SHIRT, de rapper die hits schreef zonder dat je het weet

SHIRT is al enkele jaren bezig en heeft tot op heden vier albums uitgebracht. Drie daarvan werden gratis uitgebracht en een werd verkocht via Paypal for $3. Laatstgenoemd album, getiteld RICH HOURS bevat ook het fenomenale KICK ROCKS. Die lettergroottes zijn overigens niet bedoeld om te schreeuwen; conform de traditie van vele graffiti-schrijvers wereldwijd, schrijft SHIRT zelf alles in kapitalen. Zijn nom de plume maakt hem nog moeilijker te googelen dan de regelmatig met The Roots samenwerkende Greg Porn, dus je zou denken dat een opvallende albumtitel hem daarin zou kunnen helpen. Zijn nieuwste album kreeg echter de titel RAP mee. Kort en bondig, zonder meer, maar in een wereld waarin hits, plays, RT’s en Likes de muziekindustrie domineren, niet de handigste manier om de top te bereiken. Zijn website URL www.illrapper.com maakt ‘t ook niet eenvoudiger wat dat betreft. In een interview dat ik dankzij de zojuist beschreven SEO-onvriendelijke aspecten van zijn naam en werk niet meer vinden kan (stukje meta-tekstuele ironie, iemand?), noemde hij het zijn doel om uiteindelijk het kledingstuk als de facto zoekresultaat van ‘t woord ‘shirt’ van de troon te stoten. Exact het soort uitzinnig opschepperige en tegelijk zelfbewuste claims dat ten grondslag aan veel van de beste rap ligt. Maar SHIRT’s schijnbaar ambigue houding ten opzichte van faam en gelijktijdige acties om wel degelijk een publiek te bereiken, leiden tot een fenomeen dat sinds de eeuwwisseling nog maar weinig voorkomt: het gevoel van ontdekking.

 

 

Tegen SHIRT zijn werk aanlopen, voelt als een toevalstreffer, iets dat zomaar ineens langs de moderne poortwachters van de hiphopcultuur geglipt is. Waar de grootste etalages voor artiesten ooit bestonden uit tijdschriften, tv en radiozenders, zijn ze inmiddels vervangen door de grote websites. Het systeem lijkt een stuk democratischer dan het ooit was omdat de toegangsweg open ligt voor iedereen; iedereen kan immers een video op YouTube uploaden, een track op Soundcloud zetten en een social media kanaal openen. Om vervolgens in de onuitputtelijke zee van artiesten je kop boven te houden en niet te verzuipen, heb je echter wel nog steeds een kontje nodig. Dat kan je krijgen van die eerdergenoemde poortwachters; ofwel een gevestigde artiest (de zogenaamde co-sign), een serieuze promotiecampagne door bekende promoters/labels of een opvallende gimmick. Liefst nog een combinatie van die factoren. Daarin is dus vrijwel niets veranderd, maar bij SHIRT lijken die factoren vooralsnog niet of nauwelijks van toepassing te zijn.

 

 

Natuurlijk wil ook hij een publiek voor zijn werk vinden, anders hoef je je opnames überhaupt niet uit te brengen. De grootste stunt die SHIRT uithaalde om zijn werk onder de aandacht te brengen, is van het type dat maar één keer werkt, maar het was even slim als gemakkelijk toe te passen: hij ‘vervalste’ een artikel in The New York Times. Het was een stunt die hem voorbij die traditionele poortwachters deed bumrushen, rechtstreeks de meest relevante websites op. Zonder co-sign, crew of campagnegeld. Met fragmenten uit het werk van Jon Caramanica (de vaste man van The New York Times als ‘t over rap gaat), afgewisseld met zijn eigen woorden, puzzelde hij een artikel in elkaar dat iedereen deed geloven dat ‘s werelds meest prestigieuze krant uitgebreid aandacht besteedde aan een veelbelovende, onbekende rapper. Voor een paar uur tenminste, praktisch een eeuwigheid in internettijd. Toen het kwartje bij iedereen viel, waren de meeste sites óf onder de indruk van SHIRT’s vernuftige media-manipulatie, óf ze beschreven het als goedkope truc. Hoe dan ook, beide kanten hadden het opnieuw over hem.

 

 

Buiten het feit dat de tekst op je beeldscherm verschijnt als afbeelding, bevat het artikel meerdere hints naar zijn clandestiene oorsprong. SHIRT noemt dichter Kenneth Goldsmith (wiens werk, volgens Wikipedia, “de performance van de schrijver als deel van het proces en plagiaat als inhoud omarmt”) als inspiratie. Daarnaast zegt hij letterlijk “I’ll fucking fake a New York Times article” in zijn fake New York Times artikel. Het artikel functioneert op zijn beurt als uitstekende introductie tot zijn oeuvre (van zijn update van graffiti-artiest COST zijn COST FUCKED MADONNNA campagne naar SHIRT FUCKED RIHANNA, tot een vluchtig overzicht van zijn volledige muzikale output), maar het demonstreert ook de dwaling van het gemakzuchtig spectaculaire koppen najagen, en het gebrek aan daadwerkelijk lezen en feiten checken van moderne media, terwijl hij die fouten in zijn eigen voordeel ombuigt. Maar er is één onderwerp dat het artikel vermijdt en dat toch naadloos op de manier waarop het stand kwam aansluit: ghostwriting.

 

 

Het blijft speculatie, maar na een hoop naar SHIRT geluisterd te hebben, is het moeilijk het gevoel kwijt te raken dat hij een gewilde ghostwriter is voor verschillende grote namen in de industrie. Allereerst is er zijn schijnbare apathie ten opzichte van het ten gelde maken van zijn werk. Natuurlijk, er zijn veel rappers die hun muziek gratis weg geven om naam te maken, maar ze proberen aan de hand daarvan ten minste concertkaartjes of merchandising te verkopen. SHIRT’s www.illrapper.com heeft niet eens een winkel en tourdata zijn er ook niet te vinden. Er zijn referenties naar diverse grote namen in zijn tracks, namen die er met een mate van vertrouwdheid uit komen die niet lijken te passen bij zijn ‘low profile’, en er wordt sterk de indruk gewekt dat hij zijn weg prima weet in de muziekindustrie, ondanks dat direct resultaat hiervan vrijwel niet te vinden is. Het kan natuurlijk zo zijn dat hij het waar probeert te maken door het uit te spreken, of dat het simpelweg onderdeel van zijn on-mic persoonlijkheid is, maar daar lijkt het niet op. Hij heeft wel degelijk nummers die over persoonlijke twijfels gaan, maar die twijfels beslaan zelden zijn muzikale carrière, en zelfs wanneer ze dat doen staan ze nog bol van het vertrouwen in zijn capaciteiten als rapper. En ondanks dat hij een goede eigen stem en geweldig oor voor beats heeft (vaak rauw en ongepolijst, alsof Mobb Deep een Madlib remix krijgt), is er iets vertrouwds aan de manier waarop hij het laatste woord in een zin benadrukt of af en toe klinkers rekt. Het zou kunnen dat hij door anderen beïnvloed is daarin, maar het lijkt er meer op dat hij degene is die aan het beïnvloeden is. Vooral wanneer je teksten als under the table hated / they underpaid me hoort, of de verborgen track op RICH HOURS. Het meest duidelijke ‘bewijs’ hierin is de track LIFE AND ART, dat zo’n beetje het meest intieme relaas van een ghostwriter in rap en zo dicht bij een bekentenis als mogelijk is, zonder zijn schepen achter zich te verbranden. 

Ik ga hier niet zeggen voor wie ik denk dat hij schrijft. Luister zelf en trek je eigen conclusies. Maar als je het mij vraagt?

 

SHIRT heeft geen enkele financiële afhankelijkheid ten aanzien van zijn muziek, omdat hij allang verschillende hits gepend heeft voor anderen. Zijn eigen werk is waar hij zijn hart in stopt, niet waar hij zijn zakken mee vult. Dat maakt zijn muziek des te boeiender. Tegelijk zou het ook interessant zijn om te zien wat er gebeurt wanneer zijn eigen status dermate groeit dat hij zich zowel voor als achter de schermen tussen grote sterren bevindt. Dat zou voor opschudding bij alle betrokken partijen zorgen.

Geplaatst door bowie op 12 maart 2014