De vijftienjarige behouden vaart van ’s lands bekendste ark

Het is deze week precies vijftien jaar geleden dat Jiggy Djé, geflankeerd door Terilekst, een fles champagne tegen de boeg van zijn ark ‘kankerde’. Het moment werd letterlijk met die terminologie vastgelegd op debuutalbum Noah’s Ark. Inmiddels is Jiggy vaker Vincent Patty en CEO van TNNA, een overkoepelende term voor de soort-van-fusie-maar-niet-helemaal met Top Notch. Wij blikken deze week terug op vijf legendarische platen die tijdens de eerste vijftien jaar van de behouden vaart van Noah’s Ark werden uitgebracht. En natuurlijk is er maar één plaat om daarmee te beginnen.

De doop van het schip werd gevierd met Noah’s Ark, het debuutalbum van Jiggy Djé zelf. Hij was al jarenlang onderdeel van D.A.C., en met die groep legde hij zelf hun albums in de winkels door Nederland en speelden ze shows tot aan Lowlands. Het staat voor De Amersfoortse Coöperatie, van waaruit Wudstik en Grootmeester Jan al eerder soloplaten uitbrachten. Daarnaast maakte hij ook een radioshow, liep hij rond in het battlerap-circuit, had hij al een lichte buzz te pakken met een Kohfie Konnect-track, had hij zich flink laten gelden op de mixtapes van onder meer Patta, Krylon, DJ Law en DJ Elected (damn, we worden oud) en bovendien studeerde hij nog.

Zijn afstudeerproject werd zijn debuutalbum. De verwachtingen ervoor waren torenhoog, zeker toen er radio-rips van tracks als Kleren van de Keyser lekten op internet. Punchline-minnend Nederland dook op 2 oktober 2006 in het debuutalbum en wat bleek; Jiggy had veel meer in zijn mars dan enkel woordspelingen en andere taalvernuftigheden.

De zelfverzekerdheid is wél grootste wapen. De teksten zijn van hoog niveau, de lines vlijmscherp en de bravoure en gretigheid altijd dichtbij. Toch laat Jiggy zich ook van een andere kant zien. Er staan genoeg bangers op Noah’s Ark (met als hoogtepunten het continu op snelheid rollende moshpit-anthem Check 1-2 en het inmiddels klassieke Blauw Bloed), maar ook met de rustigere boombapbeats die Terilekst aanleverde doet Jiggy interessante dingen. We herinneren ons een recensie van een collega-website die het kalm kabbelende Michelle afdeed als clichématig liefdesliedje, waarbij het feit dat het een ode is aan zijn microfoon totaal over de hoofden vloog. Diezelfde recensie beschreef dat het bleef bij ‘wat aardige taalvondsten’ op deze plaat.

De scribent van dienst, inmiddels welgerespecteerd muziekjournalist Atze de Vrieze, had zeker niet outrotrack De Eerste Dag gehoord. Daarvoor flipt Terilekst Een Grijze Lente van Liesbeth List op geniale wijze tot een koppenknikker. Daarop bedankt Jiggy Djé zijn familie en vrienden voor de ruimte die hij krijgt voor zijn ontwikkeling. Überhaupt is de chemie tussen ‘Turrie’ en Jiggy op dit album niet te ontkennen. Het heerlijk warme en blij vlagen jazzy geluid, vol vette baslijnen en koperblazers, past perfect bij de relaxte flow en delivery. Het daagde Jiggy tevens uit verder te kijken dan enkel de opgeschepperij waar je hem tot dan toe voornamelijk van kende.

Bijvoorbeeld op Positivisme, waarmee hij een jaar eerder het podium van Paradiso besteeg tijdens de Grote Prijs-finale. Op een ultiem hypnotiserende loop met bangende drums strooit hij met knowledge en zijn visie op de Nederlandse hiphopgame van dat moment:

“Maar Nederland is klein, veel gemengde belangen
En in Nederlandse hiphop ligt dat echt niet heel veel anders
’t Is simpel als dat, de ene hand wast de andere
En wat de boer niet kent gaat ie zeker niet veranderen
Ook in dit land der blinden is eenoog koning
Ik ben uit voor die troon, maar wel met twee ogen open
Als je mee probeert te komen is meelopen logisch
Maar, of je vormt een stroming of gaat tegen de stroom in…”

Hij maakte in een paar zinnen duidelijk welke koers zijn ark zou gaan varen. Op Equinox leer je hem behoorlijk goed kennen door middel van een aantal indrukwekkende zinnen: Geen geboren optimist, dat niet, maar ik vind dat persimisme geen optie is / Noem me naïef, ik heb zoiets van ‘fok die mist’, het trekt wel op-die-mist.”

Verderop op het album maakt hij met heerlijke binnen- en klankrijm bekend dat hij het rappen behoorlijk serieus neemt: “Hiphop is niet m’n hobby snappie, het is m’n fokkin passie / al begeeft me strot het, ik geef niet op en stop er me hart in.”

En die passie beschrijft hij vaker, zo ook in de ondergewaardeerde titeltrack. Deze website in 2015 over het album: “Dit is mijn visie als MC, muzikant of artiest / Passie voor lyrics en passie voor beats”, hoorden we hem al zeggen in de titeltrack. Een track die eigenlijk exemplarisch is voor het album als geheel; nog steeds veel geslaagd brag en boast-werk maar nu soms ook met een persoonlijkere invalshoek.” Tel daarbij op de invloeden van – en referenties naar – mc’s als Common, Ice Cube, Jay-Z, Sticks en The Notorious B.I.G. en je wist het meteen: Jiggy was niet alleen student mediamanagement maar ook een student van de hiphopgame.

Noah’s Ark vaart al vijftien jaar een behouden vaart. Congrats namens het hele team van HIJS, Jiggy!

Het album Noah’s Ark is voor het eerst op vinyl verkrijgbaar via deze link.

Morgen lees je deel twee van #ARK15 x HIJS. Stream het album hieronder.

Geplaatst door bowie op 4 oktober 2021