Whoa, let it shine: Het optimisme van Goldenboy

Hij merkte me niet direct op toen ik zijn kamer binnenstapte. Rob lag in bed met muziek op en zijn ogen gesloten. Ik tikte wat ongemakkelijk tegen zijn bovenarm. Zo snel als zijn ogen open gingen, was daar die onmiskenbare glimlach. ‘Sorry, ik was even Drake aan het luisteren,’ zei hij. Hij zette zijn koptelefoon af. Hij was de eerste die ik dat hoorde zeggen zonder zich te generen. Op die vriendelijke toon van ‘m. Zijn zinnen formuleerde hij zorgvuldig, de inhoud altijd zuiver en op de ander gericht. ‘Ik weet dat jij hem niet tof vindt, maar ik kan het wel hebben.’ Rob had in de hiphopcultuur een manier gevonden om zichzelf te zijn. Fascinerend vond ik dat, omdat ik de cultuur aanvankelijk vooral gebruikte om mezelf te vinden. Rob had verdomd goed in de smiezen hoe het leven werkt.

Robvandenakerfoto275
Een jaar of vier geleden leerde ik Rob kennen als hiphopjournalist en –liefhebber. Samen met onze gezamenlijke vriend Narmas bleef hij tijdens Rotterdam Beats eens in mijn woonkamer slapen. Hij was mijn eerste en laatste logé die een pot uierzalf achterliet in de badkamer. Ik vermoed dat hij het nodig had voor een wond aan zijn been die maar niet goed wilde herstellen.

Zijn rechterbeen stak deels onder het laken vandaan. De wond wilde niet goed dichtgaan en zo kon Rob voorkomen dat het laken eraan bleef plakken. Hij vertelde terloops waar alle slangetjes, pompjes en zakjes rondom zijn ziekenhuisbed voor dienden. Zijn rechterbeen was graatmager. Het was het been van iemand die al een lange tijd weinig had kunnen lopen. Een groot contrast met zijn gezicht, dat door de medicijnen, zo legde hij uit, aardig bol geworden was.

In de hoek van de kamer stond een draagbaar cd-spelertje. Daarnaast twee stapels gesigneerde cd’s van rappers en producers die bij hem op bezoek waren geweest. ‘Kijk maar eens.’ Het waren cd’s van onder andere Typhoon, Fresku en Diggy Dex. Hij was er trots op. Nog trotser was hij op zijn ouders, die van alles over deze artiesten wilden weten.

Die ochtend had hij gewerkt aan de lijst met liedjes die op zijn uitvaart gedraaid moesten worden. Dit vertelde hij op een toon waarop ik mijn vrouw wel eens vertel dat ik de boodschappen al gedaan heb. ‘Atmosphere staat er ook op,’ liet hij weten, ‘Sunshine.’ Hij vond het niet makkelijk om daarover na te denken, maar de conditie van zijn lichaam dicteerde hem om er rekening mee te houden. De regie zou strak in zijn handen liggen.
Bij het weggaan die middag wist ik niet of het een afscheid zou zijn. We spraken maar af elkaar weer te zien, dat bood ons beiden houvast.

“Niet alleen een mooi mens, maar ook een groot voorbeeld is er tussenuit geknepen.”

Vanochtend draaide ik Sunshine nog maar eens. Een fragment uit die tekst luidt: ‘If I could I would keep this feeling in a plastic jar. Bust it out whenever someone’s actin hard.’ Ik denk dat geen enkele quote beter typeert wat ik deze middag uit het ziekenhuis heb meegenomen. Hoewel Rob slechts 26 geworden is, heeft hij bereikt waar velen van ons een heel leven over doen. Tevredenheid, berusting. Niet alleen een mooi mens, maar ook een groot voorbeeld is er tussenuit geknepen. Bedankt voor je nalatenschap, Rob. We missen je. Ik probeer je optimisme vast te houden. Ik draag je geest hier bij me in een plastic pot, en strooi ‘m uit als iemand moeilijk doet.

Vanavond staan ze op het podium in 013 tijdens Goldfest: de rappers waarvan de gesigneerde cd’s op het tafeltje in die kamer lagen. Onder andere Typhoon, Fresku en Diggy Dex. Rob zal trots zijn op zijn ouders, die met al die rappers een praatje komen maken. En zijn ouders zullen trots zijn op hem. Hun Rob, die mensen inspireerde en motiveerde met zijn levenshouding om dit in beweging te brengen.

Baas, voor jou vanavond een eresaluut. Ik heb geen idee waar je bent, maar ik weet dat je er citroenen goud verft.

Geplaatst door bowie op 27 mei 2016