Conway The Machine kwam om te rappen, en rappen alleen

Griselda is ongetwijfeld een van de beste dingen die hiphop heeft voortgebracht in het afgelopen decennium. Door diverse omstandigheden – waar onder een pandemie, je weet wel – stonden de members nooit in Nederland voor een show. Ondertussen bleven ze in rap tempo hun releases opstapelen. Maar eindelijk was het zover; precies een maand na zijn offciële major label-debuut stond Conway The Machine in de Melkweg.

Spannend is het natuurlijk wel altijd; zou zo’n mc, die qua studiowerk een hoge standaard heeft en breed gewaardeerd wordt, het ook live waarmaken? Hij tekende bij Eminem, stond op een album van Kanye West en werkte al eens samen met JAY Z. Ondertussen vliegen zijn eigen platen in streng gelimiteerde oplages voor monsterlijke prijzen de deur uit. Enkele honderden euro’s voor een vinyl-release is niet gek, wist ook de dame achter de merchandise-tafel. Vóór haar lag een gesigneerd exemplaar van Reject 2 klaar om van eigenaar te wisselen. Navraag leerde dat die maar liefst 250 euro moest gaan opbrengen.

Maar gelukkig was dat het enige ‘nieuwe’ dat de avond kent. Voor de rest was het ouderwets, in de best mogelijke zin van het woord. De rij cirkelde van de ingang, om de schouwburg naar de Kopstootbar, en het gekrioel van de menigte in de garderobe bij de Melkweg bleek ook post-pandemie niet uit het beeld verdwenen. Eenmaal goed en wel binnen en een plekje op het balkon veroverd, maakt DJ Turne plaats voor de hoofdact van de avond. Er schenen toen al een paar van Conway’s kameraden opgetreden te hebben.

Niet lang daarna roffelden de doffe drumklappen van producers als Daringer en Alchemist over het balkon. De eerste nummers ijsbeerde de rapper uit Buffalo nog wat over het podium, alsof hij moest wennen aan het feit dat er een zaal in Amsterdam zó packed was voor hem – zelfs de balkons puilden uit. Maar toen hij zijn jack uittrok en de dj Piano Love instartte, ging ook bij ‘La Máquina’ de knop om. Hij kwam naar Nederland om te rappen, en om te rappen alléén. Dat hij blij is met de jongens die zijn beats maken, werd óók duidelijk: “Body shit every time Alchemist sendin’ me a folder / It’s a wrap for these rap n*****, literally, it’s over!”, werd uiteraard gevolgd door een harde “Talk to ‘em!”

Want wat was het fris om een rapshow te zien zonder opsmuk. Ja, er was een back-up, maar die schreeuwde vooral de bekende ad-libs tussen de nummers door: “Can I get a doo-doo-doo-doo!” Natuurlijk klonken er veel van de door Conway zelf benoemde classics op boombapbeats, maar hij schakelde net zo makkelijk om naar een Cardi B-flow. En hoe hij midden in een track zijn dj liet wisselen naar het veel snellere Keep It Thoro van Prodigy en zonder moeite ook het tempo van zijn zinnen opvoerde, liet zien dat Conway zijn performance serieus neemt. Zijn Drumwork-protegés Jae Skeese – die precies op de dag van het concert ook een nieuwe plaat uit had – en 7xvethegenius mochten ook nog wat tracks meedoen. Vooral laatstgenoemde overtuigde met haar messcherpe flow.

Maar eigenlijk waren ze er alleen om Conway even op adem te laten komen. Want wat deed hij zijn bijnaam ‘The Machine’ eer aan. Of hij nou beschrijft hoe het er op straat of achter het fornuis aan toe ging in zijn tijd als dealer, of vertelt hoe hij anno nu een Vlone-shirt draagt onder een Louis Vuitton-jas; Conway rapte vol passie en bewijsdrang.

Maar niet alles was opschepperij. Richting het eind wilde hij ook zijn pijn kwijt; hij vertelde waarom hij een fles sterke drank per dag drinkt in het nieuwe Stressed en rouwt om overleden en vastzittende vrienden. Amsterdam kreeg ook een glimp van de emotionele kant van Conway te zien. Met twee handen in de lucht, bijna als een soort Mozes, bedankte hij de crowd en vice versa.

Griselda in Amsterdam, hoofdstuk één; done. Op naar Benny The Butcher op 3 mei!

Geplaatst door bowie op 28 maart 2022