Column: “Mag ik een Kentucky Fried Chicken?”

Kool Keith tijdens een optreden in 2005 in Doornroosje (Pic door F. van der Wielen)

Het meest bizarre wat ik tijdens een telefonisch interview, de zogenaamde phoner, meegemaakt heb, was in 2005. Toen had ik als coverartikel voor LiveXS een interview met Kool Keith. Hij reageerde als volgt, toen ik vroeg of ik met Kool Keith sprak: “What’s the coverstory baby? Make it happen… Ah, you’ve reached the staaaaarrr, you’ve reached the legend.” Bijna een uur lang ratelde ‘Black Elvis’ door over o.a. zijn vermeende verblijf in een inrichting, wacke rappers en zijn samenwerking met KutMasta Kurt. Vooral zijn narcistische, sarcastische ondertoon tijdens het gesprek is me bijgebleven, maar ook zijn arrogantie en totale lak aan alles en iedereen. Zo presteerde ‘de Spankmaster’ het tijdens ons gesprek om met zijn homies ergens in California doodleuk de KFC te bezoeken en tussendoor gewoon zijn bestelling te doen. Tussendoor praatte hij onverstoorbaar met volle mond door. Vaak van de hak op de tak. Een stuk uit het gesprek:

Hoe was het om met Nancy Des Rose te werken? Geen antwoord. Keith bestelt iets. De dame achter de toonbank: “Dus één Franse friet?” Keith: “Ja, en een Sprite met veel ijs…" Huh? Je bent nu in de McDonalds? “Nee, in een restaurant.” Hoe was het om met Nancy te werken? “Oh, cool. Ik werk aan verschillende dingen…”(…). Je hebt met mensen samengewerkt als Ice-T, The Prodigy, DJ Shadow, Beck, Ol’ Dirty Bastard. Aan welke artiest bewaar je de beste herinneringen? “Ik werk met iedereen, het maakt me niet meer uit.” Hoe was het om met ODB te werken? “Goed, hij was cool… Mag ik een Kentucky Fried Chicken?” Ik besluit door te vragen. Je rapt en produceert maar speelt ook bas, gitaar en keys. “Ik doe dat allemaal. Mensen zijn jaloers op mijn talent.” Daarna draait de rapper weer om de kern van de vraag heen en blijft ie wederom doorpraten. Nadat hij dus even stil is, gooi ik er direct een nieuwe vraag in. Het is de enige tactiek zonder hem te interrumperen. Hoe creëer je een alter ego? (met volle mond en gesmak): “Ik ben gestopt met alter ego’s.”

En weer volgt al etend een heel relaas, nu over T-shirts van Blink 182, de cd-verkoop van Norah Jones, Timberland-schoenen, Outkast en zijn afkeer van downloaden via internet. Even later vervolgt hij: “Ik heb alles gedaan wat alle rappers al hebben gedaan… Op welk album ik het meest trots ben? Ik hou van alles!”, zo herhaalt hij drie keer. “Alles wat ik maak is een meesterwerk, wat de critici ook zeggen.” Weer even later: “Tegenwoordig springen mensen van lul naar lul. They’re like girls unsatisfied with a good cock, haha! Je bent twee verschillende soorten fans: dickhopfans en coltfans. Coltfans volgen je voor altijd. Mick Jagger had coltfans. Dickhopfans houden nu van Christina Aguilera, maar zodra Britney Spears haar buik weer plat heeft gaan ze daarheen. Als Norah Jones zwanger wordt en een drieling krijgt, moven ze door naar fuckin’ Shania Twain.” En tot slot: “Ik liep in winkels en hoorde mezelf op albums waar ik nooit op gerapt heb. Sommige labels brengen dus gewoon troep uit.” 
En na het woord ‘uit’ wordt de verbinding na 53 minuten plotseling verbroken. Toeval, lot of opzet? Pogingen om terug te bellen mislukten, want telkens weer kreeg ik Kool Keith’s voicemail. Ik dacht dat hij het inmiddels wel gehad zou hebben, dat de laatste vraag hem niet beviel of dat zijn batterij leeg was, maar feit was dat het een nogal opmerkelijk einde was van een rommelig interview. ‘Out’!

Ook vrij bizar was een interview dat ik in 2001 had met Oxide & Neutrino, twee leden van de UK garage/rap-act So Solid Crew, die toen in Nederland waren om hun debuutalbum Execute in Amsterdam te promoten. Deze twee verveelde Engelse straatgasten stortten zich tijdens ons gesprek op hun hotelkamer als een stel uitgehongerde bavianen op hun zojuist gearriveerde Burger King-menu. Met hun smoelwerken vol fastfood maakten de schuchtere Britten zo weinig mogelijk oogcontact, waarna een van de twee het presteerde om een bakje ketchup op de bank te laten vallen. Het hotelpersoneel moet later ongetwijfeld gedacht hebben dat iemand ter plekke haar vers gebruikte tampon door de kamer had lopen slingeren.

Apart was het interview dat ik in 2002 had met de volledige delegatie (negen man) van D.A.C. in de zaak Coffee Connection in Amersfoort. Later de ontmoetingsplek voor de leden van Kohfie Konnect, vandaar ook die groepsnaam. Toen bleek dat het weliswaar tof en gezellig was om negen gasten tegelijkertijd te interviewen, maar niet al te praktisch aangezien iedereen al snel door elkaar lulde en je achteraf op minidisc niet precies vast kon stellen wie wat gezegd had. Daarna vertrokken we met wat groepsleden naar de huisstudio van producer Darin G. voor een voorproefje van het debuutalbum DiDACtici, waarna we nog de kroeg indoken.

Raymzter (Pic door Pim Bonten)

Hilarisch was de afspraak die ik met Raymzter had voor een interview op een vrijdagmiddag om 17.00 uur. Hoewel ik er al vóór die tijd was, keek ik iets na vijven vluchtig naar binnen, mezelf terdege beseffend dat de rapper altijd te laat op kwam dagen. Om 17.20 uur kwam er een collega langs die zich verbaasde over dat Raymzter er nog niet was. “Altijd te laat hè”, zei ik, waarna we om 17.30 uur besloten om binnen wat te gaan drinken… Maar wat schetste onze verbazing? Raymzter zat er al die tijd al! Rollen omgedraaid dus. Hij op tijd, ik te laat. Vervolgens verkasten we naar een Amsterdamse coffeeshop naar aanleiding van zijn tweede album Rayacties, waar Ray in no-time de ene na de andere joint opstak. 



Vermakelijk was ook de phoner die ik in 2003 had met Anticon-rapper Sole, die me direct vroeg: “Vermaak je je deze zondag?” Ik: “Een beetje, het is wat saai.” Sole: “Ga naar de kerk! Wordt stoned en ga naar de kerk! Zelf nooit gedaan, maar ik heb vrienden die wel eens dronken naar de kerk zijn gegaan.” Het ijs was direct gebroken en de toon gezet.

Brainpower (Pic door Auke VanderHoek)

De enige aanvaring die ik ooit met een artiest heb gehad, was tijdens een interview met Brainpower voor State Magazine in 2008. Ik wilde qua interview eens niet voor de veilige weg gaan en ‘Breentje’ prikkelen tot reacties vanwege het feit dat er (destijds) veel meningsverschillen over hem bestonden. Met een soort stelling die verband hield met kritiek op zijn imago naar buiten toe wilde ik hem uit de tent lokken. Dat lukte, want Brainpower was duidelijk op zijn tenen getrapt, waardoor het gesprek een heel andere wending kreeg en de sfeer ook na de onderlinge woordenwisseling niet meer optimaal was. Ik vond dat ik als journalist wat moest doen met het imagoprobleem dat rond de rapper hing omdat er vanuit de scene weliswaar veel kritiek op hem was, maar er nog geen journalist was geweest die hem daarmee geconfronteerd had. Nooit eerder kreeg ik zoveel reacties op een interview als dat met Brainpower. Zowel positieve als negatieve, hoewel de positieve de boventoon voerden. Ik sta overigens nog steeds 100% achter dat interview, maar dat neemt niet weg dat ik Brainpower technisch gezien gewoon een goede mc vind en niets tegen hem heb als persoon.

Opmerkelijk was een phoner met rapper El-P in 2007, waarbij ik hem naar aanleiding van zijn nieuwe album I’ll Sleep When You’re Dead vroeg naar de fraaie break-up song The Overly Dramatic Truth. Na de uitleg over de song vroeg hij me of ik even een moment had, waarna hij na 20 seconden terugkeerde aan de telefoon en zijn excuses aanbood. Pas na het beluisteren van de tape besefte ik me dat dit misschien wel een emotioneel moment voor de rapper was geweest.

Aanstootgevend was voor sommige mensen het interview dat ik in 2006 had met de Marokkaans/Nederlandse rapper Cilvaringz, die zijn begrip uitsprak voor de aanslagen van 9/11 in Amerika, en waar via de mail enkele afkeurende reacties op volgden. Cilvaringz: “Jij ziet die twee vliegtuigen en mensen uit de building vallen, maar wat je niet ziet is wat de Amerikanen doen in onze landen. In Irak zijn 20.000 mensen gedood door hun bombardementen. Ik keur ook het geweld niet af want ik snap waar het vandaan komt. Je hebt het recht om jezelf te verdedigen!”

Heel anders was het telefonische interview in 2007 met een goedlachse Xzibit (“Elke keer dat ik in Amsterdam ben, is dat voor mij een uplifting experience, hahaha!”), terwijl ook het interview van een paar maanden geleden in Den Haag met Christov en Reggy Lines vanwege het album Orgeldrank me altijd bij zal blijven. Lekker lowlife met goedkoop bier op tafel en met zijn allen hangend in oude, afgetrapte banken, zoals je ze ziet in hun clip Fiasco.

Def P (Pic door Auke VanderHoek)

Met Def P kun je altijd rekenen op interessante gesprekken en pittige uitspraken. In 2003 vroeg ik hem naar de trouwe fanschare van Osdorp Posse. “Er komen skaters, punkers, metal- en hiphopheads op jullie shows af. Bij lange na niet alleen hiphoppers dus. Vervelend?” Def P: “Dat is juist te gek, man! Daar zijn we trots op! Wij spreken het alternatieve publiek aan en niet al die wiggers en R&B-nichten. Die domme fakers met één broekspijp omhoog en een panty op hun kop. Van die fuckin’ nepmongolen. Die willen we niet eens! Wij staan ergens voor en niet voor al die bullshit wat nu zogenaamd hiphop is. Daar schijten we op.” Def P, even later: “Wij zijn gewoon een soort stoomtrein, niet te stoppen. Ik voel gewoon dat ik dit moet doen. Er zijn veel journalisten die me vragen of ik mezelf nog op mijn veertigste zie rappen. Dat is bijna hetzelfde als dat ze je vragen of je op je veertigste nog neukt. Nou, zolang dat ding omhoog gaat, hou ik het vol. Ik zal altijd blijven rappen!”

De muziekjournalistiek, het blijft een té mooi vak. Ook na ruim 10 jaar.

Geplaatst door bowie op 6 oktober 2011