PRIMEUR: Delic zoekt de nectar op zijn nieuwe single ‘Shake Up’ met Ziggi Recado

Lang hadden we geen muziek meer gehoord van Delic, de Zwolse beatmaker die in de eerste jaren van het millennium de ene na de andere klassieker binnen de Nederlandse hiphop afleverde. Tot vorig jaar ineens single The Oasis verscheen, een prachtig filmische, triphop-achtige instrumental, gebouwd rondom een betoverende saxofoonmelodie. En vandaag hebben we de eer Shake Up te primeuren, een opvolger die aansluit op de eerdere single, maar tegelijk nieuwe wegen inslaat.

“Allebei die sax leads hebben een soort gypsy interpretatie van hoe het gespeeld wordt”, vertelt Delic als we hem bellen over zijn nieuwe single. Want hoewel Shake Up begint met een bijna zoetgevooisde gitaarlijn, alvorens deze gecontrasteerd wordt met typische Delic-synths, horen we saxofonist Coen Witteveen al snel langskomen. Net als reggaezanger Ziggi Recado, die de lead verse voor zijn rekening neemt.

“Ik heb ‘m naar Zwolle gelokt met een maaltijd van mijn vrouw, ons gewoon opgesloten en we zijn gaan tapen. Dat was al een paar jaar terug”, vertelt Delic. “Hij werkt snel”, zegt hij gedecideerd over een samenwerking die hem prima beviel. “Hij is technisch onderlegd, in de zin dat hij heel makkelijk koortjes maakt, en hij tunet heel snel in op waar je mee bezig bent. Dat is tof, hij is echt een professional.”

Een prettige samenwerking is voor hem niet alleen van belang vanwege het creatieve resultaat, maar ook omdat het maken van muziek voor hem van persoonlijk belang is. “De insteek van de song is dat het gaat over de ruis. Alle noise om ons heen, anno 2018. Ik vind het prettig om af en toe uit te tunen. Dat kan ik doen door middel van muziek —of een toffe film of een goed boek. Daarom maak ik muziek, om mezelf even een vakantie te geven van alle ruis.”

“Dan denk je ‘doe eens normáál man! Laat me met rust!’”

Met die ruis doelt Delic op het vertekende beeld dat je door sensatiebeluste nieuwsmedia van de wereld krijgen kan: “Stel je voor dat je duizend jaar geleden leeft. Je zit op het platteland en bent bezig met koeien melken, links van je hoor je in de verte een reiger een visje vangen, en rechts van je hoor je een varkentje knorren. Dan komt er iemand langs op een paard en wagen en die heeft een document bij zich en begint alle erge gebeurtenissen van de afgelopen 24 uur in heel Nederland en heel West-Europa schreeuwend op te sommen.” Hij begint te lachen. “Dan denk je ‘doe eens normáál man! Laat me met rust!’”

“Nieuwszenders bestaan niet om jou een evenwichtig beeld te geven van wat er gebeurt”, denkt hij. “En dat is ook prima. Maar ik creëer liever mijn eigen bubbel, dan dat ik intune op de bubbel van mensen die je aan de televisie gekluisterd willen houden.”

Het sluit mooi aan op de keuze voor een reggae-vocal, want in het genre wordt vaak geageerd tegen ‘Babylon’, een synoniem in het patois van de rastafari voor westers (cultureel) imperialisme. Een synergie die misschien juist wel zo mooi is, omdat het niet van tevoren bedacht is. “Dat is toevallig zo samengevallen,” verzekert Delic. “Ik zoek altijd voor de tofste optie waarin ik een song kan uitbouwen. Dat wat er inzit…” Even denkt hij na.

“Je moet altijd kijken of je de nectar van de bloem kunt vinden, van een song. Dat zoveel mogelijk naar voren halen. Zo komt ’ie eruit.”

Geplaatst door Jaap van der Doelen op 23 februari 2018