Een zeldzaam interview met Bartofso: “Ik wil ook weleens vertellen waar ik nu sta.”

Voor de cultheld die hij is, is er belachelijk weinig informatie te vinden over Bartofso. De Haagse mc heeft gedurende zijn carrière maar weinig interviews afgegeven. Voor ons maakt hij een uitzondering. We voelen ons meteen eregast als hij ons ophaalt op Den Haag HS, om een paar honderd meter verderop neer te dalen in Marokkaans eethuis Marina Smir. Een gesprek over gretigheid, zijn tijd bij Wilde Westen, niet teveel weggeven en zijn eigen concert.

Hij schijnt in het echte leven een andere naam te dragen, maar hij stelt zichzelf voor als Bart; kort voor Bartofso De Akkabouz, waarbij het tweede deel Berbers is voor dikzak. Die bijnaam kreeg hij van zijn Marokkaanse vrienden in de Schipperswijk. Een imposante verschijning in een grote auto, maar tegelijkertijd supervriendelijk. De korte autorit naar onze bestemming leert dat hij net terug is uit Frankrijk, waar hij een clip heeft geschoten bij een nieuwe track. We bekijken ‘m samen, terwijl uit het dikke geluidssysteem de single pompt.

De op verschillende dagdelen geschoten footage oogt al van grootse kwaliteit, maar Bart blijkt nog niet tevreden.“Ik zal je de details besparen, maar ik vind dat ‘ie nog harder kan”, vertelt hij, een kritische blik werpend op het scherm van zijn telefoon. “Ik ben er helemaal voor naar Parijs gereden. En ik weet wat die clipmaker kán. Dan wil ik wel dat het de kwaliteit heeft die ik voor ogen heb, dus heb ik timestamps gemaakt met notities van dingen die ik anders zou willen.”

Zodra we uit zijn auto stappen, aan de rand van de Schipperswijk, wordt hij eigenlijk door alle voorbijgangers begroet met de naam die hij zich als artiest aangemeten heeft. “Faka Bart?”, “Bartofsoooo!”: jong en oud roept hem na. Het komt niet door interviews, maar door zijn niet te onderschatten bijdrage aan de Nederlandse hiphopscene. Hij was onderdeel van de succesjaren van Wilde Westen; eenvijfde van de heilige trap-eenheid. Mula B, LouiVos, 3robi, Kingsize en Bartofso regeerden halverwege vorig decennium. Samen, ze bewogen immer als een unit. 9/11 Survivors, Drugs & Geld, WW NATION; stuk voor stuk platen die bepalend waren voor het geluid van een tijdperk.

“Ik hoef niet zoveel weg te geven en kan alsnog die lauwe guy zijn.”

“Waarom ik geen interviews doe? Ze verdraaien teveel, en er worden vaak vragen gesteld waar ik eigenlijk geen antwoord op wil geven”, vertelt hij over de nieuwe media. “Toen ik jong was, was ik nog wat roekelozer. Als ik video-interviews van toen terugkijk, denk ik ‘Oh mijn God, wat heb ik dáár nu weer gezegd?’ De meeste video-formats van nu passen voor mijn gevoel niet bij mij als artiest. Het is ook niet echt nodig. PNL, een groep uit Frankrijk die ik al lang volg, heeft nog nooit een interview gegeven, maar iedereen vindt hen lauw. Dat heb ik altijd in mijn artiestenbestaan meegenomen; ik hoef niet zoveel weg te geven maar kan alsnog lauw zijn.”

“Dit wordt een geschreven artikel, daar vind ik het nu tijd voor”, gaat hij verder. “Nu kan ik ook eens goed uitleggen waar ik sta, wat ik allemaal heb meegemaakt en waar ik naartoe wil.” De reden dat we de afspraak hebben met Bart is dat hij precies in de aanloop naar zijn eigen show zit. Op donderdag 25 mei staat hij namelijk met ‘Bartofso In Concert’ in PIP, op steenworp afstand waar we nu met hem zitten. “Ik ben al zolang met muziek bezig en heb al zoveel shows gespeeld, maar een eigen concert is nieuw voor me.”

Daarbij waren twee dingen belangrijk, vertelt Bartofso. “Één: het moest in mijn eigen stad, want hier zit mijn publiek. Twee: het moest zo klein mogelijk en zo rauw mogelijk. Ik was eens geboekt bij SMIB x TNO Fest in Amsterdam, waar ik zag dat het jonge publiek meer los ging op de hiphop en trap dan op de clubnummers. Toen besefte ik dat ook voor dát deel van mijn tracks een publiek bestaat. Bij het concert ga ik precies die veelzijdigheid laten horen, maar er is vooral ruimte voor die rauwe shit.”

Terugblikken op Wilde Westen

Bartofso kwam op bij Wilde Westen, het Haagse label dat heel Nederland op slot gooide toen ze haast parallel aan New Wave een zware, donkere tegenhanger de wereld inslingerden. 24 nummers, gratis te downloaden. “Vanaf het moment dat ik die jongens leerde kennen zaten we haast elke dag in de studio. Toen konden we net zo goed een tape uitbrengen, vond Mula.” Dat werd uiteindelijk 911 SURVIVORS, vernoemd naar de plek waar een deel van de vriendengroep toen gehuisvest was; verdiepingen 9 (Mula en Louis) en 11 (een vriend) van het flatgebouw naast station HS, dat ook wel bekendstaat als ‘Strijkijzer’.

Vanuit die plaat vergaarde het label met hun ongepolijste trapgeluid razendsnel populariteit. Met een kerngroep werd ‘D&G’, nog zo’n cultklassieker, gemaakt. “Die was van Louis – wat mijn neef is overigens – en Mula, maar als je naar de featurings kijkt zie je ook alleen maar mensen van heel dichtbij, waaronder ik.” Bart verzorgde het inmiddels iconische openingscouplet van Geel. Daarmee zette hij toon als meester van de flow, meerdere woorden per zin oprekkend tot een unieke cadans. “Ik weet, ik moet weer gaan, die Bart die heeft geen tijd / Je kech wil dat ik kom / Ik zoek stabiliteit!”

Al snel ontplofte WW compleet. “Voor mij was dat heel ziek, ze (Mula & Louis, red.) werden voor mijn gevoel té aan. Wij stroomden allemaal mee, maar ik had amper tijd om te beseffen wat er aan de hand was. Voor ik het wist werd ik op straat nageroepen: ‘Hey Akkabouz!’ Ik ging met hen mee naar shows en achteraf wilde iedereen niet alleen met hén op de foto, maar ook met mij. Daar kon ik maar moeilijk aan wennen.

Begonnen met beschouwen

Bart heeft namelijk altijd muziek gemaakt omdat hij het leuk vindt. Het plezier is zijn grootste drijfveer, vertelt hij. En die onwennigheid zou voor de rest van zijn carrière een belangrijk onderdeel worden. “Ik maakte al muziek toen ik zestien was, en ben eigenlijk begonnen omdat ik het zowat iedereen om mee heen zag doen. Matties, neven; iedereen was muziek aan het maken. Het begon als grap, een mattie een beetje beschouwen op een freestyle-manier. Op een gegeven moment belandde ik in de studio bij mijn neef Ktts Ktts en nam ik voor het eerst op, op een beat. Het was gek om mezelf terug te horen, maar mijn neef zei dat ‘ie het heel goed vond. Wat óók weer gek was voor me.”

Het was vast tijdens die sessies dat hij zijn artiestennaam – haast per ongeluk – verzon. Hij had een rap opgenomen en de engineer van dienst vroeg aan hem onder welke naam hij het bestand op kon slaan. “Doe maar Bart, ofzo”, heeft hij toen gezegd. Het past eigenlijk perfect bij zijn droogkomische manier van rappen. Een stijl die swingt door de Frans-Congolese invloeden, allure heeft door het unieke taalgebruik en je constant bij de les houdt door de hoogste concentratie woordspelingen mogelijk. In ieder van zijn verses klinkt het plezier door.

En soms komt het in zeer korte tijd tot stand: “We hebben legendarische sessies gedaan bij 101 en FunX, bijvoorbeeld. Bij die laatste liet Mula ons kort van tevoren weten welke beat we zouden gebruiken. Eigenlijk wilde ik niet meedoen, omdat ik geen tekst had. Onderweg erheen schreef ik het. Het lijkt alsof ik afgeleid werd door Mula die steeds een ad-lib maakt van het laatste woord uit mijn vorige zin, maar stiekem was mijn tekst ook gewoon op!” lacht Bart. “Wat een tijden, man. Misschien wel de leukste tijd; het ging nog nergens om, alleen om het rappen.”

Hij gaat nog steeds met dezelfde intentie de studio in: muziek maken moet vooral leuk zijn. “Het enige dat veranderd is, is dat ik er nu een soort van alleen voor sta. Toen bewoog ik altijd in een groep. Wat wel gezelliger was, hoor. Als je mij nu zou vertellen dat Spotify, Tunecore en alles in één keer weg gaat morgen, zou ik nog steeds muziek blijven maken. Dat is waar ik begonnen ben, dus ik ken dat gevoel al.” Toch is hij blij met de financiën als bijkomstigheid: “Dat ik nu als onafhankelijk artiest mijn eigen clips kan financiëren en mijn moeder een beetje geld kan geven. Daar kan ik alleen maar dankbaar voor zijn.”

Blij kunnen zijn met kleine dingen

Er kwam dus succes. Zijn eerste soloalbum Goede Tijden Akkabouz uit 2017 belandde op nummer 8 in de Album Top 100. “En dan te bedenken dat ik niet eens wist wat charts waren, hè? Wij wisten helemaal niks. Voor ons was het gewoon pokoes maken en releasen. Ik herinner me nog de tijd dat ik tegen Mula en Webb blij zat te doen omdat duizend mensen onze pokoe hadden geluisterd. ‘Duizend? Op een pokoe die we eergisteren hebben gemaakt? Hè?’ We zijn van ver gekomen, man. Maar ik besef me maar al te goed dat ik blij kan zijn met de kleine dingen.” Hij slaat de spijker op zijn kop. Inmiddels lopen zijn luistercijfers vaak in de miljoenen. Op het moment van schrijven heeft hij meer dan een half miljoen maandelijkse luisteraars. Sick, temeer omdat hij sinds MATRIX uit 2021 geen album meer heeft uitgebracht.

Dat succes laat hij niet zijn naar zijn hoofd stijgen. De status ook niet, overigens. “Ik zie iedereen als mens, we zijn allemaal van vlees en bloed. Ik ben toevallig goed in muziek, maar was ik dat niet dan was ik nu lasser of zat ik in de bouw. Daar zitten nu juist de mensen die dáár goed in zijn, dus laten we elkaar respecteren en als gelijken zien. Als je het goed doet, kun je met muziek heel snel status krijgen”, zegt hij. “Dat kan nationaal, maar ook gewoon lokaal of in de wijk. Dat kan heel moeilijk zijn om mee om te gaan. Als je niet weet waar je vandaankomt, of jezelf niet omringt met de juiste mensen, kun je snel naast je schoenen gaan lopen.”

Bartofso komt uit een hechte Congolese familie, die “altijd het beste met me voor hadden. Ik heb drie zusjes en een broer. Een groot deel van mijn familie woont in Frankrijk en België. Mijn moeder is heel gelovig, waardoor muziek maken eigenlijk uit den boze was. En mijn vader hamerde altijd op het feit dat muziek me geen diploma’s ging bezorgen. Van alle kanten werd ik eigenlijk geremd, maar dat wakkerde mijn koppigheid alleen maar aan. Ik wilde gewoon mijn droom najagen. Toen ik vroeger 50 Cent zag op tv, wilde ik al artiest worden. Daarover gesproken; ik ben váák uitgelachen. Dan hoorde ik weer ‘Pfff, ga je weer naar de studio, denk je dat je Tupac bent? Of 50 Cent?’ Diezelfde mensen vroegen dan later om een gastenlijstplek bij onze shows. Mensen willen pas aanhaken als het werkt.”

“Ik besefte niet dat wat ik deed, ook daadwerkelijk geld waard was.”

En op een gegeven moment werkte het voor Bart. Hij viel op door zijn Frans-Congolese eigenheid, en sprong al voordat het een wereldwijd fenomeen was op afrotrap. “Het is jammer dat ik toentertijd geen invloed had op de hoeveelheid muziek die ik uitbracht, want toen Mula en Louis ontploften kregen zij voorrang. Ik was heel gretig, dat wist iedereen uit het team, en vooral gefocust op flows. Die heb ik soms weleens weggegeven. Ik zal geen namen noemen, maar er zijn platina hits te vinden met mijn flow erop. Er is geen misbruik van me gemaakt, maar ik was gewoon jong en onwetend. Voor mij was het pokoe en jonko’s. Mijn hoofd was niet bij deals. Pas later wist ik dat wat ik aan het doen was, ook daadwerkelijk geld waard was.”

Twijfels waren het gevolg. Over afgunst, dat men hem niet lauw genoeg vond, en dat anderen voorrang kregen. “Regelmatig kwam ik uit de studio terug in de buurt met nieuwe pokoes en reageerde iedereen dat het de heetste shit was. ‘Wow! Dit moet je uitbrengen!’ hoorde ik dan. Maar als ik dan op kantoor kwam bij het label was die energie niet hetzelfde. Uiteindelijk wilde ik de energie van de buurt, want die zou mij groter gaan maken. Binnen een jaar dropte ik twee albums, waarvan de ene op 8 en de andere op 6 binnenkwam. Als je dat ziet, moet je toch eigenlijk gaan knallen met een derde waarmee je richt op een top-3-notering? Ik had sowieso een album klaar, maar ik werd een beetje tegengehouden.”

Opladen met energie

Daar was hij klaar mee, dus verliet hij zijn toenmalige label. Inmiddels is hij onafhankelijk artiest en had hij in 2022 een jaar vol met featurings. Zowat iedere maand was hij te horen in de voor hem kenmerkende gevatte en humoristische stijl, die hij aanscherpt maar niet aanpast. “Ik zat in een groep met Mula, 3robi, Louis en Kingsize. Dat is een groep waar je, als je eruit wil springen, wel echt gék moet komen. Dat is gelukt met een bepaalde stijl, dus dat is waar het publiek van houdt. Het was voor mijn gevoel al knap dat ik kon opvallen. Tot op de dag van vandaag hangt er hier een straatnaambord van Kamp Seedorf waarop een line van mij geschilderd is. De ‘Faka mon ami niet zo negatiefstraat.’ Die waardering is mooi. Daardoor weet ik gewoon dat mensen me hebben gezien.”

De focus nog altijd op flow, de mindset op resultaat: “Niemand gaat voor me gassen als ik zelf niet werk. Ik weet wat ik kan en wat ik nog uit wil brengen. Er ligt een heleboel klaar. Tijdens het concert in PIP ga ik daar alvast een voorproefje van geven, dus ik hoop dat de crowd daar lekker op gaat. Als er geen moshpit komt en ze komen om te luisteren, óók goed. Dan ga ik daar helemaal in mee. Ik ga mezelf hoe dan ook opladen met de energie. Er staat een nog betere versie van Bartofso klaar!”

Tickets voor Bartofso In Concert in PIP zijn te koop via deze link.

Geplaatst door bowie op 8 mei 2023