BlabberMouf baant zich een weg door de jungle die de muziekindustrie heet

BlabberMouf is back in action! Blabber, onderdeel van Het VerZet en één van de vertegenwoordigers van hiphoppend Limburg, dropte in december van het vorige jaar zijn album Da Flowin’ Dutchman. Op de plaat neemt hij de luisteraar mee op een expeditie door de door hem gevormde hiphoprimboe. We zochten hem op in zijn tot studio omgebouwde tuinhuisje in Heerlen om te praten over zijn album, liefde voor reggae, de hiphopscene en zijn plannen voor 2018.

‘Spread the message’
“Dit album is weer een project dat ik uitbreng voor de fans, voor hiphoppers die naar mijn shit luisteren. Het staat symbool voor mijn reis door hiphopmusic sinds 2012. Vanaf het moment dat ik begon met het uitbrengen van albums. Het doel is om de message te verspreiden en daaropvolgend een mooie tour op te zetten,” aldus Blabber. De boodschap die hij met Da Flowin’ Dutchman wil verspreiden is het terugbrengen van de dialoog in hiphop. “We leven echt in een tijd van individualisme. Iedereen kan tegenwoordig op z’n telefoon luisteren wat ‘ie wil, at any time. Dat heeft er voor gezorgd dat iedereen in zijn eigen zone zit, iedereen is met zijn eigen muziek bezig. Back in the days hoorde je van andere mensen wat zij luisterden en hoe ze daarover dachten. Er was meer discussie mogelijk over muziek. Ik hoop dat met mijn album dat weer een beetje terugkomt.”

“No matter what you do in life, je zult altijd obstakels tegenkomen.”

Voor wie het album het album een spin heeft gegeven, komt één thema overduidelijk naar voren: de jungle. Blabber licht het idee achter dit concept toe: “Behalve dat het natuurlijk fucking goed bij de cover past, zie ik deze scene, de muziekindustrie en de wereld over het algemeen, als een jungle, man. Iedereen probeert zijn weg door de jungle heen te manoeuvreren. Dat was een beetje de gedachte daarachter. No matter what you do in life, je zult altijd obstakels tegenkomen. In een jungle is dat natuurlijk ook zo. Als je door een jungle moet, zal je de planten moeten omhakken, uitkijken voor giftige insecten en slangen. Het kan gaan regenen, donker worden en de volgende dag fucking heet zijn.”

Obstakels is Blabber ook tegengekomen toen hij aan het album werkte. “Dit is het eerste album dat ik zelf heb opgenomen, zonder studio-engineer. Dat gaf best wel veel vrijheid om shit te doen en te experimenteren met mijn stem. Maar er waren ook wel tracks waarbij het moeilijk was om voor mijzelf uit te vinden wanneer het nou goed was. Daarbij is het altijd lastig om een album goed te promoten tegenwoordig. In je eentje krijg je veel gedaan, maar je hebt altijd hulp nodig van anderen. Het gaat me goed af, maar het is ook niet altijd even leuk. Het is niet dat ik bij mezelf denk: ‘let’s do some fucking promo!’. To get it out there, and to get it into the people’s ears who need to hear it, that’s hard. Vooral nu, met de hele sponsored post-game op Facebook. Er zijn bepaalde trucjes die je kunt toepassen om daar doorheen te breken en mensen te prikkelen. Kijk maar naar die meme-shit, het slaat natuurlijk nergens op, maar wel worden beide hersenhelften getriggerd. Mensen zijn dan veel sneller bereid ergens op te klikken. Daarnaast moet je natuurlijk met originele ideeën komen voor clips bijvoorbeeld.”

“To get it out there, and to get it into the people’s ears who need to hear it, that’s hard.”

‘Not my favorite thing’
Da Flowin’ Dutchman kent twee samenwerkingen: met EllMatic en Christmaz. Met beide artiesten heeft Blabber in de studio gezeten. Samenwerken met artiesten over het net, is niet een werkmethode waar Blabber’s voorkeur naar uitgaat. “Die internetsamenwerkingen… ik doe ze ook, but they’re just not my favorite thing. EllMatic woont in Maastricht en is iedere week hier om muziek te maken. Christmaz zit in Zweden, maar was in 2016 hier om met mij te touren. We hebben tijdens het touren tracks gemaakt. De mensen met wie ik op een track sta, moet ik kunnen ontmoeten. Ik wil weten wat voor mensen dat zijn, ik voed mezelf dan ook met andermans energie. Als iemand hier in de studio komt en is die energie is dope, dan neem ik ’t op. Aan die energie geef ik dan mijn eigen interpretatie om weer iets vets te maken. Het kost veel energie om inspiratie je uit jezelf te halen. Inspiratie die je niet van andere mensen zal krijgen. It’s gonna be you on the record. Het kan je heel veel vrijheid geven, maar af en toe raak je ook verveeld van je eigen shit. It’s all the same, meestal dan. Dus als je met mensen gaat zitten die andere ideeën hebben, zorgt dat voor een frisse wind als je muziek gaat maken.”

De opnames van het album zijn volledig door BlabberMouf zelf gedaan. De beats zijn geproduceerd door Truffel en de mixing is gedaan door Mokum Productions, het productiebedrijf van Truffel en Jesse Meulenbeek. “Voor mij was het super chill om mezelf te kunnen tapen. Je bent er toch anders mee bezig. Eerst deed ik het met Propo ’88 in zijn studio en was hij de engineer. Dan ga je toch meer luisteren naar wat een engineer heeft te zeggen over jouw opname. Hij is dan het uitgangspunt of iets goed is of niet. Terwijl wanneer je in je eentje in de studio zit en je eigen muziek terugluistert, is dat toch anders. Compleet anders.”

Toch bracht het ook frustraties met zich mee: “Sommige tracks zijn gewoon lastig om op te nemen omdat er meerdere elementen een rol spelen”, zegt hij doelend op de reggae-invloeden. “Reggae… ik kan het wel, maar het is zeker niet makkelijk om die shit in één keer goed te recorden. Ik stop ook nooit totdat ik tevreden ben. Dat kan af en toe moeilijk zijn. Soms lukt het gewoon niet. Gezond is dan om even afstand te nemen van waar je mee bezig bent, het even te laten rusten en de volgende dag de draad weer op te pakken, maar ik ben hard-headed. Even iets laten rusten lukt bij mij dan niet. Het voelt voor mij dan alsof ik me door de track heb laten verslaan. Dat leverde af en toe wat frustrerende momentjes op. Dat is wel de passie die je er voor over hebt.”

“Het kan je heel veel vrijheid geven, maar af en toe raak je ook verveeld van je eigen shit.”

‘People like it. I love doing it.’
BlabberMouf’s liefde voor reggae is iets dat de afgelopen jaren steeds meer is gegroeid. “Ntan (lid van Het VerZet) heeft al heel lang geleden die invloed bij mij gebracht. Ik heb het bewust nooit op albums gedaan omdat ik het gevoel had dat ik er nog niet goed genoeg voor was. Nu voel ik me wel zelfverzekerd genoeg om dat element in mijn werk toe te passen. Ik heb altijd van reggae gehouden, maar toen ik het voor het eerst hoorde in een soort van hiphop-way, was ik wel in love met die shit.” Blabber is niet van plan af te stappen van de reggae-vibes: “Ik zie niet in waarom ik het niet méér zou doen. People like it. I love doing it. Ik heb zoiets van: ‘ik ben misschien blank, maar who the fuck cares, man. It’s music!

“Hiphop is een study. Veel mensen vergeten dat je hiphop moet bestuderen voordat je goed bent in wat je doet: hiphop. Het geldt niet alleen voor MC’s, het geldt ook voor B-boys, DJ’s, elk element. Je moet oefenen en kennis hebben om in staat te zijn het goed te doen. Dat is met reggae precies hetzelfde. I love it, so I started trying it.

“Sommige mensen zeggen nu dat bepaalde dingen hiphop zijn, maar daar zie ik helemaal niets in terug. Nu heb je fucking Famke Louise…”

BlabberMouf is kritisch als het gaat om de diversiteit in de mainstream hiphopscene in Nederland. “Er is altijd maar die zelfde shit, alleen dat wat populair is. En dát terwijl hiphop een fucking groot spectrum is. Het is gewoon hoe de business werkt, vooral de entertainment-business. Er zijn labels zijn die bepalen van wat the next big thing wordt en de rest draaft daar maar een beetje achteraan. Wanneer iets gelabeld wordt als de nieuwe trend, springen allerlei mensen op de bandwagon. Daarmee krijg je weinig diversiteit in sound dat wordt aangeprezen op de markt. Kijk, diversiteit is er wel, maar die is vooral bedoeld voor de echte core audience, niet voor een mainstream audience.”

De flowing Dutchman is veelvuldig bestempeld als een lyricist van de bovenste plank. Hij baalt er dan ook van dat lyricism tegenwoordig niet meer zo belangrijk wordt gevonden. “Het voelt voor mij alsof de vorige generatie tekstschrijvers de torch niet heeft overgedragen aan de nieuwe generatie, zo van ‘this is how you do it’. In de mainstream vinden ze lyricism sowieso minder belangrijk. Dingen kunnen altijd veranderen. Wat ik nu vervelend vind, is dat zeggen nu dat bepaalde dingen hiphop zijn, maar daar zie ik helemaal niets in terug. Nu heb je fucking Famke Louise, dat is gewoon trash. Als je dat leuk vindt, cool. Ik zie daar gewoon totaal geen hiphop in, maar dat wordt wel zo op de markt gebracht. Er zijn heel veel mensen die het met mij eens zijn, maar wij hebben geen recht van spreken tegenover het publiek dat zij heeft.”

“Op het moment dat wij naar Rusland of Zuid-Amerika gingen en je zag hoe zij reageren op onze muziek dan denk je: we zitten in the wrong fucking country.”

BlabberMouf voelt zich meer onderdeel van de internationale scene dan de Nederlandse. “Ik voel niet echt meer de drang om in Nederland shit te doen. We werden hier in Nederland toch een beetje behandeld als de local guys, die dan toevallig in het Engels spitten. Op een gegeven moment hield het gewoon op. Het is niet dat ik er per sé van baal, maar af en toe heb ik wel zoiets van: give credit where credit is due. Laatst zag ik op Noisey een post met een of andere crew die met zo’n 360-graden camera een clip had gedaan, dat wordt dan helemaal geprezen. Dan denk ik bij mezelf: dudes, I did that shit last year already. Jullie willen gewoon artsy fartsy zijn en alle hippe mensen aanspreken, maar that’s bullshit. Dan denk ik: die mensen weten gewoon niet dat wij bestaan. Wij zitten hier in Limburg, een afgezonderd eilandje, ze hebben het gewoon niet door.”

“In 2012, toen ik nog op de Herman Brood Academie zat, was ik wel pro-actief met mensen benaderen in Nederland. Toen hadden we meer het gevoel dat die strijd gevoerd moest worden. Nu heb ik dat gevoel veel minder. Ik heb jarenlang shows in Nederland gedaan, ook vette shows, maar op het moment dat wij naar Rusland of Zuid-Amerika gingen en je ziet hoe het publiek daar reageert op onze muziek dan denk je: we zitten in the wrong fucking country. Geen disrespect naar de heads in Nederland, maar ze gaan gewoon keihard out in Rusland. Ze verstaan misschien geen Nederlands en vaak zelfs geen Engels, maar het is de vibe, de energie wat mensen daar aantrekt. Het gaat om de core values achter de muziek en de energie die het met zich meebrengt.”

Blabber rapt al vanaf het begin van zijn carrière in het Engels. “Het was geen keuze van: ik ga Engels spitten dan heb ik meer internationale kansen. Zo zat het niet. Ik spreek al Engels sinds ik zes jaar was. Heel vroeg interesseerde het Engels mij al. Back in the days waren alle cartoons in het Engels, met ondertiteling. Daar heb ik gewoon heel veel van geleerd. Ik had gewoon de drive om die shit te leren. Toen muziek kwam, was het voor mij een logische stap om het in het Engels te doen. Ook had ik het gevoel dat ik beter mijn gevoelens kon uiten in het Engels. Daarnaast vallen we hier als Limburgers toch een beetje buiten de boot. We zijn toch een beetje, naast de Friezen, de weirdo’s van Nederland.”

“Het VerZet zal altijd blijven, als vriendengroep ten eerste, maar ten tweede zullen we altijd muziek blijven maken.”

Het VerZet
Ook met Het VerZet liggen er nog plannen op de mixtafel. “The projects are there, maar iedereen is momenteel meer met zijn eigen leven bezig. Sommige dingen zijn even op een laag pitje gezet. Voor mij geld dat ook. Het VerZet zal altijd blijven, als vriendengroep ten eerste, maar ten tweede zullen we altijd muziek blijven maken. Of we het nu uitbrengen of niet. Het doel is om dit jaar al wat te droppen. Tegelijkertijd hebben we zoiets van: als het langer duurt, maar het resultaat is beter dan maakt het niet uit. Wij hebben door de jaren een echte core audience aan ons weten te binden. Die fans zullen er zijn, ook wanneer we uiteindelijk iets nieuws droppen. In Nederland kunnen we wel shows pakken met Het VerZet, maar eigenlijk liggen voor ons de meeste kansen in het buitenland.”

Waar Blabber het liefst heen gaat met zijn crew? “Anywhere we can go! We worden geboekt in Duitsland, Zwitserland, Polen, al die landen. Volgend jaar gaan we waarschijnlijk voor het eerst naar Frankrijk. Daar wordt onze muziek geluisterd en opgepikt. Hier in Nederland hebben we ook onze fans die zeker onze shit zullen checken. Onze muziek is in Nederland echter niet in de sfeer waarbij organisatoren denken: die moeten we boeken! Elk jaar komt er wel een artiest als KRS-One naar Amsterdam toe. Dat zou voor ons podium zou kunnen bieden, maar toch gebeurt het dan weer niet. Ik weet ook niet waarom. People are kinda sleeping on it.

‘Da Flowin’ Dutchman’ is klaar om in 2018 weer ouderwets te vlammen. “Ik heb nu dit album uit, dus dit jaar ga ik sowieso op tour. Ik ben vooral van plan om wereldwijd veel shows te gaan doen. Daarbij heb ik zodra ik een album heb uitgebracht even geen zin om alleen muziek te maken. Ik ga vooral collaborations doen met de mensen om me heen. Met EllMatic zou ik graag een albumpje doen. Op een gegeven moment ga ik weer een groter project gaan starten. Ik weet niet of dat in 2018 uitkomt of pas in 2019. Een mooi jaar wordt het zeker.”

Beluister Da Flowin’ Dutchman hieronder:

Geplaatst door bowie op 31 januari 2018