Documentaire: Bomb It!

The Global Graffiti Documentary

Amsterdam 9 december. De documentaire, Bomb It!, van Jon Reiss laat een volledig beeld zien over de moderne graffiti. Met de eerste schrijver Cornbread, Philadelphia rond 1970, die destijds als tiener de eeste tag zette en rebelse stunts uithaalde om zijn naam in de wereld te zetten. Hoe het via Taki 183 van een veenbrand tot een bosbrand uitbrak. “I was a messenger, putting my name up in the right place at the right time.” En verder wereldwijd: Berlijn, Amsterdam, Parijs, Kaapstad, Tokyo etc. Het laat de schrijvers, professoren en tegenstanders aan het woord. De verschillende kanten, voor en tegens worden belicht. Mickey en Scage geven de Nederlandse input. Onmogelijk om alles te behandelen in één film, geeft het toch een volledig beeld. Van de uniforme essentie tot de individuele cultureel gebonden weergaves. Van begin tot eind pakt het de energie en brengt dit over. Een cliché die inslaat als een bom: blijf verder rond kijken dan je neus lang is.

Graffiti beantwoordt aan de eeuwige roep van een nieuwe generatie jongeren. Opzoek naar hun eigen identiteit. In de anonieme betonnen jungles van de stedelijke gebieden verspreid over de hele wereld. Wat de docu bijzonder maakt is dat het aantoont dat graffiti eigenlijk een gaande revolutie is. Joh Reiss: “Who get’s to determ what we look at everyday? And that to me is part of the central theme this film is about.” Lt. Steve Mona, NYPD Vandal Squad: “The graffiti gave the impression at best, that no one was in control of the system.” Vele niemands pakten de pen op en werden iemand: een naam. Verba volant, scriptia manent. Latijn voor: Het gesproken woord vervliegt, het geschrevenen blijft.

De roep naar een eigen identiteit

Stay High 149, met duidelijk sporen iets te veel high geweest te zijn:
“The city was in such ugly condition
There was nothing
I give you something to do
Write, write, write!
Bomb, bomb, bomb!
That’s why they say bomb the system.”

Het is een documentaire die iedereen, die ook maar een beetje in street-art geïnteresseerd is, moet zien. Tijdens de Nederlandse première op het Black Soil Filmfestival 2007 was de opkomst zeer mager. Eigenlijk zou ik iedereen verrot willen schelden die er niet was. “De reden dat ik nu de film heb gezien?”, vraag ik Mickey, “Euhm, toeval. Jij nam mij mee”, antwoord ik mezelf. De docu bombed my mind. Zet me aan het denken: “Waarom ben ik zo opgeslokt in mijn dagelijkse sleur?” En vloek tegen me zelf dat ik veel meer erop uit moet.

“We are not asking for space. We are taking it!”

“To really reach out
to say I’m here
I exist
This is me, hello world
I’m fucking here!”

De uitspraken zijn uit verschillende interviews geknipt. Die op verschillende locaties zijn opgenomen. Toch vloeit het als een natuurlijk geheel. Daarmee illustreert het de kwaliteiten van de filmmakers. Het verhaal blijft boeiend, blijft visueel aantrekkelijk. En laat een diepe indruk achter.

The urge to play

Vele straatsoldaten van de revolutie zijn vastgelopen in de dagelijkse sleur van het moeten. Het moeten van wie? Volgens wie? Wie bepaalt mijn horizon? De docu spint door mijn hoofd. “Auke, Auke, …he Auke. Elke zin die je zegt zit vol met flauwekul. Kan je nooit eens serieus zijn?” Ik schud wakker van uit mijn dagdroom. Mijn half negen tot vijf. Achter een computer. Ik kijk op naar mijn chef. Tien jaar lang werkt hij van zeven tot zes. Dagelijkse klaagzang over zijn vrouw en kind van een andere-moeder-drama. Zo trots op de hoeveelheid werk dat hij dagelijks verzet. Nog eens tien jaar, knikkert de directie hem, te duur, op straat. Elke keer dat ik hem aan het lachen maak met een dolletje zie ik een man in hem naar boven komen met glimlachende twinkelende ogen. Voor de rest is hij gecultiveerd in een dagelijks sleur. Henk: “Auke, kan je de telefoon opnemen.” Willem: “Auke, telefoon gaat.” Ik kijk naar de telefoon en neem op: “Goedemorgen. Auke VanderHoek, Wagenparkbeheer. Waarmee mag ik u van dienst zijn?”

De film begint met een citaat van Goethe, Poetry and Thruth, 1891.
“I was, after the fashion of hummanity, in love with my name, and, as young educated people commonly do I wrote it everywhere.”

KRS-One:
“You put a pen in any childs hand. Naturallly he’ll go to the wall.”
Mickey:
“The little ones are so pure. And it’s something I see grown-ups have lost. The urge to play. Doing graffiti is like playing.”

Ik ben geen kind meer. Ik heb het gewicht van het moeten op mijn schouders. Word leeg gezogen in een anonieme, uniforme maatschappij. Ik wil schrijven. Kon ik me maar te pletter lopen, tegen de muur op. Bomb It!

Meer info: Bomb It!

Geplaatst door bowie op 19 januari 2007