20 Jaar ‘The Slim Shady LP’: hoe Eminem binnenviel met het meest bipolaire hiphopalbum ooit

Het verhaal is inmiddels bij velen bekend; de legendarische producer Dr. Dre kreeg ooit een tape in handen met daarop raps van Eminem. Toen hij het voor het eerst hoorde, dacht hij ‘What the fuck?’. Hij regelde een meeting en de rest is geschiedenis. En ja, dat is de beknopte versie van het verhaal. Dit jaar is het twintig jaar geleden dat Eminem’s officiële debuutplaat via een major verscheen. The Slim Shady LP mag dan niet of nauwelijks bekend zijn bij de nieuw(st)e generatie hiphopfans, voor 80’s baby’s en 90’s kids kan ‘ie makkelijk mee in het rijtje vol onbetwiste hiphopklassiekers van de jaren negentig. En daar pleiten wij natuurlijk voor.

“What the fuck, wie de fuck is dat?” – Dr. Dre

“Ik had in die tijd geen artiest om mee te werken”, vertelt Dre in The Defiant Ones, de HBO-documentaire uit 2017 die inzoomt op de vriendschap, het partnerschap en invloed die hij en Jimmy Iovine hebben gehad op de muziekindustrie. Het is dezelfde Iovine die voor hem in een rommelige garage vol cassettetapes een bandje afspeelt waarop een fel en overtuigend flowende rapper te horen is. “What the fuck, wie de fuck is dat?”, vraagt Dre zich dan hardop af. Het blijkt een jongen die ergens aan de andere kant van Amerika in een trailer woont, wegens geldproblemen er constant mee moet verhuizen en leeft voor het schrijven van raps. Tegelijkertijd blinkt hij uit in freestyle-battles; het uit het blote hoofd zo hard mogelijk je directe tegenstander helemaal de grond in boren met felle, ter plekke verzonnen teksten. De naam? Marshall Bruce Mathers de derde. De a.k.a.? Eminem.

“Ik wilde gewoon door het leven gaan als erkend mc. Doen wat ik het leukst vond om te doen en er respect voor krijgen. Dat was het ultieme doel”, blikt de rapper uit Detroit terug in dezelfde docuserie. Overal waar hij heenging om deel te nemen aan freestyle-battles, probeerde hij zijn zelf opgenomen cassettebandjes te slijten aan bezoekers, collega-rappers en andere geïnteresseerden. Bij de Rap Olympics verloor hij de finale, maar op de één of andere manier was zo’n tape’je in handen gekomen van Jimmy Iovine, die toen al platen van Dre, Tupac en Nine Inch Nails had uitgebracht via het fameuze Interscope-label.

Fast forward: voor een eerste ontmoeting werd Eminem ingevlogen van Detroit naar Los Angeles. Schijnbaar was zijn gevoel voor mode niet heel best. “Hij kwam binnen in een knalgele tracksuit. Maar écht knálgeel”, herinnert Dr. Dre zich. Na elkaar complimenten te hebben gegeven over elkaars werk, begonnen de twee in de homestudio van Dre te werken. De eerste minuten was het al raak; de producer zette wat samples bij elkaar, voegde er dik aangezette drums aan toe en Eminem voelde meteen de funk en begon te rappen: “Hi, my name is….”

Dr. Dre en Jimmy Iovine waren niet op zoek naar een controversiële, blanke rapper. Ze waren op zoek naar puur talent.

Dr. Dre vond het een hook. Eminem kon het aanvankelijk niets schelen, die had voor elke beat die de grootmeester afspeelde een rhyme klaar. Toen de sessie was afgelopen, klom hij -overdonderd door het talent- meteen in de telefoon om een contract te regelen en Eminem definitief vast te laten leggen als artiest onder Aftermath/Interscope. Maar niemand om hem heen zag hetzelfde als hij. “Kijk nou eens goed, deze gast heeft blauwe ogen. Wat moeten we hier nou mee?” Maar Dre en Jimmy waren niet op zoek naar een controversiële blanke rapper. Ze waren op zoek naar puur talent. En dat had Eminem volgens hen ongetwijfeld. Die vloog vervolgens teleurgesteld terug naar Detroit met de gedachte dat een contract er waarschijnlijk niet inzat. Maar Dre zag zo sterk het talent in hem, dat hij tegen alle adviezen in, tóch besloot om met Em in zee te gaan en te gaan werken aan zijn officiële major label-debuut.

Met de single My Name Is onder de arm, katapuldeerde Dr. Dre zijn nieuwbakken protége van een onbekende rapper in een wereldwijde superster. De toon die Eminem erop aansloeg was evengoed bloedserieus als piekfijne comedy: “99 per cent of my life, I’ve been lied to / I’ve just found out my mom does more dope than I do.” Onder die deken van satire schuilt het portret van een blutte manfiguur die worstelt met het leven, zijn vriendin, zijn familie en zijn drang om het te maken in de muziekindustrie, maar bovenal zichzelf.

Nummers als Rock Bottom en If I Had onderstrepen dat. Op eerstgenoemde track hoor je Eminem in conflict met zichzelf. Of wellicht is het zijn alter ego naar wie het album is vernoemd; Slim Shady. “My daughter wants to throw the ball, but I’m too stressed to play / Live half a life and throw the rest away”, rapt hij in het eerste couplet, om in het tweede couplet zijn wens voor the money, the fortune and fame uit te spreken. Hoe snel hij kan wisselen tussen zijn persoonlijkheden, binnen het album maar ook binnen een nummer, is bewonderenswaardig. Het levert een interessante kijk op zijn bestaan. De eerste zin zou uit het brein van Marshall Mathers kunnen komen, terwijl de tweede zin zomaar uit de pen van Slim Shady zou kunnen zijn gevloeid.

In het door de Bass Brothers geproduceerde If I Had gaat Eminem in op de tracktitel van het nummer waaruit de hoofdzakelijke sample is genomen; If I Had A Million Dollars van Barenaked Ladies. En zijn het even niet rapper Eminem of ‘mad man’ Slim Shady die de show stelen, maar Marshall Mathers; de blutte trailer trash-figuur die fantaseert over wat hij zou doen met een miljoen dollar. Tegelijkertijd is hij het in zijn ogen trieste leven dat hij leidt beu.

I’m tired of jobs startin’ off /
At $ 5.50 an hour, then this boss wonders why I’m smartin’ off /
I’m tired of bein’ fired every time I fart and cough…

Het lijken simpele zinnen, maar Eminem legt doeltreffend en op een herkenbare manier uit waar veel Amerikaanse jongeren op dat moment mee zitten. Voor het schamele loontje dat hij beschrijft stond hij achter de grill van Gilbert’s Lodge. “Vaak rapte hij alle bestellingen die we aan hem doorgaven”, blikt zijn manager van toen terug in een interview met Rolling Stone. “Ik moest hem dan wel op zijn vingers tikken, want af en toe liep het echt de spuigaten uit.” Later is hij ontslagen, zoals hij zelf beschrijft in de songtekst. Maar dat was dan ook toen zijn leven al aan het veranderen was.

Eminem werd in krap vier maanden door Dr. Dre klaargestoomd om de wereld over te nemen. Tussen januari, de maand waarin My Name Is werd uitgebracht, en mei 1999 kreeg hij veel optredens. Hij speelde korte sets van vier á vijf nummers, soms wel vier op een avond, en vaak tot diep in de nacht. Rolling Stone ging eens een nacht met hem mee toen hij meerdere van zulke snelle clubschnabbels moest spelen. Hij wist volgens de website beter om te gaan met de kritieken op zijn skills als rapper dan met de drank en drugs die op de loer lagen in het artiestenbestaan. Het draagt bij aan alle controverse die er dan al heerst rondom zijn persoon. Het verhaal rondom hem wordt alleen maar sappiger als hij in het rock-‘n-roll-bestaan ook nog een pil of vijf achterover kletst op een avond. Dit is tenslotte de jongen die rapt dat hij door God is gezonden om de wereld over de zeik te helpen, Pamela Lee’s tieten eraf trekt, zich met zijn penis ophangt aan een boom en zijn vrouw vermoordt waar hun dochtertje bij is.

Een album later in zijn carrière schreeuwt hij een hele track tegen haar. In Kim, van The Marshall Mathers LP, speelt hij de doorgeflipte psychopaat. En hoewel die track luguber is, komt het niet in de buurt van de gestoordheid en genialiteit van ‘97 Bonnie & Clyde. Met een sterk staaltje storytelling, inlevingsvermogen en lef verhaalt Eminem ijzersterk angstvallig gedetailleerd dat hij Kim op brute wijze om het leven brengt. Echter, de Bonnie in dit verhaal is Hailie, zijn bloedeigen dochter, op dat moment twee jaar oud. Met lieve woordjes, zodat zijn kleine het begrijpt, vraagt hij haar om te helpen haar moeder het loodje te laten leggen. Ziekelijk, morbide, maar tegelijkertijd zo gedetailleerd en boeiend. Luister maar eens naar het psychopatisch aandoende gedichtje dat hij zijn dochter voordraagt als ze het lijk in het water hebben gedumpt:

That’s all we need in this world, just me and you
Dada will always be here for you
Your dada’s always gonna love you, remember that
You ever need anything just ask
Dada will be right there

Een van de meest lugubere details aan het nummer is dat er geen gebruik is gemaakt van samples of stem-actrices om de rol van Hailie te vertolken. Het is Hailie zelf. Tegen Rolling Stone vertelde hij het verhaal over de studiosessie met zijn dochter: “Ik zei tegen Kim dat ik haar mee zou nemen naar Chuck E. Cheese, maar we gingen gewoon naar de opnamestudio. Toen ze erachter kwam dat ik onze dochter had gebruikt voor een track waarin ik haar vermoord, flipte ze. We waren net weer een paar weken bij elkaar. Ik speelde de track voor haar af, en she bugged the fuck out.” Alsof dat dan weer raar is. Het artwork voor The Slim Shady LP is gebaseerd op het onderwerp van deze track.

Het album staat vol met dikke beats, soms kaal en vlak en soms groots en orchestraal. Voorbeeld van laatstgenoemde is Guilty Conscience, waarop Dr. Dre nog voor de release van zijn epische album 2001 liet horen waarvoor hij de g-funk van zijn eerste album plaats liet maken. Dik aangezette baslijnen, zware pianoriedels en bombastische drumpartijen. Het is, ook twintig jaar na dato, nog altijd een van de beste back-and-fourth-rap-tracks aller tijden; Dr. Dre en Eminem die in de huid kruipen van respectievelijk het engeltje en het duiveltje op iemands schouder en zo allebei een helft van het menselijk geweten spelen. Ze bespelen drie verschillende mensen die geweldadige- en zedendelicten plegen. Dr. Dre probeert ze te behoeden voor de problemen, terwijl Eminem hen influistert door te moeten gaan. Aan het einde wisselen ze in een plottwist opeens van rol en komt de virtuositeit in de muzikanten eens te meer naar boven.

Twintig jaar later is Eminem uitgegroeid tot een van de grootste rappers aller tijden, iets waar hij ten tijde van het opnameproces van de klassieker die The Slim Shady LP hoorbaar niet van durfde te dromen. Het album kent humor die schuurt tegen slapstick, maar evengoed serieuze noten en pijnlijk introspectieve gedachten van een jongeman die hoopte. Hoopte op een betere toekomst, maar die toekomst nog helemaal niet kon voorzien. Het is een bipolaire plaat te noemen; even grappig als smerig, even gestoord als echt en even provocerend als herkenbaar. Zo leerden we in een uur tijd Eminem, Marshall Mathers én Slim Shady kennen. Het leverde hem zowel fans als haters op, toen hij met dit album de muziekindustrie binnen denderde en tegelijkertijd tegen heilige huisjes aan schopte. Zoals Dr. Dre het in The Defiant Ones al treffend omschreef: “We maakten het gewoon en het werkte.” Eminem just don’t gave a fuck.

Beluister dit twintigjarige meesterwerk via Spotify:

Geplaatst door bowie op 20 februari 2019