GENERATIEKLOOF? Deel 1: Produceren

Of zijn de twintigers van nu dezelfde twintigers als die van dertig jaar geleden, maar dan mét internet? Wie bepaalt wie het echt houdt? Zijn de kaders veranderd? Het spel? De spelregels? Hoe zat dat toen de oude rotten nog jonge honden waren? In deze serie blikken we terug op belangrijke wendingen die van invloed zijn geweest op de cultuur. Samen met een aantal oude rotten proberen we deze vermeende generatiekloof in beeld te brengen.

Van alle onderdelen uit de cultuur is het maken van beats misschien nog wel het meest beïnvloed door de technische ontwikkelingen van de afgelopen dertig jaar. We spreken Raimond Gesthuizen die als Kid Sundance al sinds halverwege jaren 80 aan de knoppen zit. Hij deed producties voor verschillende artiesten waaronder Boomoperators, Busy Bee en Dudley Perkins. In 2012 verscheen zijn solodebuut Kid’s Colors op Fremdtunes. Naast zijn muzikale activiteiten begeleidt hij talentvolle producers op de Herman Brood Academie. De visie van een veteraan die nog dagelijks actief is. Hoe kijkt hij er tegenaan?
“Om te overleven moet het genre zich ontwikkelen”, meent Sundance. “Anders hadden we nog steeds malle Kangols met nepgouden kettingen gedragen. Zonder die ontwikkeling hadden we nog steeds geluisterd naar bands die discohits naspelen of naar dj’s die Bob James’ Mardi Grass break backspinnen. Classic? Ja, maar er gaat geen vernieuwing van uit.”
 

 

Samplers en synthesizers
Op het gebied van produceren spelen ontwikkelingen in de techniek een grote rol. De eerste grote verandering werd in gang gezet door de komst van de sampler. De sound van hiphop veranderde hiermee drastisch en er werd een grote groep jonge mensen bereikt. De beatmakers waren niet per se muzikanten, met als gevolg dat er muziek zonder regels werd geproduceerd. “Noise en funky drumbreaks domineerden. Die sound sprak de hardcore hiphopliefhebbers aan. Er waren nauwelijks dames op een party, we gingen voor de muziek!”, blikt Gesthuizen terug.
Complete stukken van een bestaande song samplen werd minder aantrekkelijk door een aantal rechtszaken over auteursrechten: Lou Reed eiste 100% royalties van A Tribe Called Quest. Biz Markie werd aangeklaagd door Gilbert O’Sullivan en verloor. Na ’93 werd men huiveriger voor samplen. Vanaf dit punt moest er harder gewerkt worden voor een pakkend resultaat. Een gitaarriffje hier, een saxofoonlickje daar; minutieus in elkaar gezet. Wat minder één op één dus, maar het was nog wel samplen en als zodanig herkenbaar. Mits goed gedaan kon dit op de goedkeuring van hiphopliefhebbers rekenen.
Eind jaren 90 vond er opnieuw een grote verandering plaats in de sound en de feel van hiphop. Door artiesten als The Neptunes, Timbaland en Missy Elliott deden de synthesizers hun intrede. Dat het deze artiesten lukte om daar een eigen sound mee te maken, wilde niet zeggen dat anderen dit ook konden. “Er kleeft een andere esthetiek aan dan aan het samplen. Nu kom ik voor mijn gevoel bij de essentie van de generatiekloof”, vervolgt Sundance. “Timbaland is een muzikale dude, dat staat buiten kijf. Maar niet iedereen met een toetsenbord is funky.” De oudere generatie moest een sampler aanschaffen en vervolgens hard werken om de juiste samples te vinden. Dat kwam de originaliteit ten goede. Op een laptop kun je synthesizers nabootsen waardoor het produceren laagdrempeliger is geworden. “Op zich een goede zaak: iedereen heeft nu een complete studio. Leve de democratie in de muziek! Maar helaas, met samples kun je veinzen dat je kunt spelen, met synths niet. Falafel van de Lidl wordt het dan.” Toch lijkt de synth de sampler in de populaire hiphop te gaan passeren. Dit heeft, denkt Sundance, te maken met de esthetiek van de nieuwe generatie: “They love the electronic sounds!” Het is dan ook geen wonder dat hiphop en dance steeds meer naar elkaar toe trekken.

Credibility
Een elektronischer geluid, betekent dat dat de muziek daarmee minder hiphop is geworden? Sundance: “We waren destijds fel tegen Vanilla Ice en MC Hammer. Hiphop was van ons en daar moesten zij afblijven.” The Show van Doug E Fresh werd ondanks een Top 40-notering wel als hiphop gezien. “Het was misschien wel poppy, maar het kwam uit New York en New York was hiphop.” Top 40-rap was überhaupt niet credible, vindt Gesthuizen. Het werd immers gemaakt om geld mee te verdienen en een grote groep popliefhebbers te bedienen. “Laat dat nou net zijn waar hiphopartiesten anno nu prat op gaan. Dan moet de smaak van het grote publiek óf de credibility van hiphopartiesten in de Top 40 veranderd zijn.”
Dat wil overigens niet zeggen dat een artiest die de Top 40 haalde per definitie niet credible was. De La Soul, House of Pain en later ook artiesten als Dr. Dre, Snoop Dogg en Eminem spraken een breed publiek aan en werden toch gewaardeerd door hiphopliefhebbers. Maar waar zit het verschil dan in?
De groepen die eind jaren 80, begin jaren 90 indruk maakten, hadden stuk voor stuk een eigen geluid. Public Enemy leek niet op EPMD en ook tussen A Tribe Called Quest en Cypress Hill waren de verschillen duidelijk hoorbaar. “Leentjebuur werd vroeger afgestraft”, vervolgt Kid Sundance. Zo deed je automatisch je uiterste best om origineel te klinken.
Die ongeschreven regel wordt tegenwoordig niet meer zo gehanteerd. Als iemand anders klinken, wordt niet meer als biten bestempeld. Sterker nog: soms wordt het bewust gedaan en vindt het publiek het knap dat je als Lil’ Wayne klinkt. “Vroeger werd je het podium afgeslagen als je niet origineel kwam. Ook niet ideaal, maar het was wel noodzakelijk om anders te komen dan je buurman. Niemand van de nieuwe generatie lijkt biters op hun plek te zetten. Van de andere kant, er is nu ook wel veel meer concurrentie en dus moeilijker om origineel te komen, zo lijkt het.”

Knowledge
Artiesten en liefhebbers van de huidige generatie zijn niet allemaal even geïnteresseerd in de geschiedenis van hiphop. Kid Sundance was als tiener geen haar beter: “Kool Moe Dee? Treacherous Three? Grand Wizard Theodore? Een oudere b-boy probeerde me ooit hiphop van voor ’86 te leren kennen, maar dat ging er niet in. Ik wilde Run DMC, Rakim en Public Enemy. Later pas wilde ik de roots ontdekken.”
Daar kwam overigens geen Wikipedia aan te pas. Er was geen internet, dus je moest moeite doen. Ook voor het vinden van samples en het ontdekken van nieuwe muziek. Het is nogal een verschil: tien kilometer fietsen om bij een andere liefhebber een cassettebandje te tapen of in een middag een paar gigabyte aan muziek binnenhalen. “De moeite die je er destijds voor moest doen, maakte het wel iets specialer, minder vluchtig.”
Kun je dat de nieuwe generatie kwalijk nemen? Totaal niet. De oude generatie heeft de pech gehad dat de hiphopcultuur werd opgepikt door grote bedrijven en reclamebureaus. Voorheen was het underground en dus speciaal. Hiphop anno nu is van iedereen. Weg rebellie, weg rauwe sound. “Dat is precies de reden dat veel oude lullen niks moeten hebben van vernieuwende muziek. Zij zweren juist bij hiphop ‘zoals het ooit bedoeld was’, die hiphop die het tegenwoordig op de dansvloer niet heel goed zou doen.”

Voor een grote groep lijkt de hiphopcultuur dus minder belangrijk dan voorheen. Dat de muziek is veranderd, is niet alleen vanzelfsprekend, het is ook noodzaak. Voor de liefhebbers van de hiphop van toen betekent dit echter niet dat er voor hen niets meer te halen is. Er is nog altijd een flinke groep artiesten actief die dezelfde muzikale smaak en culturele drijfveren aanhangt. Je moet er alleen naar op zoek, en laat dat nou net de charme zijn waar veel liefhebbers van toen naar op zoek zijn.

Geplaatst door bowie op 28 januari 2013