Als IDK wat terugschroeft, komt hij waarschijnlijk dichter bij de kern

Zeker sinds de coronapandemie hebben veel hiphopartiesten een tandje bijgeschakeld wat betreft productiviteit en output. De Brits-Amerikaanse IDK kwam sinds de wereld in het donker gehuld werd met maar liefst vier albums op de proppen. De beste ervan is USEE4YOURSELF uit 2021, waarop hij verwoestende verhalen vertelde over zijn jeugd en hardop het trauma en de giftige mannelijkheid binnen de Afro-Amerikaanse gemeenschap onderzocht. Op F65 trekt hij de Kanye- en Frank-jas uit waarmee hij voorheen nog weleens buitenkwam. Of dat zich ook uitbetaalt? Deels.

Want IDK zelf promootte zijn nieuwste plaat als een soort volledige albumversie van Sub-Trap, de tape die hem wat jaren geleden aan de wereld introduceerde. Daarbij hoort een hoop nieuw terrein. Hij is op een nieuw level wat betreft zelfrealisatie, accepteert zijn karakter en schept voor het eerst een eigen sfeer. Een van zijn vorige platen werd bijvoorbeeld door Kaytranada geproduceerd, wat meteen voelde als een (te) dikke stempel van de producer. De valkuil van werken met een muzikant die een zeer sterk signatuurgeluid heeft.

Op F65 duwt en trekt het leven van alle kanten aan hem. Hij wordt overvallen door de liefde waarnaar hij altijd heeft verlangd, maar zijn levensstijl smijt hem altijd richting in een patroon vol gif en roekeloosheid. De vrouwen in zijn leven behandelen hem als niets meer dan een vervaagde flirt, terwijl hij aan de andere kant worstelt met het algemene gebrek aan liefde voor de Afro-Amerikaanse gemeenschap.

Ideeën en interludes

Dat hij van hot naar her geslingerd wordt, projecteert hij letterlijk op de luisteraar. De beatwisselingen en transities tussen de nummers volgen elkaar razendsnel op. En dan blijken van de 22 titels op de tracklist er ook nog eens maar 13 volwaardige nummers op F65 te staan. Je brein zou haast ontploffen door de vele ideeën en interludes, wat gezien kan worden als afknapper. Maar op de een of andere manier laat IDK het werken. Kalme live-instrumentatie, vocale harmonieën, kinderkoren, verschuivende beats; de productie is super-methodisch maar tegelijk warm en rijk.

Er klinken manische switches in Pit Stop, waarin hij letterlijk zijn auto bijtankt voor een reis. Daarna wordt er flink op het pedaal getrapt met heftig ronkende 808’s. Thug Tear is dan weer een sonische tegenhanger. Op de pianopartijen van Daoud – die een groot deel van Saba’s Care For Me produceerde – blaast Fat Trel zijn ziel en zaligheid eruit terwijl IDK poogt het geluk te vinden in een leven als misdadiger. Gaandeweg schuift er een vioolsectie in, horen we soul chops en dreunende bassen. Arrangement-level op 1000 hier; complex, maar vooral groots en fascinerend.

Er klinken dromigere, maar ook stuiterende, op house geïnspireerde beats. Een jazzy rap-ballad hier, een uptempo banger met een Benny The Butcher-feature dáár. Een Khia-sample hier, een hele overbodige interlude met 21 seconden Snoop Dogg dáár. Hem vergelijken met Kanye West en/of Frank Ocean hoeft niet meer; hij klinkt meer als zichzelf dan ooit. Maar had IDK iets meer ideeën op de tekentafel gelaten of simpelweg teruggeschroefd, had hij een nog stevigere grip kunnen krijgen op wie hij nou eigenlijk is als artiest. F65 voelt daardoor aan als een collage. Maar dat ook die zeer indrukwekkend kunnen zijn, bewijst IDK.

Stream:

Geplaatst door bowie op 10 mei 2023