Lowlands viert zijn 25e verjaardag met de beste editie in jaren

De doorgewinterde Lowlandsganger komt voor een lichte schok te staan bij binnenkomst; de poort naar de campings is een eind verlegd, de entree naar het festival mist ineens de iconische rood-witte torens, het festivalterrein zelf is logistiek flink onder handen genomen en dan zijn de Alpha en Bravo tenten ook nog vervangen door compleet nieuwe modellen. Het veelbesproken gevoel van thuiskomen lijkt daardoor de nek omgedraaid te zijn. Al snel blijkt echter dat Lowlands tijdens deze 25e verjaardag zijn unieke signatuur niet alleen prima heeft weten te behouden, veel van de vernieuwingen mogen zelfs grote verbeteringen genoemd worden.

Oké, doordat de kampeerplekken zijn uitgewaaierd tot aan de randen van het festivalterrein, en deze juist tijdens dit zilveren jubileum ineens de grand entree mist, sta je tussen de podia voor je er erg in hebt. Dat is wellicht weinig ceremonieel, maar er zijn nu meerdere ingangen die ook nog eens een stuk vlotter te benaderen zijn. Het festivalterrein oplopen of juist verlaten is in luttele secondes gebeurd, wachtrijen zijn verleden tijd. Er zullen vast mensen zijn die gaan beweren dat die rijen vroeger juist een charmant ritueel waren dat eigenlijk heel gezellig was, maar geloof ons, deze logistieke verbetering is zonder twijfel een level up voor de hele festivalervaring.

Lake Lowlands, oftewel de plas water tegenover de Alpha, heeft bovendien een wandelpad rondom gekregen en een brug dwars door het midden. Samen met de twee nieuwe wandelpaden links van het Heineken-podium, worden daardoor de grootste bottlenecks qua publieksstroom uit het terrein gehaald. Het heeft 25 jaar geduurd, maar schuifelen in de mensenmassa is er niet meer bij; ongestoord rondstruinen over een terrein dat aan alle kanten een stukje ruimer voelt wel. Het lijkt wel alsof alle ervaring die in de voorgaande twee en een half decennia in één klap zijn culminatie vindt, en de perfecte indeling van het terrein nu gevonden is.

Maar een terrein dat even aantrekkelijk oogt als dat het praktisch ingericht is, is uiteindelijk weinig waard als de muziek op dat terrein te wensen overlaat. Sean Paul zorgt in de Alpha tent voor een dansende massa maar doet dat door er routineus zijn eigen hits en een vlakke Ed Sheeran-cover af te werken, en verder wat obligaat gezwam over de oh zo mooie Nederlandse vrouwen los te laten. De gyaldem vinden het allemaal wel best maar prikkelen doet de show niet echt, zeker niet door de vele features waarvan gewoon studio-opnames afgespeeld worden.

Solange staat niet veel later in die andere grote nieuwe tent: de Bravo. De strak uitgedoste band heeft zich allemaal aan het rood-witte kleurenschema gehouden dat mevrouw Knowles bedacht heeft, net als de choreografie waarin ze allemaal participeren. Armen gaan synchroon of juist in een wave opzij of omhoog, maar op muzikaal gebied gebeurt er bar weinig.

Het geluid is om te janken, en wordt Solange haar microfoon daar nu halverwege het vijfde nummer eindelijk pas een keer fatsoenlijk aangezet? Haar vocalen krijgen ineens een boost, dat direct op applaus rekenen kan. Helaas blijven de nummers die op plaat wel boeien, live slechts flets voortkabbelen en druipen diverse bezoekers halverwege af.

Even denken we dat de erbarmelijke geluidskwaliteit wellicht aan de nieuwe tent te wijten is, maar het loepzuivere optreden van London Grammar dat een dag later op hetzelfde podium plaatsvindt, bewijst dat dat allerminst het geval is. Het Britse trio zou al twee keer eerder naar Biddinghuizen komen, maar zangeres Hannah Reid moest wegens stemproblemen toen afzeggen. Haar indrukwekkende stem vormt dan ook de basis van het bandgeluid, dat in de op een kerk geïnspireerde Bravo een meer dan stemmige sfeer neerzet. In de hoogmis van London Grammar sta je ademloos te turen naar het podium met het kippenvel op je armen. Om te janken zo mooi.

Gelukkig staat er op de vrijdagavond ook al een act die zijn livereputatie wél eer aandoet. Dat MHD een sterk performer is hadden we namelijk op WOO HAH! al gezien, en tijdens Lowlands stelt de Parijzenaar opnieuw niet teleur. De cameraman -die even voor de show nog op zijn beeldscherm een live feed van de show van Iggy Pop aan de andere kant van terrein zat te checken- moet opletten om MHD niet van zijn sokken te rijden; de uitvinder van de Afro Trap begeeft zich regelmatig op het voorste podiumdeel, waar ook de camerarails loopt.

Hij is daarbij goed verstaanbaar, spit samen met zijn twee backing rappers alle vocalen gewoon ouderwets live, en blijkt met zijn vlekkeloos uitgesproken “Alles goed?” zelfs al een klein mondje Nederlands te hebben geleerd. Als hij tegen het einde van de show hurkend het dansende publiek tot kalmte maant, volgen ze hem daarin direct op. Wanneer vervolgens het refrein van Afro Trap Pt. 4 (Fais Le Mouv) invalt, blijft inderdaad helemaal niemand meer stilstaan. En op het moment dat de DJ de tune van de Champions League van scratches voorziet, weet iedereen hoe laat het is, en krijgt MHD van enkele landgenoten vooraan de vlag waar zij heel de show al mee zwaaien: de Franse driekleur met zijn inmiddels overbekende ad-lib “PAW PAW PAW” erop gekalkt. Hij drapeert hem om zijn schouders als een winnaar, en dat is geheel verdiend.

Op datzelfde podium maakt een dag later de Brit Sampha zijn opwachting. Met zijn prettig hese stemgeluid, mag de man die we onder meer kennen van features bij SBTRKT, Drake en Kanye, laten horen ook met zijn solomateriaal het podium aan te kunnen. Dat hij daarbij niet enkel leunt op zijn prima begeleidingsband blijkt uit de regelmaat waarin hijzelf ook achter de keyboards kruipt, om zijn meest breekbare soulnummers te laten horen. Nummers als de Drake-loze versie van Too Much en natuurlijk (No One Knows Me) Like the Piano maken daardoor veel indruk en kunnen op een daverend applaus rekenen. “I really hope there’s rainfall” zingt hij in Kora Sings, maar juist tijdens dat nummer breekt de zon door op de tot dan toe druilerige zaterdagmiddag.

Die track wordt opgevolgd door een stevige elektronische beat, waarop 4422 volgt, die andere samenwerking met Drake. Zijn overwegend rustige setlist krijgt zo nog een dansbare staart, die wellicht stiekem toch al iets eerder ingezet had mogen worden. Blood On Me sluit daarop de show namelijk al af, waarbij Sampha energiek over het podium dendert en de paranoia van zijn hitsingle flink oprekt in een heerlijk uitgesponnen finale.

Energie is ook wat de show van Skepta kenmerkt. De grootste ster aan het grime-firmament opent met de titeltrack van het album Konnichiwa, wat door het moshende publiek enthousiast ontvangen wordt. ‘It Ain’t Safe’ staat er op een bord dat een jongen een paar meter van het podium omhoog houdt, maar het valt te betwijfelen of dat de bord de absolute chaos na het invallen van die track overleeft heeft; twee verschillende schoenen, een bril en een shirt zijn al bijna direct hun eigenaren kwijt, maar ze worden vriendelijk omhoog gehouden door andere feestgangers, zodat ze snel weer gevonden worden. Voor slachtoffers van de vele valpartijen wordt ook direct ruimte gemaakt, om ze snel op te kunnen hijsen en gezamenlijk verder te beuken.

“Make sure it’s not too crazy, but I wanna see energy!”, zegt Skepta vanaf het podium, die zelf ook niks aan felheid tekort komt. Bovendien kiest hij niet voor de makkelijkste weg door alleen recente en bekende hits te spelen. In het midden van zijn show rapt hij een heel blok met relatief obscure tracks van ver vóór de huidige grime hype, zoals de Hypnotized remix van Trends uit 2014. Lethal Bizzle komt als klap op de vuurpijl nog langs voor verrassingsoptreden waarin ze hun samenwerking I Win vertolken, en de show kakt nergens ook maar een seconde in. Sterker nog, het publiek is zo opgezweept dat na afloop van de show Skepta’s DJ nog even blijft hangen, en zijn platenkeus ontvangen wordt alsof de emcees die hij draait hoogstpersoonlijk op komen draven.

Één van de meest opvallende shows van deze editie van Lowlands wordt verzorgd door Vince Staples. Vlak voordat de man uit Long Beach verschijnt op het podium van de aan alle kanten uitpuilende India tent, draait de rookmachine op volle toeren. Terwijl het podium in mist gehuld is, klinkt het geluid van brandende vlammen en rumoerig verkeer. Het videoscherm op het podium springt aan in een egale oranje kleur, en daar is Vince; nauwelijks herkenbaar, ware het niet dat karakteristieke stem en flow onmiskenbaar die van hem zijn.

De beats zijn grauw en minimalistisch en de show -of eigenlijk juist het totale gebrek daaraan- sluit er naadloos op aan. Er is geen DJ, geen backing rapper, geen lichtshow, geen props en geen video. Enkel die ene ijzingwekkende visual die we live zien ontstaan: Vince Staples onder oranje lampen, voor een oranje scherm, in een donkere hoodie, strak afgetekend als niks meer dan een feilloos rappend silhouet tegen die egaal gekleurde achtergrond. Het is bijna hypnotiserend.

Vince Staples ontloopt de enorme zwaarte van zijn thema’s niet om er een gezellige avond van te maken, hij legt de focus met zijn uitzonderlijke manier van optreden volledig op zijn ijzersterke lyrics en de gedreven performance ervan. Op een enkele “Lowlands!” kreet na heeft hij niet eens tijd om te keuvelen met het publiek, slechts één zin geeft hij ze vlak voor het einde mee: “This is my magnum opus”, waarop uiteraard het prachtig desolate Norf Norf volgt. Makkelijk maakt hij het zijn publiek allerminst, maar daardoor is het allemaal juist des te meeslepender. Vince Staples bewijst in Biddinghuizen met een bedrieglijk onopgesmukte show tot de absolute bovenklasse van de wereldwijde hiphop te horen.

Zo beklemmend en intiem als de show van Vince Staples in de India was, zo groots is die van Cypress Hill een dag later op het hoofdpodium. Met Another Body Drops uit 2004 kiezen ze niet direct voor één van hun grootste hits, maar wel voor een explosieve opener. Dat wordt direct opgevolgd door Hand On The Pump, van hun debuutalbum uit 1991. Drie jaar later stonden ze al op een vroege editie van Lowlands, en ruim twee decennia later blijken ze de grootste stage nog steeds makkelijk aan te kunnen. Mooi van de organisatie dat er een act van het eerste uur bij is, en mooi voor deze Cali stoners dat ze na al die tijd nog steeds relevant zijn, getuige het massaal aanwezige publiek dat er gezien hun gemiddelde leeftijd destijds echt nog niet bij kon zijn.

Cypress Hill heeft door de jaren heen een uitstekende reputatie opgebouwd met hun concerten, en je zou inmiddels zelfs kunnen zeggen dat de groep live boven zichzelf uitstijgt. Die uiterst herkenbare nasale stem van B-Real en de warmere, diepe toon van Sen Dog, vormen live een nog nét iets effectievere tandem dan ze vaak op plat al doen. Op hun beurt voegen de scratches van Muggs en vooral de percussie van Eric Bobo, een extra laag toe aan de nummers die ze dynamischer en energieker maakt.

Daarnaast weten deze festival routiniers inmiddels héél goed he ze een setlist op moeten bouwen. Zo wordt er een stukje van Black Sheep’s The Choice Is Yours gedaan, dat als opzwepend intro blijkt te dienen voor How I Could Just Kill A Man, dat vervolgens nog stampender gemaakt wordt door er bijna metalachtige finale aan te breien. En ondanks dat ze dit allemaal al duizenden keren eerder gedaan moeten hebben, stralen deze golden era vets uit dat ze nog steeds lol hebben in het spelen van deze tracks. Daar kunnen veel van hun generatiegenoten nog een voorbeeld aan nemen.

Navolgers van hen in de huidige generatie ook trouwens, zo blijkt direct erna in de Bravo. Wie op tijd voor Migos wil zijn, moet voor het einde van Cypress Hill al vertrekken, maar aangekomen op de bestemming blijkt op meerdere manieren dat ze dat net zo goed hadden kunnen laten. Na ruim tien minuten wachten is het trio nog altijd in geen velden of wegen te bekennen, maar neemt DJ Durel wel plaats op het podium, voor een videoscherm met de adressen van zijn social media accounts erop. “Amsterdááááám!” is het eerste dat hij roept, alvorens hij nog eens tien minuten lang tracks gaat draaien van acts als O.T. Genasis, Kendrick Lamar, Drake, Playboy Carti en Lil Uzi Vert, gelardeerd met gunshots.

Dat het publiek er desondanks nog steeds zin in heeft blijkt uit de mosh die er dan voorin al begint, maar als Durel vraagt of ze houden van Migos, om vervolgens tracks van Migos te gaan draaien tijdens een fucking Migos concert (!) daalt bij hen ook het animo. Ruim twintig minuten na de aangekondigde aanvang verschijnt DJ Khaled eindelijk op het beeldscherm, om de intro van het album Culture te doen. Takeoff, Quavo en Offset lopen dan eindelijk het podium op, net als een chagrijnige goon die onbeweeglijk aan de rand blijft staan.

Get Right Witcha brengen de heren ten gehore, maar wel in een uitermate slordige versie, en met van tevoren opgenomen backing vocals. Dat is makkelijk te vergeven bij een rapper die alleen optreedt, maar je zou denken dat een drie man sterke groep dat toch wel live voor elkaar in moet kunnen vullen. De show van de mannen uit Atlanta is helaas veel te halfslachtig om de late opkomst goed te maken, en het continu toespreken van het publiek met “Amsterdam!” begint daardoor al snel niet meer als een onschuldig reizigersfoutje aan te voelen, maar als een misstap die exemplarisch is voor de ongeïnteresseerde manier waarop ze op het podium staan. Dag Migos.

Vanwege ons vroegtijdige vertrek bij Migos komen we voor een interessant dilemma te staan, dat eigenlijk ook wel bij de festivalervaring hoort. Over niet al te lange tijd staat de Australische beatmaker Flume namelijk in de Alpha, maar tijdens zijn optreden zal ook de show van Baloji in de Lima, en die van Denzel Curry in de X-Ray beginnen. Denzel Curry heeft tonnen aan energie en gaat de tent ongetwijfeld op zijn kop zetten, maar we hebben hem al wel eens gezien. Baloji is interessant en veelbelovend maar komt uit België, dus we schatten de kans hem binnenkort ergens anders in de Benelux te kunnen zien hoger in dan bij Flume. Elektronica from down under it is.

Vanuit een batterij met apparatuur die rondom hem opgesteld is, staat Flume eenzaam op het podium. Getuige zijn vrolijke gemoed heeft hij daar geen problemen mee, en er staan dan ook een paar duizend mensen enthousiast voor zijn neus te dansen op de tonen van Helix, waar ook zijn meest recente album skin mee opent. Dat hij niet alleen tracks van zijn eigen platen doet blijkt wanneer hij niet veel later ook de remix die hij maakte van Lorde’s Tennis Court laat horen, dat hij al snel weer vervlecht met zijn eigen hitsingle Never Be Like You. Met een brede lach staat hij te draaien aan de knoppen en mept met een enkele drumstok hard op zijn drumpads. Zijn nummers laat hij vlot in elkaar door vloeien in de zon van de Flevopolder.

Degenen die een dag eerder in de India waren zullen bovendien aangenaam verrast zijn niet alleen Smoke & Retribution, Flume’s samenwerking met Vince Staples, in de set te horen, maar direct daarna ook Vince en Kendrick’s Yeah Right live in de remix te horen gaan. Na een uur vuurt een confettikanon witte snippers de Alpha in, en het publiek laat deze extatische lading met liefde over zich heen komen. “Thank you for having me!” roept Flume, die bewijst het hoofdpodium ook prima aan te kunnen. Er valt dan wel niet heel veel te zien op het podium, maar die markante, onvoorspelbare drumpatronen en frisse synthmelodieën blijven wel degelijk van begin tot eind boeien.

De nieuwe indeling van het terrein bewijst opnieuw zijn nut, want waar je in voorgaande jaren bij het verlaten van de Alpha meestal in een trage zombiemars voort sjokte, blijken we door om het water heen te lopen tot onze verrassing zo nog een stukje van Denzel Curry zijn show in de X-Ray mee te kunnen pikken. Die staat daar badend in het zweet te stuiteren alsof zijn leven ervan afhangt, terwijl de avond valt over de laatste dag van Lowlands zijn 25e verjaardagsfeestje. We schrokken even van de vele veranderingen, maar bij het vertrek naar huis moeten we toegeven: dit was de beste editie in jaren.

Fixtures:
Hoogtepunt: De pracht van London Grammar en de kracht van Vince Staples
Dieptepunt: We zijn niet in Amsterdam, Migos.
Bier: 1 munt (€ 2,75)
Wc: gratis
Garderobe: kluisjes tegen betaling
Fotograferen: ja
Geluid: goed
Bezoekers: 55.000
Damage: € 159,- (early bird), €175,- (regular) Beiden excl. €10 servicekosten.
Cijfer: 9

Geplaatst door Jaap van der Doelen op 22 augustus 2017