Adam Mansbach – Rage Is Back

 

Zoals de titel aangeeft, komt Billy Rage echter terug. Maar als hij na jaren rondgezworven te hebben in het Amazonegebied, mediterend, sprekend met de zielen van bomen en hun geheimen ontfutselend over de receptuur van de meest krachtige, psychotropische drugs die het regenwoud te bieden heeft, terugkeert naar New York is het al lang niet meer de stad die hij achterliet. Op de nacht dat Dondi geboren werd, koos hij er namelijk voor samen met de rest van zijn crew de naam van zijn zoon en de moeder op de treinen te zetten, een viering die voor hen vanzelfsprekend is. Ze worden echter betrapt door de Vandal Squad, de speciale politie-eenheid die belast is met het bestrijden van graffiti. Agent Anastacio Bracken drijft een van hen, AMUSE, in een hoek en schiet hem in koelen bloede neer. Als gevolg van de moord op zijn maat, draait Billy door en schrijft twee jaar lang niets anders dan ‘OFFICER BRACKEN KILLED AMUSE’ op ieder oppervlak in New York dat hij bereiken kan. Dit leidt op zijn beurt tot een boete van twee miljoen dollar aan zijn adres, waardoor hij besluit te vluchten, zijn familie en de gouden jaren van graffiti achterlatend. Als Dondi uiteindelijk herenigd wordt met zijn verwarde en van hem vervreemde vader, leeft hij als zwerver in de metrostelsels van New York, waar hij bijna onophoudelijk magische symbolen op de muren verft om het kwaad af te zweren. Dat kwaad heet Anastacio Bracken, een man wiens zerotolerancebeleid als hoofd van de Vandal Squad hem inmiddels een bekend figuur in de politiek van de stad gemaakt heeft en een sterk kandidaat voor de aankomende burgemeestersverkiezingen.

Verdere details omtrent de plot zullen achterwege gelaten worden om het niet te verpesten, maar er wordt weinig verraden door op te merken dat het burgemeesterschap van Anastacio Bracken iets is dat Billy en zijn oude crew koste wat het kost voorkomen willen. Dondi bedenkt hiervoor een plan waarin graffiti uiteraard een grote rol speelt. Om specifieker te zijn, enorme hoeveelheden graffiti. Meer dan New York na 1989 ooit nog gezien heeft. Diverse crews en schrijvers passeren de revue (soms tot chagrijn van Dondi) en Mansbach’s kracht ligt niet alleen in het geloofwaardig en ongeforceerd laten klinken van hun anekdotes en stemmen, het gebruik van de juiste terminologie en het verwerken van flarden waargebeurde hiphophistorie. Nee, hij weet naast die sterke punten ook de verschillende graffitischrijvers te differentiëren met een eigen stijl in zowel hun spraak als hun vorm van graffiti. Hij lijkt hiervoor beroemde schrijvers als archetypes te gebruiken, zo is het niet moeilijk om bijvoorbeeld ZEPHYR in Billy Rage te zien en RAMMELZEE in zijn kameraad ‘The Ambasador’. Zo zijn er vele analogieën te trekken, die tegelijk nergens aanvoelen als simpele archetypes, maar als mensen met volwaardige, uitgediepte karakters.

De plot kent voldoende zijpaden en complicaties om te blijven boeien, maar blaast voorbij in een stevig tempo; je hebt het boek uit voor je er erg in hebt. De sfeer blijft desalniettemin nog lang hangen. De feestscène op een gehuurd jacht zorgt ervoor dat je John Holt’s reggaeklassieker Police In Helicopter zelden nog in hetzelfde licht horen zal, en dat mag opgevat worden als compliment. Wel zijn er enkele, tamelijk vergezochte verhaalelementen die de zogenaamde opschorting van ongeloof oprekken tot een punt waarop het behoorlijk dun wordt. Zeker in een verhaal dat zo’n specifieke tijd en locatie heeft, geworteld in de realiteit, voelt het alsof deze elementen niet helemaal op hun plek zijn. Checkov’s uitspraak over een voorbode in een verhaal (‘Men moet nooit een geladen geweer op het toneel plaatsen als niemand van plan is het af te vuren’) wordt hierin vlekkeloos nagevolgd door het ‘wapen’ in de finale af te laten gaan. Het gebruik ervan is voor de plot niet van zo’n belang dat ’t zonder dit niet had kunnen werken. Een groot euvel is het uiteindelijk niet, omdat je door de geloofwaardige karakters weinig moeite hebt om hun minder geloofwaardige belevenissen voor lief te nemen.

Naast de inhoud verdient het ontwerp van het boek het ook vermeld te worden. De cover ziet er al geweldig uit, maar ontwerper Blake ‘KEO’ Lethem verzorgde buiten de daar afgebeelde treinen ook de geïllumineerde letters aan het begin van ieder hoofdstuk. Dit zijn namelijk niet simpelweg grote kapitalen of in middeleeuwse stijl verfraaide letters, maar letters in een onvervalste ‘wild style’ die schitterend bij het graffitithema passen. Rage Is Back is een aanrader voor iedereen met affiniteit voor old school hiphop, graffiti en een anti-autoritaire inslag. De verf is bijna te ruiken en je zou wensen dat je de treinen daadwerkelijk over het spoor kon zien rollen. Het boek belicht verschillende aspecten van de graffiticultuur en doet dat in een verhaal met gelaagde karakters (met name Dondi en zijn ouders) die je ondanks hun fouten leert te begrijpen. Tijdens de zinderende finale kun je niet anders dan hopen dat ze eindelijk gerechtigheid (en wraak) bewerkstelligen. Met Rage Is Back heeft Adam Mansbach zijn naam in de wereld van de literatuur in ieder geval duidelijk zichtbaar gemaakt.

Geplaatst door bowie op 20 februari 2013