Earl Sweatshirt – I Don’t Like Shit, I Don’t Go Outside

Na mijn plechtige belofte om nooit iets van hiphops ‘kindercollectief’ Odd Future te beluisteren, laat staan tof te vinden, besloot het universum een smerig spelletje te spelen met mijn vooringenomenheid. Ik stuitte namelijk op de plaat Duality van Captain Murphy, het rappende alter ego van Flying Lotus. Daarop staat de track Between Friends waarop de hoofdpersoon wordt bijgestaan door Earl Sweatshirt. Waar mijn vooringenomenheid mij moest beschermen, viel ik juist ten prooi aan het rijpe stemgeluid, de DOOM-eske voordracht en de timing van zijn woorden: Off a couple sake shots. Watching pot grow in short shorts and some soggy crocs. Ik was weerloos. Dat ik fout zat, werd nog eens met een permanent marker onderstreept, toen Earl Sweatshirt in 2013 de meest interessante hiphopplaat van dat jaar uitbracht. Doris liet namelijk een onwaarschijnlijk goede stembeheersing, ingenieuze rijmschema’s en heerlijke nihilistische gedachten horen. Hoe Earl Sweatshirt zich bovendien als producer onder de naam randomblackdude moeiteloos staande hield tussen zwaargewichten RZA en The Alchemist was ook zeer prijzenswaardig. Daar hadden mijn vooringenomenheid en ik niet van terug. Twee jaar later brengt de vroegrijpe Earl zijn tweede album I Don’t Like Shit, I Don’t Go Outside: An Album By Earl Sweatshirt uit tijdens de naschokken van de laatste Kendrick plaat en deelt hij de releasedatum met het officiële debuut van Action Bronson. Als jongste van het stel bewijst Earl dat hij groot genoeg is om tussen hen te staan.

Earl-SweatshirtIDLS

Wat I Don’t Like Shit zo bijzonder prettig maakt om naar te luisteren, is het feit dat Earl goed lijkt aan te voelen wat zijn publiek wil horen. De plaat doet niet aan intro’s of interludes, die, toegegeven, best kunnen amuseren, maar vaak genoeg alleen maar afleiden en onnodig ruimte opvullen. Daarnaast doet de plaat niet aan opvultracks en pogingen om een bepaalde doelgroep aan te spreken of om een plaatsje in de hitlijsten te veroveren. We krijgen daarvoor in de plaats tien tracks, die gezamenlijk een krap half uur duren, maar ons voor langere tijd zullen bekoren. Earl valt gelijk met de deur in huis op de track Huey en vertelt in één dichte vers over zijn concentratieproblemen, vooringenomen critici en terugkerende zondes. Dit doet hij onder begeleiding van zijn eigen stuiterende drums en een orgelloopje, die de track tot een imponerende binnenkomer maken. Wat volgt is een emotioneel naargeestige overlevering van een hiphopartiest die heeft gezien wat succes allemaal voor moois en lelijks met zich meebrengt. Met een bitterzoete smaak in de mond rapt Earl in Mantra: You know you famous when the niggas that surround you switch. And if they hated in a passive tense. And now they hound your dick. And you ain’t ask for this. Now you surrounded with a gaggle of 100 fucking thousand kids. Who you can’t get mad at, when they want a pound and pic. Cause they the reason that the traffic on the browser quick. And they the reason that the paper in your trouser’s thick. Door de manier waarop hij zich op deze zware, wenende productie ook nog richt tot zijn ex-vriendin krijgt de schets die hij maakt van zijn misère nog meer grauwe tinten.

Op Faucet horen we hoe belangrijk de rol van Earl’s produceralias randomblackdude is. Er hangt muzikaal gezien een nogal mysterieuze, melancholische sfeer in deze over het algemeen lege productie. Die leegte lijkt bewust op zijn plaats gezet, zodat Earl een contrast kan aanbrengen door met zijn vocalen te spreken over de druk en de urgentie van zijn overvolle publieke en privé agenda: Fuck out my face while I’m thinking. Ain’t step foot up in my momma place for a minute. My days numbered. I’m focused heavy on making the most of ‘em. I feel like I’m the only one pressin’ to grow upwards. Op de wereld gezet in 1994, het jaar van hiphopklassiekers als Illmatic van Nas, Ready To Die van The Notorious B.I.G. en Word…Life van O.C., zou het niet raar zijn als baby Earl daar wat van mee heeft gekregen. Hij toont zich namelijk een ware tekstvirtuoos in Grief met onder andere een hook die er één van de grote Biggie Smalls had kunnen zijn: Fishy niggas stick to eating off of hooks. Say you eating, but we see you getting cooked, nigga. De dominante, diep vibrerende baslijn op Grown Ups helpt Earl, met steun van A$AP Mob-lid Dash, doordringen wanneer hij vertelt dat hij zich op een plek van volwassenheid bevindt, maar toch nog te kampen heeft met groeipijntjes en jeugdtrauma’s. Met name de absentie van zijn vader in zijn jongere jaren heeft hem gevormd. Iets wat hij op de warrige, maar toch rake track AM nog eens bevestigt: Probably cold and passive. Cause pops was the one that got to me. Feeling down like he passed it. I Don’t Like Shit is op momenten als deze bijzonder koud en benauwend, maar we luisteren ook naar iemand die leeft als kluizenaar en zichzelf het liefst hermetisch zou afsluiten, omdat lucht hem zelfs zou kunnen verstikken.

“Bijzonder koud en benauwend..”

Nadat Earl als randomblackdude even kort zijn spierballen als producer heeft laten zien op de vooruit sjokkende instrumental Radio, worden we op Inside weer aangetrokken door de zwaartekracht van zijn zelfdestructieve, paranoïde, hopeloos geïsoleerde wereld. Volledig afgezonderd van alles en iedereen (wellicht ook van zijn Odd Future-broeders, want behalve de productie van Left Brain voor Off Top zijn zij nergens te bekennen) treffen we Earl aan. Hij lijkt rond te zweven in een grote bubbel met sferische synthesizers. Zijn vertrouwensproblemen en het feit dat hij schijt op goede bedoelingen passeren de revue: Sipping ‘til I melt. Never trying me, I’m diving, falling victim to myself. Middle finger to the help. Normaal heeft de rapper uit Los Angeles een uiterst kalme en gecontroleerde flow, maar op DNA bewijst hij dat hij net zo smaakvol is wanneer hij met dubbele snelheid korte kreten aaneen rijgt. Het geoliede samenspel op Wool tussen Vince Staples en Earl Sweatshirt, twee heren die allebei hun eigen gevoel voor timing hebben, brengt I Don’t Like Shit, I Don’t Go Outside tot een sterk eind. Earl rond deze track af met de woorden: Vince be with the rocket, he gone pop it when it’s danger round. Fingertips to tapers, now, salute us when you face us. Give a fuck about the moves all these loser niggas making now. Hij hoeft zich echter ook geen zorgen te maken om wat zijn succesvolle collega’s doen. Dit heeft een aantal redenen. Allereerst is de dichtheid van zijn teksten zodanig dat je met elke luistersessie iets nieuws ontdekt. Tevens zijn de producties stuk voor stuk van niveau, dragen zij eenzelfde donkere, troosteloze sfeer, maar worden zij nergens eentonig. Tot slot heeft Earl Sweatshirt een immer trouwe fanbase, die hem voorlopig trouw zal blijven en door deze plaat ongetwijfeld nieuwe leden zal inlijven. Hoe bevooroordeeld ze aan het begin ook zullen zijn.

Tracklist:

01. Huey
02. Mantra
03. Faucet
04. Grief
05. Off Top
06. Grown Ups (Feat. Dash)
07. AM // Radio (Feat. Wiki)
08. Inside
09. Dna (Feat. Na’kel)
10. Wool (Feat. Vince Staples)

Geplaatst door bowie op 2 april 2015