gaan.
Meer info over het See Me Hear Me-festival, waar de film draait volgend weekend, is te vinden via deze link.