Hoe Is Ut? Met Mike Redman

Artiest, organisator, producer, documentairemaker en labeleigenaar. Het cv van Redman laat zich niet tot één discipline beperken. De 35-jarige Rotterdammer begon in de vroege jaren 90 als rapper en mc in Rotterdamse clubs. Later organiseerde hij de zogeheten Redrum Party’s (“Memorabele tijden. Daar zou ik een boek over kunnen schrijven.”) en trad op met zijn groep Redrum Squad. Hij richtte zijn eigen platenlabel Redrum Recordz op en bracht verschillende soorten muziek uit. Maar ook buiten de muziek heeft Redman zich georiënteerd op de meest uiteenlopende projecten, vooral op het gebied van films. Reden voor ons om een kijkje te nemen in het drukke leven van Redman en te zien waar hij zich op het moment mee bezig houdt.

Je hebt je in het verleden niet beperkt tot alleen hiphop, maar je hebt je ook georiënteerd op bijvoorbeeld jungle en metal. Waar ben je op dit moment mee bezig wat muziek betreft?
“Momenteel produceer ik veel harde breakcore onder mijn alias Deformer. Dit is een project waarbij alle genres versmelten. Onder deze naam is laatst een aantal nieuwe platen verschenen en hiermee treed ik internationaal op. Verder maak ik veel remixes voor anderen en doe ik verschillende projecten met een aantal van mijn muzikale helden uit de States. Mijn laatste release was een samenwerking met de beroemde horrorfilm studio ‘Full Moon Features’ in Hollywood. Deze samenwerking heeft het album Full Moon Deformed opgeleverd. Verder ben ik een side-project begonnen onder de naam ‘The Travel’. Dit is duistere triphop en zou niet misstaan bij een horrorfilm. Ook bij Redrum Recordz gaat de voorkeur uit naar de obscuurdere sound. De releases zijn minder regelmatig, maar nog meer uiteenlopend dan voorheen. Van rap tot metal, drum ’n bass en alles er tussenin.”

Welke rol speelt hiphop op het moment in jouw leven?
“Ik leg mijzelf wat betreft hiphop momenteel vooral toe op productie met hier en daar een featuring als ik het niet kan laten. Mijn voorkeur gaat nog steeds uit naar de hardere raptracks. Met ‘hip-pop’ heb ik niets. Ook nooit gehad. Ik luister ook niet naar de radio, maar ik blijf op de hoogte van de laatste hitjes als ik in de winkel een nieuwe broek moet kopen. Voor de rap waar ik van houd, moet ik wat dieper graven, maar er is genoeg online en ook duik ik overal waar ik kom wel een lokale platenzaak in.”

Nog altijd veel met muziek bezig dus, maar ook met films en documentaires. Hoe staan die zaken ervoor?
“Erg goed. Mijn laatste documentaire Sample: not for sale heeft van zowel de artiesten die meewerkten als het publiek ontzettend goede reacties gekregen. Dat was voor mij aanleiding om er een boek aan te wijden: Het Sample Dagboek. Als bonus heb ik met de film een award gewonnen in Hamburg en is de film officieel opgenomen in het archief van het zeer hoog aangeschreven Cornell University in New York. Dat vind ik een hele eer. Het maken van een documentaire vergt veel energie. Helemaal als je aangewezen bent op jezelf, omdat er vaak geen budget voor handen is. Aan de andere kant heeft het ook zijn voordelen, want je hebt dan een ander soort controle over jouw project. Ik kan alleen dingen maken waarover ik gepassioneerd ben, in tegenstelling tot veel regisseurs die alles aanpakken of water bij de wijn doen om maar in de schijnwerpers te staan. Eigenlijk verschilt het niet veel van de muziek. Ik doe liever concessieloze projecten met het risico erg onpopulair te zijn.”

Die instelling heeft geleid tot veel uiteenlopende projecten. We zouden je kunnen omschrijven als een creatieve duizendpoot, maar wat zie je nou als je specialisme?
“Zo veel mogelijk genieten van wat het leven te bieden heeft. Als het om werk gaat, dan betekent dat voor mij het combineren van alle verschillende dingen die ik doe waardoor ik al jaren onafhankelijk ben. Het produceren van muziek en het maken van documentaires zijn leidend, maar ik probeer me ook te verdiepen in andere elementen die iets tot een goed eindresultaat kunnen brengen. Op het moment dat je kennis hebt van al deze elementen, dan heb je denk ik een beter zicht op wat er mogelijk is.”

Als mensen je nu vragen wat je voor je beroep doet, wat is dan je antwoord?
“Multidisciplinair kunstenaar is the easy way out. Als iemand mij zegt dat hij of zij ‘communicatie’ studeert, dan weet ik daar ook de vinger niet op te leggen, haha.”

Hoe ziet een dagelijkse dag er voor je uit?
“Ik begin altijd met de rij mailtjes die klaar staan. Mijn telefoon staat meestal uit om me niet af te laten leiden. De belangrijkste bellers spreken iets in. Ondanks dat de overheid momenteel kunst en cultuur niet erg hoog in het vaandel lijkt te hebben, zijn het vaak drukke dagen. Daar houd ik wel van, want ik word pas echt onrustig als er niets te doen is. Op het moment is het hectischer dan ooit. Erg gek eigenlijk, maar doordat er meer mogelijkheden zijn, neem ik ook meer hooi op mijn vork. Wel zorg ik ervoor dat ieder serieus project voltooid wordt. Er blijft nagenoeg nooit iets liggen.”

Je woont en werkt nog altijd in Rotterdam, maar gezien je internationale samenwerkingen ben je vast ook veel op reis.
“Ik reis tegenwoordig nog meer dan vroeger. Ondanks dat ik vrij internet-schuw ben, weten mensen mij toch te vinden. Ik heb een aantal tentoonstellingen gedaan in New York en dat smaakt naar meer. Ik vind reizen te gek. En vooral als het projectgerelateerd is, want dan begeef je je meteen tussen de locals. Ik ben op plekken geweest waar ik vanuit mijzelf waarschijnlijk nooit een ticket voor zou boeken, maar ik ben blij dat ik er ben geweest. Daarnaast heb ik door de jaren heen ontzettend veel mensen ontmoet. Dat is geweldig. Met veel mensen houd je automatisch contact. Uit interesse, maar ook omdat je elkaar spontaan om de zoveel tijd weer treft of gewoon een goede klik hebt. Andere contacten verwateren. Toen ik ruim 20 jaar geleden begon in de muziek, was mijn beeld vrij naïef. Na verloop van tijd merk je dat niet erg veel mensen loyaal zijn. Dan blijkt het meer om je diensten te gaan dan om een kop koffie. Mij gaat het momenteel vooral om de kop koffie.”

Het internationale zit ook een beetje in je, je moeder is namelijk Surinaams. Ben je wel eens bezig geweest met je Surinaamse afkomst?
“Suriname is te gek en erg inspirerend, maar tot een concreet project is het helaas nog niet gekomen. Mocht me een goed plan te binnen schieten, of een uitnodiging komen met betrekking tot Suriname, dan ga ik er 100% voor. Ik ben eigenlijk zowel met mijn Surinaamse als Nederlandse roots nagenoeg niet bezig. Ik vind het eigenlijk ook altijd raar om te horen dat iemand trots is op zijn cultuur, omdat dat iets is waar je zelf niet voor kiest. Dat zijn dingen waar je nu eenmaal geen invloed op hebt. Je hoort toch ook nooit iemand zeggen dat hij of zij trots is om een jongen of meisje te zijn? Ik ben liever trots op de dingen die ik heb gedaan. Ten opzichte van een stad of land ben ik ook niet chauvinistisch, overal waar ik kom maak ik er het beste van. Wel sijpelt Suriname door in sommige van mijn Jungle tracks, waarbij Scapu Lox in het Surinaams de vocalen doet. Op dit moment is, in samenwerking met hem en Bong-Ra, een dergelijk nieuw album in de maak.”

Wat zijn verder je plannen en ambities voor de toekomst?
“Vooral veel uiteenlopende projecten realiseren. Hierover wil ik liever nog niet teveel uitweiden. Ik ben niet het type dat bijvoorbeeld jaren lang roept dat ik met een album bezig ben. Bij mij hoor je het pas zodra het er is. Als ik in de toekomst net zoveel plezier kan beleven als dat ik nu doe, dan ben ik safe. Als ik daarbij ook nog eens nieuwe samenwerkingen aan kan gaan of onderweg iemand kan inspireren, dan is het perfect. Ik probeer mijzelf altijd te verrassen of minimaal bij een komend project de lat weer iets hoger te leggen. Er doen zich steeds weer nieuwe dingen voor en zo kom ik ook heel organisch op onbekend terrein terecht. Ik zet mijzelf het liefst zo min mogelijk vast. Daardoor is mijn leven erg dynamisch. Misschien komt dat wel omdat ik in een vorig leven niets heb uitgevoerd, haha!”

Geplaatst door bowie op 21 oktober 2014