Los van de hype: De Hiphop 100 (#70 t/m #61)

De dagen worden langer en donkerder, de neerslag valt vaker en de temperatuur zakt al iets. Het zijn dingen die ons niet afleiden van wat we al weken (en de komende weken gaan) doen: aftellen in misschien wel de tofste hiphoplijst ooit; De Hiphop 100! Heerlijk graven tussen verloren parels, vergeten joints en simpelweg toffe rhymes op tracks die niet per sé populair zijn of zijn geweest.

Want populariteit is een pover canoniseringcriterium. Daarom deze lijst van honderd Nederlandstalige raptracks, waarbij de omvang van het succes -zo goed en kwaad als het gaat- buiten beschouwing is gelaten. Natuurlijk staan er gigantische hits in, maar dan simpelweg om de inherente kwaliteit die de maker van de lijst erin meent te herkennen. Tegelijkertijd staan er nummers in die nooit ook maar redelijke aandacht hebben gegenereerd. De Nederlandstalige scene is kennelijk omvangrijk genoeg geworden voor volstrekte miskenning. Iedere woensdag plaatsen we tien nummers, voorzien van motivatie door maker Sjaak Oostenrijk en tellen zo in tien weken af van 100 naar 1. Vorige week checkte je de de nummers 80 tot en met 71. Dit keer tellen we dus verder af vanaf 70. Cheers!

70. Steach & Dobleye – Koele Meren
De titel van dit tweede nummer van Steach & Dobleye in deze top 100 verwijst naar de roman Van de Koele Meren des Doods, waarin de hoofdfiguur bijna ten onder gaat aan een drugsverslaving. Tijdens die episode verlangt zij naar de dood, die auteur Frederik van Eeden omschrijft als een rustbrengend proces dat je voert “langs stille wateren, langs grote koele meren.” ‘Koele meren’ is daarin een metafoor voor troost. In deze track toont Steach zich van een nihilistische kant. Als je valt, op zoek naar ontspanning, dan is dat zo, is de teneur. Hij blijkt zoekend, tot dusver zonder resultaat, wat gezien de refreinen een soort passief-agressieve neiging bij hem opwekt. Hij probeert diepgang te bereiken, want “koele meren liggen nergens aan de oppervlakte,” maar vervalt regelmatig in een gevoel dat er niks werkelijk uitmaakt. “We lachen om de tijd hier,” klinkt het cynisch. Maar dit is niet wat Steach echt wil, want dat is “dat elk moment het waard is een hart te hebben”. De troostende bevestiging dat het leven wel betekenisvol is, zíjn koele meren, lijkt hij niet te kunnen vinden. Dit alles vertelt hij met een hele hoop dubbelrijm en over een futuristische, funky hobbelende productie van Dobleye. Intrigerend nummer al met al.

69. Brainpower ft. Zanillya – Dubbelportret
Deze samenwerking tussen Brainpower en Zanillya, de dochter van Boney M (ja, echt waar), is gemaakt voor het programma Kunstuur. Met als onderwerp een zelf te kiezen kunstwerk uit het museum Boijmans Van Beuningen moest het duo een nummer opnemen. Het werd een dubbelportret, met een alleraardigst resultaat. Brainpower’s vers is ronduit formidabel. Met een fenomenale flow vol alliteraties rapt hij over hoe de twee mannen op het portret vrienden zijn die over het leven praten, waarin ze steun vinden in het geloof. De blazers die incidenteel uit de beat omhoog spatten, vormen een ander hoogtepunt, evenals de dialoogvorm die Brain en Zanillya ter afronding aangaan.

68. Zo Moeilijk – Controle
Zo Moeilijk vond ik altijd een verademing in de scene: de zware, duistere beats van Nikes, klinkend naar oude hardware, met daaroverheen twee bijzonder opvallende MC’s. Beide met een ongegeneerd vette Nijmeegse tongval en tamelijk abstracte teksten. De oeverloze taalcreativiteit van Nosa waardeerde ik het meest, maar de afwisseling met de haast overdreven ontspannen blufkoning Rosco maakte hun muziek alleen maar sterker. Dit nummer van hun tweede plaat is buitengewoon typerend; ik vind het om precies de net opgesomde redenen hard. Oké, en om de humor van Roscovitsch, die onder andere stelt zo vet te zijn dat je met z’n zweet een kroket kan bakken.

67. Kern Koppen – Donderwolk
De videoclip voor dit nummer is een kunstwerk op zich, vol tribalistische en occultistische details, maar dat is uiteraard niet de reden voor opname in deze top 100. Vooral de gekwelde teksten en de instrumentatie, die klinkt als een wonderlijke angstdroom waarin plots opwellende hoop wordt afgewisseld door panisch-kwellende temporisering, maken dat ik deze track erg waardeer. Het idee dat Ahab hier uitwerkt, van een overmatig turbulente buitenwereld die je ontdoet van motivatie en apathisch maakt, is bovendien erg relevant in deze vlugge tijd vol overprikkeling, waarin burn-outs en depressies nog altijd aan een opmars bezig zijn. De onmogelijkheid om alles heden ten dage te overzien, maakt sommigen tevens vatbaar voor paranoia en het geloof in allerhande complottheorieën. Ahab verwijst hier losjes naar, maar dit wordt vooral mooi uitgebeeld in de clip. De outro bevalt me muzikaal overigens ook erg.

66. Kleine Jay & Cartes – Vuur
Cartes was met zijn grote taalbeheersing, evenwichtige flow en aangename stem een breed gewaardeerde MC, die naar mijn idee alleen zelden topbeats tot z’n beschikking had. Met de altijd energieke Kleine Jay vormde hij een aansprekend duo, van wie Vuur mijns inziens het sterkste nummer is. Niet in de laatste plaats omdat de opzwepende beat van deze track de verzen van de rappers behoorlijk kracht bijzet. Het afwisselingsdeel aan het einde klinkt bovendien erg tof. In 2011 gaf het Bossche tweetal hun laatste concert; Cartes ging met hiphoppensioen. Heden ten dage verdient hij de kost als kok. Kleine Jay ging solo verder, maar het viel hem zwaar alleen de kar te moeten trekken. Aanvankelijk begon hij aan een duistere mixtape, met het fijne nummer Zegen als resultaat, maar maakte deze uiteindelijk niet af. Hij is nog altijd actief binnen de game, zo bracht hij dit jaar met Timm, Aapie en Dokter Moon een project uit als De Stijl.

65. Sevn Alias ft. AMG Domina & MS Serry – Mrowen
Mrowen, wat in het Arabisch zoiets betekent als ‘.naar de klote’, ‘stressvol’ of ‘gestoord’, is een track die Sevn Alias’ stijl mede definieerde ten tijde van z’n doorbraak: dromerig-heroïsche trap met daarover een breed scala aan multi-etnische straattaal en nonchalante doch muzikale refreinen. Erg pakkend. Opvallend is ook de grime-beïnvloeding waar Sevn z’n verse van getuigt. AMG Domina, die later tekende bij Rotterdam Airlines, komt vervolgens met een nette bijdrage waarin vooral z’n timing positief opvalt. Het afsluitende deel van van MS Serry is helaas van mindere kwaliteit. Dat is meteen de reden dat deze verder heel dikke track niet hoger in deze lijst genoteerd staat.

64. D.A.C. – Doorhalen
D.A.C., de kliek die Diggy Dex, Jiggy Djé en Wudstik voortbracht. Waar laatstgenoemde vooral goed bleek te kunnen zingen, vloeien Diggy en Jiggy –respectievelijk als eerste en derde- hier beide strakker dan een hogedrukspuit. Verder valt dit nummer vooral op door de kneitervette productie met opzienbarend goed scratchwerk en de sfeer van lol trappen die het vijf minuten lang ademt. Moeilijk om hier niet bij mee te knikken. Er staat tevens een lekker korrelige videoclip voor dit uit 2005 stammende nummer op YouTube. Die is ook dat jaar is geüpload, wat rijkelijk vroeg was, aangezien de site pas in februari 2005 online is gegaan. Maar aangezien de geluidskwaliteit daar wat minder is, heb ik een andere link hieronder toegevoegd.

63. SoulTrash – Buck
Dit is zonder twijfel één van de meest onbekende nummers uit deze lijst, ondanks dat deze jongens uit de Bijlmer vorig jaar De Grote Prijs hebben weten te winnen. Bri, Lost, Tandiso, Stoep en CRZE realiseerden dit met een werkelijk weergaloze liveshow. Geïnteresseerden kunnen hier klikken (en doorscrollen naar 3:20). Echt de moeite waard. Dat deze fijntjes opgebouwde, gelaagde banger met verfrissende gitaarsample hun eerste wapenfeit was, is moeilijk te geloven. Hoe dan ook een geweldige binnenkomer.

62. Yung Internet ft. Vic Crezee – De Binnenstad
Waarschuwing: dit bedwelmend slome swagrap-nummer blijft in je kop hangen. Qua NL-trap verkies ik deze Amsterdammers ruimschoots boven Mula B, LouiVos, 3robi of Dopebwoy. Hier zit in ieder geval nog enige originaliteit en een vleugje bezieling in. In de muziek van Black Acid bijvoorbeeld ook, maar daar heeft niemand dat ontiegelijk lakse charisma van Yelli, de man met de snor. Verder is de humor van Yung Internet wat mij betreft erg doeltreffend. De intentionele afgezaagdheid van bijvoorbeeld de artiestennaam van de producer van het trio, DJ Hyperlink, tovert bij mij alleszins een glimlach op het gelaat. Ze zijn iets minder onserieus en waarschijnlijk nog iets dubieuzer dan de Jeugd van Tegenwoordig, en daardoor net iets interessanter. Zo intrigeert het feit dat Yung Mau naast rapper een serieuze acteur is, die bijvoorbeeld de hoofdrol speelde in de film Sonny Boy. Soms moeilijk te geloven als je luistert naar z’n teksten. Gastartiest Vic Crezee gaat op deze track heel aardig mee in de overdaad aan swag van Yung Internet, hoewel hij duidelijk het minst aangename stemgeluid heeft van de drie MC’s. Afgezien daarvan is dit één van de meest beklijvende nummers in deze top 100. Een ander Yung Internet-nummer dat je als hiphopliefhebber niet mag missen, als je het mij vraagt, is het minimalistische Cooldown Café.

61. Opgezwolle ft. DuvelDuvel – Praten
Tijd voor de meest groovy beat in deze lijst. Als je een massagestoel om zou zetten naar muziek, moet het ongeveer zo klinken. Volgend op Opgeduveld, de albumsamenwerking tussen Opgezwolle en Duvelduvel, bundelen beide groepen hier nogmaals hun krachten. Alsof dat nog niet genoeg substantie geeft, neemt Sticks zelfs twee verzen voor z’n rekening. En gelukkig maar, want zoals op heel Vloeistof en Brandstof is hij ook hier heerlijk op dreef met z’n uiterst overtuigende delivery en rotsvaste flow. Helaas vind ik Supadupah’s bijdrage ronduit zwak. Om die reden kan ik dit nummer, ondanks de briljante productie en Sticks en Rico in hun hoogtijdagen, onmogelijk een hogere klassering toebedelen.

Geplaatst door bowie op 12 december 2018